INSTALLATIEVOORSCHRIFT algemeen
NL16
Dit toestel mag alleen door een erkend installateur worden aangesloten.
let op
De gassoort en het land waarvoor het toestel is ingericht staan vermeld
op het gegevensplaatje.
Dit is een klasse 3 toestel (inbouwtoestel).
Gasaansluiting
De gasaansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
Wij adviseren de kookplaat aan te sluiten met een vaste leiding.
Aansluiting door middel van een speciaal daarvoor bestemde
veiligheidsslang is ook toegestaan.
Achter een oven moet een volledig metalen slang worden gebruikt.
let op
Leg een veiligheidsslang zonder knikken. De slang mag niet in aanraking
komen met bewegende delen van het keukenmeubel.
Plaats altijd een aansluitkraan in de leiding voor het toestel. Zorg ervoor
dat de aansluitkraan bereikbaar is.
Voordat u het toestel in gebruik neemt moet u de aansluitingen met
zeepsop controleren op gasdichtheid.
Gasleiding verlengstuk
Als onder het toestel een lade wordt ingebouwd volgens de geldende
eisen, kan het zijn dat de aansluiting van de gasleiding boven de lade
uitkomt. Dan dient gebruik te worden gemaakt van het verlengstuk (zie
de illustratie op pagina 18). Het aangesloten verlengstuk zorgt ervoor dat
de gasaansluiting op de standaard afstand is aan te sluiten. Dit verleng-
stuk is te verkrijgen als accessoire.