NL 9
bediening van de oven
gele controlelamp
Gedurende het opwarmen brandt het gele
controlelampje. Het lampje dooft als de
ingestelde temperatuur bereikt is.
rode controlelamp
De rode controlelamp geeft aan dat de oven
(en/of kookplaat) in werking is.
functieknop
Met de functieknop kiest u de gewenste
ovenfunctie.
fig. 7: Functieknop
thermostaatknop
Met de thermostaatknop stelt u de gewenste
temperatuur in. De temperaturen zijn traploos
instelbaar.
fig 8: Thermostaatknop
inschakelen van de oven zonder klok
1. Zet de oven op handbediening.
- Kookwekker: Draai de kookwekker op
handbediening .
- Elektronische schakelklok: Zet de klok op
handbediening door op toets te
drukken.
2. Schuif het gerecht in de oven, wanneer
het niet nodig is de oven voor te
verwarmen. In de overzichtstabel op
pagina 21 t/m 23 vindt u enkele
aanwijzingen voor de richelhoogte.
3. Sluit de ovendeur en zet de functieknop op
de door u gewenste functie (zie fig. 7).
4. Stel de thermostaatknop in op de
gewenste temperatuur (zie fig. 8).
De oven is nu ingeschakeld. De ovenlamp en
de controlelampjes zijn aan en u hoort de
koelventilator draaien.
uitschakelen van de oven
Controleer aan het einde van de
bereidingstijd of het gerecht gaar is. De oven
blijft na het uitschakelen nog geruime tijd
warm. U kunt deze warmte benutten voor de
laatste fase van het bakproces. Schakel de
oven uit door de functieknop en de
thermostaatknop op 0 te draaien. Alle
controlelampjes gaan uit. Wanneer de oven
warm is, draait de koelventilator nog enige
tijd verder. Deze schakelt automatisch uit.
NL 8
ovenfuncties
ovenverlichting
De ovenverlichting gaat branden. Deze stand
is makkelijk voor het reinigen van de oven.
turbo
De lucht in de oven wordt verwarmd door het
heteluchtelement. De ventilator in de
achterwand blaast hete lucht in de oven.
Hiermee worden de gerechten verwarmd.
U kunt op verschillende niveaus tegelijk
bakken, waardoor u energie kunt besparen.
Door de intensieve warmteoverdracht kunt u
een ca. 20 °C lagere temperatuur kiezen dan
bij conventionele recepten staat aangegeven.
turbo-plus (voorverwarmstand)
De lucht in de oven wordt verwarmd door het
bovenelement en het heteluchtelement. De
ventilator in de achterwand blaast hete lucht
in de oven. De oven is nu extra snel op
temperatuur. U kunt deze stand gebruiken om
de oven voor te verwarmen. Schakel terug
naar de infra of turbo functie als de oven op
temperatuur is.
infra
Het gerecht wordt verwarmd door de
stralingswarmte van de onder- en boven-
elementen. Plaats het gerecht altijd in het
midden van de oven voor het op de traditionele
manier bereiden van gerechten. De gerechten
rijzen goed uit en krijgen een mooie bruine
kleur.
onderwarmte
Alleen de onderwarmte is ingeschakeld. Deze
stand is geschikt voor het kortstondig extra
doorbakken van taart- en pizzabodems.
Onderwarmte kan aan het eind van een
bakproces worden ingeschakeld. Zet de
thermostaatknop op .
standaard grill
De gerechten worden verwarmd door de
stralingswarmte van het gecombineerde
grillelement. De standaard grill gebruikt u
wanneer alleen in het midden van de oven een
gerecht staat of voor gebruik van het draaispit.
De thermostaat regelt ook de grill. Het element
zal daarom niet continu maar van tijd tot tijd
rood oplichten.
maxi-grill
De gerechten worden verwarmd door de
stralingswarmte van het gecombineerde
grillelement. De thermostaat regelt ook de grill.
Het element zal daarom niet continu maar van
tijd tot tijd rood oplichten. De Maxi-grill gebruikt
u voor grote porties, bijv. bij een volledig bedekt
rooster.