NL 7NL 6
bediening gaskookgedeelte
aansteken en instellen van de
branders
Druk de bedieningsknop in en draai deze
naar vol-open. Houdt de bedieningsknop
ingedrukt en wacht tot de overspringende
vonken de brander onstoken hebben.
Draai de bedieningsknop naar de gewenste
kookstand wanneer de brander ontstoken is.
Tussen vol-open en de kleinstand is de
brander traploos regelbaar.
fig. 6: Instellen van de branders
Schakel de branders na gebruik uit.
bijzonderheden
Onsteekt de brander niet, controleer dan of:
- De brander schoon en droog is.
- De bougie schoon en droog is.
- De branderdop goed op de branderkelk
ligt.
De brander moet gelijkmatig branden.
Bij stroomuitval kunt u de branders ook met
een lucifer of een aansteker ontsteken.
bediening gaskookgedeelte
algemeen
Gebruik alleen pannen met een stevige,
egale, liefst dikke bodem. Pannen met een
aluminium of koperen bodem geleiden de
warmte beter en besparen energie. Door met
een deksel op de pan te koken kunt u ook
energie besparen.
Plaats eerst de pan op de kookplaat en
schakel daarna de brander in. Zo benut u de
afgegeven warmte optimaal.
Gebruik pannen met een voldoende grote
diameter. Let op dat de vlampunten niet om
de pan heen spelen. De vlampunten zijn n.l.
het heetst. Als vlammen om de pan heen
spelen gaat er veel warmte verloren.
In de tabel hieronder staan de aanbevolen
pandiameters voor de verschillende
branders:
Brander Aanbevolen pandiameter
Sterk 24,0 tot 26,0 cm
Normaal 20,0 tot 22,0 cm
Sudder 12,0 tot 16,0 cm
positie van de branders
Een symbool boven de bedieningsknop geeft
aan welke brander wordt bediend.
fig. 5: Positie van de branders
1 bedieningsknop sterkbrander linksvoor
2 bedieningsknop normaalbrander
linksachter
3 bedieningsknop sudderbrander
rechtsachter
4 bedieningsknop normaalbrander
rechtsvoor
fout goed
fig. 4: Plaatsen van de pannen