46648
77
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/90
Next page
Notebook
Hardwaregebruiksaanwijzing
Du3108 / Mei 2007
<---
2
Inhoudsopgave
1. Kennismaken met de notebook
Over deze gebruiksaanwijzing.................................................................................... 6
Opmerkingen over deze handleiding ..................................................................... 6
Voorzorgsmaatregelen voor vervoer .......................................................................... 8
Uw notebook voorbereiden......................................................................................... 9
2. Kennismaken met de onderdelen
Bovenkant.................................................................................................................12
Onderkant .................................................................................................................14
Rechterkant .............................................................................................................. 16
Linkerkant .................................................................................................................18
Voorkant ...................................................................................................................19
Achterkant ................................................................................................................20
3. Aan de Slag
Voedingssysteem .....................................................................................................22
Wisselstroomvoeding gebruiken .......................................................................... 22
Batterijvoeding gebruiken ....................................................................................23
Batterijonderhoud ................................................................................................23
De notebook INSCHAKELEN .............................................................................. 24
De zelftest bij inschakelen (Power-On Self Test, POST) ..................................... 24
Het batterijvermogen controleren ........................................................................25
De batterijdoos opladen ....................................................................................... 26
Voedingsopties ....................................................................................................27
Energiebeheerstanden ........................................................................................28
De slaapstand en Sluimerstand ........................................................................... 28
Beheer thermische energie ..................................................................................28
Speciale toetsenbordfuncties ...................................................................................29
Gekleurde sneltoetsen ......................................................................................... 29
Microsoft Windows-toetsen ..................................................................................31
Toetsenbord als numeriek toetsenblok ................................................................ 31
Toetsenbord als cursor ........................................................................................ 31
Inhoudsopgave
3
Inhoudsopgave
Schakelaars en statusindicators ............................................................................... 32
Schakelaars ......................................................................................................... 32
Statusindicators ...................................................................................................33
Multimediabedieningstoetsen (bij sommige modellen) ........................................ 35
4. De notebook gebruiken
Aanwijsapparaat ....................................................................................................... 38
Het aanraakpad gebruiken ..................................................................................38
Afbeeldingen gebruik aanraakpad ....................................................................... 39
Onderhoud van het aanraakpad .......................................................................... 40
Aanraakpad automatisch uitschakelen ................................................................ 40
Opslagapparaten ...................................................................................................... 41
Uitbreidingskaart .................................................................................................. 41
Een uitbreidingskaart verwijderen ........................................................................41
Optisch station ..................................................................................................... 42
Flashgeheugenkaartlezer ....................................................................................44
Harde schijf .......................................................................................................... 45
Geheugen (RAM) .................................................................................................46
Aansluitingen ............................................................................................................ 47
Modemverbinding ................................................................................................47
Netwerkverbinding ............................................................................................... 48
Draadloze LAN-verbinding (bij sommige modellen) ............................................ 49
Draadloze netwerkverbinding Windows ...............................................................50
Draadloze Bluetooth-verbinding (op sommige modellen) .................................... 51
Trusted Platform Module (TPM) (bij sommige modellen) .................................... 52
Vingerafdrukregistratie (bij sommige modellen) ................................................... 53
3G Watcher-software ................................................................................................ 55
Bijlage
Optionele accessoires .............................................................................................. 60
Optionele aansluitingen ............................................................................................ 61
Besturingssysteem en software................................................................................ 64
Woordenlijst .............................................................................................................. 75
Bekendmakingen en veiligheidsverklaringen ........................................................... 79
Informatie over de notebook ..................................................................................... 90
Inhoudsopgave (Vervolg)
4
Inhoudsopgave
5
1. Kennismaken met de notebook
Over deze gebruiksaanwijzing
Veiligheidsmaatregelen
Voorzorgsmaatregelen voor vervoer
Uw notebook voorbereiden
OPMERKING: foto’s en pictogrammen in deze handleiding dienen alleen voor artistiek
doeleinden en tonen niet wat er werkelijk in het product wordt gebruikt.
6
1 Kennismaken met de notebook
Over deze gebruiksaanwijzing
U hebt nu de gebruiksaanwijzing van de notebook voor u. Deze gebruiksaanwijzing biedt
informatie over de verschillende componenten van de notebook en het gebruik van deze
componenten. Dit zijn de hoofdsecties van deze gebruiksaanwijzing:
1. Kennismaken met de notebook
Hier maakt u kennis met de notebook en deze gebruiksaanwijzing.
2. Kennismaken met de onderdelen
Biedt u informatie over de componenten van de notebook.
3. Aan de Slag
Maakt u wegwijs bij het eerste gebruik van de notebook.
4. De notebook gebruiken
Biedt u informatie over het gebruik van de componenten van de notebook.
5. Bijlage
Leert u de optionele accessoires kennen en biedt aanvullende informatie.
Opmerkingen over deze handleiding
Doorheen deze handleiding worden opmerkingen en waarschuwingen in vet lettertype aangegeven.
Houd rekening met deze zaken om bepaalde taken veilig en volledig te voltooien. Het belang van deze
opmerkingen is verschillend afhankelijk van het type, zoals hieronder beschreven:
OPMERKING: Tips en informatie voor speciale situaties.
TIP: Tips en nuttige informatie voor het voltooien van taken.
BELANGRIJK! Vitale informatie die moet worden opgevolgd om schade aan gegevens,
onderdelen of personen te vermijden.
WAARSCHUWING! Belangrijke informatie die moet worden opgevolgd voor een veilig
gebruik.
Tekst die tussen < > of [ ] staat vertegenwoordigt een toets op het toetsenbord. U mag
< > of [ ] en de ingesloten letters niet werkelijk typen.
< >
[ ]
7
Kennismaken met de notebook 1
Veiligheidsmaatregelen
De volgende veiligheidsmaatregelen zullen de levensduur van de notebook verlengen. Volg alle voor-
zorgsmaatregelen en instructies. Laat elk onderhoud en elke reparatie over aan bevoegd personeel, tenzij
anders beschreven in deze handleiding. Gebruik geen beschadigde voedingskabels, accessoires of andere
randapparatuur. Gebruik geen krachtig oplosmiddelen zoals thinners, benzeen of andere chemische
producten op of in de nabijheid van het oppervlak.
BELANGRIJK! Koppel de wisselstroomvoeding los en verwijder de batterijdoos/-dozen
voordat u het toestel reinigt. Veeg de notebook schoon met een propere cellulose doek
of een zeemleer die met een oplossing van niet bijtend schoonmaakmiddel en enkele
druppels warm water is bevochtigd en verwijder extra vocht met een droge doek.
NIET blootstellen aan of gebruiken
in de nabijheid van vloeistof, regen
of vocht. De modem NIET gebruiken
tijdens een onweer.
NIET blootstellen aan vuil of stofri-
jke omgevingen. NIET gebruiken bij
gaslekken.
VEILIGE TEMP: Deze notebook
mag alleen worden gebruikt op plaat-
sen met een omgevingstemperatuur
tussen 5°C (41°F) en 35°C (95°F).
Veiligheidswaarschuwing voor de
batterij: Gooi de batterij NIET in het
vuur. Sluit de contacten NIET kort.
Demonteer de batterij NIET.
NIET blootstellen aan krachtige mag-
netische of elektrische velden.
NIET op een oneffen of onstabiel
werkoppervlak plaatsen. Neem contact
op met de onderhoudsdienst als de
behuizing beschadigd is.
Plaats GEEN objecten op de note-
book, laat er niets op vallen en stop
geen vreemde objecten in het apparaat.
Duw NIET op het beeldscherm of raak
het niet aan. Niet installeren samen met
andere kleine items die krassen kunnen
maken of in de notebook kunnen vallen.
Zet de notebook NIET op schoot of
een ander lichaamsdeel, want het kan
ongemak of letsel veroorzaken door
de warmte.
Gooi de notebook NIET bij het huis-
vuil. Informeer naar de plaatselijke
voorschriften voor het verwijderen
van elektronica.
Draag of bedek een ingeschakelde
notebook NIET met materiaal, zoals
een draagtas, waardoor de luchtcircu-
latie verhinderd wordt.
INGANGSVERMOGEN: zie het
vermogenslabel op de onderkant van de
notebook en zorg ervoor dat de voedings-
adapter overeenkomt met dit vermogen.
(1)
(zie einde Hoofdstuk 4 voor de denitie)
Modellen met 3G
(1)
: Produceert radiogolfuitzendingen die elektrische storingen kunnen
veroorzaken en moet op plaatsen worden gebruikt waar dergelijke apparaten niet verboden
zijn. Neem uw voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik.
WAARSCHUWING! De 3G-functie moet worden UITGESCHAKELD in gebieden met een
potentieel explosieve atmosfeer zoals benzinestations, chemische opslagdepots en ex-
plosiewerkzaamheden.
8
1 Kennismaken met de notebook
BELANGRIJK! Er zijn drie hoofdtypes veiligheidsapparaten op de luchthaven: ntge-
napparaten (worden gebruikt op items die op de transportbanden worden geplaatst),
magnetische detectors (worden gebruikt op mensen die door de veiligheidscontrole
gaan) en magnetische staven (handbediende apparaten die op mensen of individuele
items worden gebruikt). U kunt uw notebook en diskettes door de röntgenapparaten
van de luchthaven laten passeren. Het is echter AF TE RADEN uw notebook of diskettes
door de magnetische detectors op de luchthaven mee te nemen of uw apparatuur bloot
te stellen aan de magnetische staven.
Uw batterijen opladen
Als u wilt werken op batterijvermogen, moet u ervoor zorgen dat de batterijdoos volledig is opgeladen
en dat u over extra optionele batterijdozen beschikt voordat u op een lange reis gaat. Onthoud dat de
voedingsadapter de batterijdoos oplaadt zolang deze op de notebook en een wisselstroombron is aang-
esloten. Houd ermee rekening dat het opladen van de batterij veel langer duurt wanneer de notebook in
gebruik is.
Voorzorgsmaatregelen voor vliegreizen
Neem contact op met uw luchtvaartmaatschappij als u de notebook op het vliegtuig wilt gebruiken. De
meeste luchtvaartmaatschappijen leggen beperkingen op voor het gebruik van elektronische apparatuur.
De meeste luchtvaartmaatschappijen zullen het gebruik van elektronische apparatuur alleen toestaan
tijdens de vlucht en niet tijdens het opstijgen en de landing.
BELANGRIJK! het oppervlak van de notebook wordt snel dof als het niet goed behan-
deld wordt. Wrijf of kras niet over het oppervlak van de notebook.
Voorzorgsmaatregelen voor vervoer
Om de notebook voor te bereiden voor transport, moet u het apparaat UITSCHAKELEN en alle externe
randapparatuur loskoppelen om schade aan de aansluitingen te voorkomen. De kop van het harde
schijfstation wordt ingetrokken wanneer de voeding wordt UITGESCHAKELD om krassen op het harde
schijfoppervlak tijdens het transport te vermijden. U mag de notebook daarom niet vervoeren terwijl de
voeding nog is INGESCHAKELD. Sluit het beeldschermpaneel en controleer of het veilig in de gesloten
positie is vergrendeld om het toetsenbord en het beeldscherm te beschermen.
Bedek uw notebook
Koop een draagtas om de notebook te beschermen tegen vuil, water, schokken en krassen.
9
Kennismaken met de notebook 1
Uw notebook voorbereiden
Dit zijn enkele beknopte instructies voor het gebruik van uw notebook. Lees de pagina’s verder in deze
handleiding voor meer gedetailleerde informatie over het gebruik van uw notebook.
BELANGRIJK! Forceer het beelds-
chermpaneel niet omlaag op de tafel
wanneer u het opent, anders kunnen
de scharnieren breken! Til de notebook
nooit op bij het beeldschermpaneel!
Met de hoofdschakelaar wordt de notebook
IN- en UITgeschakeld of in de slaapstand of op
Sluimerstand gezet. Het werkelijke gedrag van
de hoofdschakelaar kan worden ingesteld via het
Conguratiescherm van Windows > Energiebeheer
> Systeeminstellingen.
3. Open het beeldschermpaneel
4. Schakel de notebook IN
2. Sluit de voedingsadapter aan
1. Installeer de batterij
-2
-1
2
1
-2
3
-2
ON OFF
PUSH
ON OFF
PUSH
10
1 Kennismaken met de notebook
11
2. Kennismaken met de onderdelen
Overzicht van de notebook
OPMERKING: foto’s en pictogrammen in deze handleiding dienen alleen voor artistiek
doeleinden en tonen niet wat er werkelijk in het product wordt gebruikt.
12
2 Kennismaken met de onderdelen
Multipositie- of vaste camera (afhankelijk van het model)
Met de ingebouwde camera kunt u foto’s maken of video’s opnemen. Deze camera
kan worden gebruikt bij videoconferenties en andere interactieve toepassingen.
LET OP: De multipositie camera kan naar voor of naar achter
worden afgesteld, maar kan alleen door de onderkant worden
gekanteld. Draai de camera niet meer dan 35 graden omhoog.
Bovenkant
Zie de afbeelding hieronder voor de onderdelen aan deze kant van de notebook.
OPMERKING: het toetsenbord zal verschillen afhankelijk van de regio.
<---
8
7
5
6
9
11
3
2
4
10
1
1
3
1
Fr
on
t
Back
(Het cameratype is afhankelijk van het model)
13
Kennismaken met de onderdelen 2
<---
Toetsenbord-LED (bij sommige modellen)
De LED die op de multipositiecamera is gemonteerd biedt de gebruiker de mogelijkheid het toet-
senbord te verlichten om in het donker te typen of de camera in het donker te gebruiken. Gebruik
[Fn B] om de lamp in/uit te schakelen.
Camera-indicator
De camera-indicator geeft aan wanneer de ingebouwde camera in gebruik is. De camera kan automa-
tisch worden geactiveerd door ondersteunde software.
Microfoon (Ingebouwd)
De ingebouwde mono microfoon kan worden gebruikt voor videoconferenties, gesproken verhalen
of eenvoudige geluidsopnamen.
Beeldschermpaneel
De functies van het beeldschermpaneel zijn dezelfde als bij een desktopbeeldscherm. De
notebook maakt gebruik van een actief matrix TFT LCD-scherm dat een uitstekende beeld-
weergave biedt zoals bij desktopbeeldschermen. In tegenstelling tot desktopbeeldschermen
produceert het LCD-scherm geen straling of ikkering, zodat de ogen minder worden belast.
Gebruik een zachte doek zonder chemische vloeistoffen (gebruik indien nodig gewoon
water) om het beeldschermpaneel te reinigen.
Statusindicators (bovenkant)
Statusindicators geven de verschillende hardware- en softwarecondities aan. Ze worden beschreven
in paragraaf 3.
Sneltoetsen
Sneltoetsen bieden u de mogelijkheid vaak gebruikte toepassingen op te starten met één druk
op de knop. Details hierover worden beschreven in sectie 3.
Aanraakpad en knoppen
Het aanraakpad met zijn knoppen is een aanwijsapparaat dat dezelfde functies biedt als een
desktopmuis. Een scrollfunctie die door de software wordt bestuurd is beschikbaar nadat u het
aanraakpad heb ingesteld voor een gemakkelijke Windows- of webnavigatie.
Vingerafdrukscanner (bij sommige modellen)
Met de vingerafdrukscanner kan beveiligingssoftware worden gebruikt met uw vingerafdruk-
ken als identicatiesleutel.
Statusindicators (voorzijde)
Statusindicators geven de verschillende hardware- en softwarecondities aan. Ze worden beschreven
in paragraaf 3.
Audioluidsprekersysteem
Met het geïntegreerde stereo luidsprekersysteem kunt u audio beluisteren zonder extra
hulpstukken. Het multimedia geluidssysteem beschikt over een geïntegreerde digitale au-
diocontroller die een vol, helder geluid produceert (de resultaten kunnen worden verbeterd
met externe stereo hoofdtelefoon of luidsprekers). De audiofuncties worden beheerd via de
software.
11
2
3
4
5
6
7
8
9
10
14
2 Kennismaken met de onderdelen
Onderkant
Zie de afbeelding hieronder voor de onderdelen aan deze kant van de notebook.
WAARSCHUWING! De onderkant van de notebook kan zeer warm worden. Wees
voorzichtig wanneer het notebook hanteert terwijl deze in gebruik is of recent werd
gebruikt. Hoge temperaturen zijn normaal tijdens het opladen of het gebruik. LEG
DE NOTEBOOK NIET OP UW SCHOOT OF ANDERE DELEN VAN HET LICHAAM OM
LETSELS DOOR DE WARMTE TE VOORKOMEN.
OPMERKING: afhankelijk van het model kan het uiterlijk van de onderkant verschillen.
OPMERKING: de grootte van de batterij is afhankelijk
van het model.
-2 -1
1
2
5
7
3
4
8
6
-2
-1

A
B
C
9
15
Kennismaken met de onderdelen 2
Batterijvergrendeling - Veer
Het veerslot van de batterij wordt gebruikt om de batterijdoos stevig te bevestigen. Wanneer de
batterijdoos wordt geïnstalleerd, wordt dit veerslot automatisch vergrendeld. Om de batterijdoos
te verwijderen, moet u dit veerslot in de ontgrendelde positie houden.
Batterijdoos
De batterijdoos wordt automatisch opgeladen wanneer u de notebook aansluit op een wisselst-
roomvoedingsbron en biedt voeding aan de notebook wanneer deze niet op de wisselstroom is
aangesloten. Hierdoor kunt u het apparaat verder gebruiken wanneer u zich tijdelijk verplaatst
tussen locaties. De levensduur van de batterij varieert afhankelijk van het gebruik en volgens
de specicaties voor deze notebook. De batterijdoos kan niet gedemonteerd worden en moet
als één eenheid worden aangeschaft.
Batterijvergrendeling - Handmatig
De handmatige batterijvergrendeling wordt gebruikt om de batterijdoos stevig te bevestigen.
Schuif de handmatige vergrendeling naar de ontgrendelde positie om de batterijdoos te plaatsen
of te verwijderen. Schuif de handmatige vergrendeling naar de vergrendelde positie nadat u de
batterijdoos hebt geïnstalleerd.
Naamkaarthouder
Op de onderkant van de notebook is een naamkaarthouder geplakt waarin een kaartje met de identicatiege-
gevens van de gebruiker kan worden gestopt, in geval de otebook door iemand anders wordt gevonden.
Harde schijfcompartiment
De harde schijf is veilig ingesloten in een compartiment. Raadpleeg een bevoegd onderhoud-
scentrum of een verkoper voor informatie over het upgraden van de harde schijf van de notebook.
Koop uitsluitend harde schijven bij bevoegde verkopers van deze notebook om zeker te zijn van
de maximale compatibiliteit en betrouwbaarheid.
Uitschakelknop (Noodstop)
Als uw besturingssysteem niet correct kan worden UITGESCHAKELD of opnieuw worden
gestart, kan de uitschakelknop worden ingedrukt met de tip van een paperclip die recht is
geplooid om de notebook uit te schakelen.
Vak voor draadloos LAN (WLAN)
Het WLAN-vak biedt ruimte voor een draadloze netwerkkaart waarmee u draadloos verbinding
kunt maken met een netwerktoegangspunt of andere draadloze netwerkapparaten.
Geheugen (RAM)-compartiment
Het geheugencompartiment biedt uitbreidingsmogelijkheden voor extra geheugen. Het extra
geheugen zal de prestaties van de toepassing verhogen door de harde schijftoegang te verla-
gen. De BIOS detecteert automatisch de geheugengrootte in het systeem en congureert dit
overeenkomstig. Er is geen instelling van de hardware of software (inclusief de BIOS) vereist
nadat het geheugen is gnstalleerd. Neem contact op met een erkend onderhoudscentrum of verkoper voor
informatie over de geheugenupgrade van uw notebook. Koop de uitbreidingmodules uitsluitend bij erkende
verkopers van deze notebook zodat u zeker bent van een maximale compatibiliteit en betrouwbaarheid.
SIM-kaartcompartiment (bij sommige modellen)
In het SIM-kaartcompartiment kunt u een mobiele SIM-kaart voor 3G-functies stoppen.
2
3
4
1
8
6
7
5
9
16
2 Kennismaken met de onderdelen
Rechterkant
Zie de afbeelding hieronder voor de onderdelen aan deze kant van de notebook.
DVI
1
6 752
8 9
4
3
Express-kaartsleuf
Er is een 26-pins Express-kaartsleuf beschikbaar voor één ExpressCard/34mm of één
ExpressCard/54mm uitbreidingskaart. Deze nieuwe interface is sneller door het gebruik
van een seriële bus met ondersteuning van USB 2.0 en PCI Express in plaats van de tragere
parallelle bus in de PC-kaartsleuf. (Niet compatibel met vroegere PCMCIA-kaarten.)
Deze poorten zijn beschikbaar afhankelijk van het model.
USB-poort (2.0/1.1) (bij sommige modellen)
De Universele Seriële Bus is compatibel met USB 2.0- of USB 1.1-apparaten zoals toetsenbor-
den, aanwijsapparaten, camera’s, harde schijven, printers en scanners die serieel zijn aangesloten
tot 12 Mbits/sec (USB 1.1) en 480Mbits/sec (USB 2.0). Met USB kunt u veel apparaten tegelijk op
een enkele computer laten werken, waarbij sommige randapparaten werken als extra invoegtoepass-
ing of hub. USB ondersteunt hot swapping (omschakelen) van apparaten zodat de meeste randapparaten
kunnen worden aangesloten of losgekoppeld zonder dat de computer opnieuw moet worden opgestart.
E-SATA-poort (bij sommige modellen)
Met een externe SATA of eSATA kunt u een externe aansluiting van seriële ATA-apparaten
tot stand brengen die oorspronkelijk waren ontworpen voor gebruik binnenin de computer.
Dit type aansluiting is tot zes keer sneller dan de bestaande USB 2.0 & 1394 voor externe
opslagoplossingen en is ook hot-pluggable met afgeschermde kabels en aansluitingen tot
twee meter.
Antenne-ingang (bij sommige modellen)
De antenne-ingang is voorzien voor het frequentiekanaal van de tv en de FM-radio (op een
selectie van modellen). Op deze ingang kunt u de meegeleverde digitale tv/FM-antenne
of de ingang van aangesloten televisiediensten aansluiten. De meegeleverde antenne
kan digitale tv of FM-radio ontvangen. Een kabelverbinding kan digitale tv, analoge tv
of FM-radio ontvangen, afhankelijk van betaalde services. Opmerking: gebruik de
bijgeleverde adapter voor gebruik met coaxiale aansluitingen.
IEEE1394-poort (bij sommige modellen)
IEEE 1394 is een seriële bus met hoge snelheid zoals SCSI, maar heeft eenvoudige aanslui-
tingen en hot-plug-capaciteiten zoals USB. De IEEE 1394-interface heeft een bandbreedte
van 100-400 Mbits/sec en kan tot 63 eenheden op dezelfde bus behandelen. IEEE1394
wordt ook gebruikt in geavanceerde digitale apparatuur en moet met “DV” voor Digitale
Videopoort worden gemarkeerd.
1
E-SATA
3
4
2
2.0
17
Kennismaken met de onderdelen 2
Aansluiting TV-uitgang
De tv-uitgang is een S-Video-aansluiting die het beeldscherm van de ASUSnotebook kan
routeren naar een televisietoestel of een videoprojector. U kunt kiezen tussen simultane
of enkelvoudige weergave. Gebruik een S-Videokabel (niet meegeleverd) voor weer-
gave met hoge kwaliteit of gebruik de meegeleverde RCA-naar-S-video-adapter voor
standaard videoapparaten. Deze poort ondersteunt zowel NTSC- als PAL-formaten.
Beelduitvoer (DVI-D) (bij sommige modellen)
De digitale video-interfacepoort is ontworpen om de grasche video-uitvoer naar atscreen
LCD-monitors of andere DVI-compatibele apparaten te maximaliseren.
Beeldscherm (monitor)-uitgang
De 15-pins D-sub monitorpoort ondersteunt een standaard VGA-compatibel apparaat zoals een
monitor of een projector voor weergave op een groter extern beeldscherm.
Modempoort
De RJ-11 2-pins modempoort is kleiner dan de RJ-45 LAN-poort en ondersteunt een stan-
daard telefoonkabel. De interne modem ondersteunt overdrachten van maximaal 56 K V.90.
De ingebouwde connector maakt handig gebruik mogelijk zonder extra adapters.
BELANGRIJK! De geïntegreerde modem biedt geen ondersteuning voor de
spanning die in digitale telefoonsystemen wordt gebruikt. Sluit de modem niet
aan op een digitaal telefoonsysteem, anders kan dit schade veroorzaken aan
de notebook.
LAN-poort
De RJ-45 8-pins LAN-poort is groter dan de RJ-11 modempoort en ondersteunt een stan-
daard ethernetkabel voor aansluiting op een lokaal netwerk. De ingebouwde connector
maakt handig gebruik mogelijk zonder extra adapters.
8
9
7
6
5
DVI
18
2 Kennismaken met de onderdelen
Linkerkant
Zie de afbeelding hieronder voor de onderdelen aan deze kant van de notebook.
1
2
3 4
Kensington
®
Lock-poort
Dankzij de Kensington
®
lock-poort kan de notebook worden beveiligd door mid-
del van Kensington
®
-compatibele beveiligingsproducten van. De beveiligingspro-
ducten omvatten een metalen kabel en een slot die voorkomen dat de notebook
van een vast object wordt verwijderd. Sommige beveiligingsproducten kunnen
ook een bewegingsdetector bevatten die een alarmsignaal weergeven wanneer
de notebook wordt verplaatst.
Optisch station
De notebook wordt in diverse modellen met verschillende optische stations geleverd. Het
optische station van de notebook kan compact discs (CD) en/of digitale videodiscs (DVD)
ondersteunen en kan over capaciteiten beschikken voor het schrijven (R) of herschrijven
(RW) van schijven. Raadpleeg de marketingspecicaties voor details over elk model.
Elektronische uitwerpknop optisch station
Het optische station is voorzien van een elektronische uitwerpknop voor het openen van
de lade. U kunt de lade van de optische schijf openen via een willekeurige softwarespeler
of door met de rechterknop op het optische station te klikken in de map "Computer" van
Windows en Uitwerpen te selecteren.
Nooduitwerpopening optisch station (locatie is van het model afhankelijk)
De nooduitwerpopening wordt gebruikt om de lade van het optische station uit te werpen
als het elektronisch uitwerpen niet werkt. Gebruik de nooduitwerpopening niet in de
plaats van het elektronisch uitwerpen.
2
3
4
1
19
Kennismaken met de onderdelen 2
Voorkant
Zie de afbeelding hieronder voor de onderdelen aan deze kant van de notebook.
1 2 3 4 65
Draadloze switch
Schakelt het gntegreerde draadloos LAN en Bluetooth in of uit (bepaalde modellen).
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de draadloze statusindicator op. De software-
instellingen voor Windows zijn vereist vóór het gebruik.
Knop weergavepaneel
Druk op de knop voor het weergavepaneel om het weergavepaneel te openen.
WAARSCHUWING! Forceer het beeldschermpaneel niet omlaag op de
tafel wanneer u het opent, anders kunnen de scharnieren breken! Til
de notebook nooit op bij het beeldschermpaneel!
Aansluiting microfooningang
De aansluiting voor de mono microfoon (1/8 inch) kan worden gebruikt om een externe microfoon
of het uitgangssignaal van geluidsapparatuur aan te sluiten. Wanneer u deze aansluiting gebruikt,
wordt de ingebouwde microfoon automatisch uitgeschakeld. Gebruik deze functie voor video-
conferenties, gesproken verhalen of eenvoudige geluidsopnamen.
Aansluiting SPDIF-uitgang
Deze aansluiting biedt de mogelijkheid de notebook aan te sluiten op SPDF-compatibele
(Sony/Philips digital interface) apparaten voor digitale geluidsuitvoer. Gebruik deze functie
om van uw ASUS-notebook een hi thuisbioscoopsysteem te maken.
Aansluiting hoofdtelefoonuitgang
De aansluiting voor de hoofdtelefoon (1/8 inch) wordt gebruikt om het audio-uitgangssignaal van
de notebook aan te sluiten op luidsprekers met versterkers of een hoofdtelefoon. Wanneer u deze
aansluiting gebruikt, worden de ingebouwde luidsprekers automatisch uitgeschakeld.
USB-poort (2.0/1.1) (bij sommige modellen)
(Zie andere zijde voor beschrijving.)
Sleuf Flashgeheugen
Normaliter moet een externe geheugenkaartlezer apart worden aangeschaft om geheugen-
kaarten te gebruiken zoals van een digitale camera, mp3-speler, mobiele telefoon of PDA.
Deze notebook heeft een ingebouwde kaartlezer met hoge snelheid waarmee u gemakkelijk
kunt lezen van en schrijven naar verschillende ashgeheugenkaarten, zoals verder in deze
handleiding is beschreven.
Combo
2.0
2
3
4
1
6
5
20
2 Kennismaken met de onderdelen
<---
Achterkant
Zie de afbeelding hieronder voor de onderdelen aan deze kant van de notebook.
1 2 3 4
Gelijkstroomingang (DC)
De meegeleverde voedingsadapter converteert wisselstroom naar gelijkstroom voor
gebruik met deze aansluiting. De voeding die via deze aansluiting wordt geleverd, biedt
stroom aan de notebook en laadt de interne batterijdoos op. Gebruik altijd de meegeleverde
voedingsadapter om schade aan de notebook en de batterijdoos te voorkomen. LET OP:
KAN TIJDENS GEBRUIK WARM TOT HEET WORDEN. DENK ERAAN DAT U
DE VOEDINGSADAPTER NIET AFDEKT EN UIT DE BUURT VAN UW LICHAAM HOUDT.
Koelventilator
De koelventilator verwijdert overtollige warmte, afhankelijk van de drempelinstellingen voor de tem-
peratuur.
BELANGRIJK! Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd
worden door papier, boeken, kleding, kabels of andere objecten, anders kan
de notebook oververhitten.
USB-poort (2.0/1.1) (bij sommige modellen)
De Universele Seriële Bus is compatibel met USB 2.0- of USB 1.1-apparaten zoals toet-
senborden, aanwijsapparaten, camera’s, harde schijven, printers en scanners die serieel zijn
aangesloten tot 12 Mbits/sec (USB 1.1) en 480Mbits/sec (USB 2.0). Met USB kunt u veel
apparaten tegelijk op een enkele computer laten werken, waarbij sommige randapparaten werken
als extra invoegtoepassing of hub. USB ondersteunt hot swapping (omschakelen) van apparaten zodat
de meeste randapparaten kunnen worden aangesloten of losgekoppeld zonder dat de computer opnieuw
moet worden opgestart.
Batterijdoos
De batterijdoos wordt automatisch opgeladen wanneer u de notebook aansluit op een wisselst-
roomvoedingsbron en biedt voeding aan de notebook wanneer deze niet op de wisselstroom is
aangesloten. Hierdoor kunt u het apparaat verder gebruiken wanneer u zich tijdelijk verplaatst
tussen locaties. De levensduur van de batterij varieert afhankelijk van het gebruik en volgens
de specicaties voor deze notebook. De batterijdoos kan niet gedemonteerd worden en moet
als één eenheid worden aangeschaft.
1
2
2.0
3
4
21
3. Aan de Slag
Wisselstroomvoeding gebruiken
Batterijvoeding gebruiken
De notebook INSCHAKELEN
Het batterijvermogen controleren
Voedingsopties
Speciale toetsenbordfuncties
Schakelaars en statusindicators
OPMERKING: foto’s en pictogrammen in deze handleiding dienen alleen voor artistiek
doeleinden en tonen niet wat er werkelijk in het product wordt gebruikt.
22
3 Aan de Slag
<---
BELANGRIJK! De notebook kan beschadigd worden als u een andere adapter ge-
bruikt om de notebook in te schakelen of als u de adapter van de notebook gebruikt
om voeding te leveren aan andere elektrische apparaten. Als er rook, een brandgeur
of extreme hitte uit de wisselstroom/gelijkstroomadapter komt, neem dan contact op
met een reparatiedienst. Raadpleeg altijd een reparatiedienst als u vermoedt dat de
wisselstroom/gelijkstroomadapter defect is. U kunt uw batterijdoos en de notebook
beschadigen als u een defecte wisselstroom/gelijkstroomadapter gebruikt.
OPMERKING: Deze notebook kan, afhankelijk van de regio, met een stekker met twee
of met drie polen worden geleverd. Als een stekker met drie polen is geleverd, moet
u een geaard wisselstroomstopcontact of een correct geaarde adapter gebruiken om
een veilige werking van de notebook te garanderen.
WAARSCHUWING! DE VOEDINGSADAPTER KAN TIJDENS GEBRUIK WARM TOT
HEET WORDEN. DENK ERAAN DAT U DE ADAPTER NIET AFDEKT EN UIT DE BUURT
VAN UW LICHAAM HOUDT.
Voedingssysteem
Wisselstroomvoeding gebruiken
De voeding van de notebook bestaat uit twee delen:
de voedingsadapter en de batterijvoeding. De voed-
ingsadapter converteert de wisselstroomvoeding
van een wandcontactdoos naar de gelijkstroom die
vereist is voor de notebook. Uw notebook wordt
geleverd met een universele wisselstroom/gelijk-
stroomadapter. Dit betekent dat u de voedingskabel
kunt aansluiten op elk 100V-120V stopcontact en
elk 220V-240V stopcontact zonder dat u schake-
laars hoeft in te stellen of stroomomvormers te ge-
bruiken. Verschillende landen kunnen een adapter
vereisen die moet worden gebruikt om de meegeleverde VS-standaard wisselstroomkabel aan te sluiten
op een andere standaard. De meeste hotels voorzien universele stekkers om de verschillende voeding-
skabels en stroomspanningen te ondersteunen. We raden u aan een ervaren reiziger te raadplegen over
de wisselstroomspanningen wanneer u voedingsadapters wilt meenemen naar een ander land.
TIP: U kunt reissets voor de notebook kopen die voedings- en modemadapters voor
bijna elk land bevatten.
Sluit de wisselstroomkabel aan op een wisselstroomstopcontact en een wisselstroom/gelijkstroomomvormer
(bij voorkeur met overspanningsbeveiliging) en sluit vervolgens de gelijkstroomaansluiting aan op de note-
book. Wanneer u de wisselstroom/gelijkstroomadapter eerst aansluit op het wisselstroomstopcontact, kunt
u de spanning van de wisselstroomuitgang en de wisselstroom/gelijkstroomomvormer zelf controleren op
compatibiliteitsproblemen voordat u de gelijkstroomaansluiting aansluit op de notebook. De voedingsin-
dicator op de adapter (indien aanwezig) licht op als de voedingsspanning binnen het juiste bereik is.
23
Aan de Slag 3
BELANGRIJK! Probeer nooit de batterijdoos te verwijderen terwijl de notebook is
INGESCHAKELD aangezien dit kan resulteren in het verlies van uw werkgegevens.
BELANGRIJK! Gebruik uitsluitend batterijdozen en voedingsadapter die met deze
notebook zijn geleverd of speciek zijn goedgekeurd door de fabrikant of de verkoper
voor gebruik met dit middel, anders kan uw notebook beschadigd worden.
WAARSCHUWING! Om veiligheidsredenen mag de batterij NIET in het vuur
worden gegooid, mogen de contacten NIET worden kortgesloten en mag de
batterij NIET worden gedemonteerd. Werkt de batterij niet goed meer, zet dan
de notebook UIT en neem contact op met een bevoegd reparatiecentrum.
Batterijonderhoud
De batterijdoos van de notebook kan, net als alle andere oplaadbare batterijen, slechts een beperkt aantal
maal opnieuw worden opgeladen. Als de batterij elke dag eenmaal volledig wordt opgebruikt en opnieuw
opgeladen, zal deze een levensduur hebben van minstens één jaar. De levensduur van de batterijdoos is af-
hankelijk van de omgevingstemperatuur, de vochtigheid en het gebruik van de notebook. Een ideale situatie
is dat de batterij wordt gebruikt in een temperatuurbereik tussen 5°C en 35°C (41°F en 95°F). U moet er ook
rekening mee houden dat de interne temperatuur van de notebook hoger is dan de externe temperatuur. Elke
temperatuur boven of onder dit bereik zal de levensduur van de batterij korter maken. De gebruiksduur van
de batterijdoos zal echter altijd afnemen na verloop van tijd. Daarna zult u een nieuwe batterijdoos moeten
aanschaffen bij een erkende verkoper van notebooks. Omdat batterijen ook een opslaglevensduur hebben,
is het niet aanbevolen voorraad op te slaan van extra batterijen.
Batterijvoeding gebruiken
De notebook is ontwikkeld voor gebruik met een verwisselbare batterijdoos. De batterijdoos bestaat uit
een set batterijcellen die samen in één behuizing zijn ondergebracht. Een volledig opgeladen batterij biedt
meerdere uren batterijgebruik. Deze duur kan verder worden uitgebreid door de energiebeheerfuncties te
gebruiken via de BIOS-instelling. Extra batterijdozen zijn optioneel en kunnen afzonderlijk worden aang-
eschaft bij een verkoper van notebooks.
De batterijdoos installeren en verwijderen
De batterijdoos van de notebook kan al dan niet zijn gnstalleerd bij de levering. Als de batterijdoos nog
niet is geïnstalleerd in uw notebook, gaat u als volgt te werk om deze te installeren.
De batterijdoos monteren:
De batterijdoos verwijderen:
-2
-1
2
1
-2
3
-2
-2
-1
3
2
-2
1
-1
SIM-kaartcompartiment op bepaalde modellen.
24
3 Aan de Slag
BELANGRIJK! Als er nog steeds waarschuwingen verschijnen tijdens het opstarten,
nadat u het hulpprogramma voor de schijfcontrole hebt uitgevoerd, moet u uw note-
book terugbrengen voor reparatie. Als u de notebook toch verder blijft gebruiken, kan
dit resulteren in gegevensverlies.
BELANGRIJK! Om de harde schijf te beschermen moet u altijd minstens 5 seconden
wachten nadat u uw notebook hebt UITGESCHAKELD voordat u het apparaat opnieuw
INSCHAKELT.
WAARSCHUWING! Draag of bedek een ingeschakelde notebook NIET met materiaal,
zoals een draagtas, waardoor de luchtcirculatie verhinderd wordt.
De notebook INSCHAKELEN
Wanneer u de notebook INSCHAKELT verschijnt het bericht voor het INSCHAKELEN op het scherm.
Indien nodig, kunt u de helderheid met behulp van de sneltoetsen aanpassen. Als u de BIOS-instelling moet
uitvoeren om de systeemconguratie in te stellen of te wijzigen, drukt u tijdens het opstarten op [F2] om
de BIOS Setup te openen. Als u tijdens de weergave van het splash-scherm op de toets [Tab] drukt, kunt u
de standaard opstartinformatie zoals de BIOS-versie, weergeven. Druk op [ESC] en een opstartmenu met
de selecties van de beschikbare stations waarvan kan worden opgestart, wordt weergegeven.
OPMERKING: Vóór het opstarten zal het beeldschermpaneel knipperen wanneer de
voeding is INGESCHAKELD. Dit maakt deel uit van de testroutine van de notebook en
wijst niet op een probleem met het beeldscherm.
De zelftest bij inschakelen (Power-On Self Test, POST)
Wanneer u de notebook INSCHAKELT, worden eerst een reeks softwarematig bestuurde diagnostische tests
uitgevoerd. Dit proces wordt POST (Power-On Self Test) genoemd. De software die de POST bestuurd wordt
geïnstalleerd als een permanent onderdeel van de architectuur van de notebook. De POST bevat een record
van de hardwareconguratie van de notebook. Deze record wordt gebruikt om een diagnostische controle
van het systeem uit te voeren. Deze record wordt gemaakt door gebruik te maken van het programma BIOS
Setup. Als de POST een verschil tussen de record en de bestaande hardware ontdekt, wordt een bericht
weergegeven op het scherm met de vraag het conict op te lossen door BIOS Setup uit te voeren. In de
meest gevallen zou deze record correct moeten zijn op het ogenblik dat u de notebook ontvangt. Wanneer
de test voltooid is, kunt u een bericht krijgen met de melding “Geen besturingssysteem gevonden”. Dit kan
zich voordoen als er vooraf geen besturingssysteem werd geïnstalleerd op de harde schijf. Dit geeft aan dat
de harde schijf correct is gedetecteerd en klaar is voor de installatie van een nieuw besturingssysteem.
Technologie voor zelfcontrole en rapportering
S.M.A.R.T. (Self Monitoring and Reporting Technology = zelfbewakende en rap-
porteringstechnologie) controleer het harde schijfstation tijdens de POST en toont een
waarschuwingsbericht als de harde schijf onderhoud of reparatie nodig heeft. Als een
kritieke waarschuwing over de harde schijf wordt weergegeven tijdens het opstarten,
maak dan onmiddellijk een back-up en voer de schijfcontrole van Windows uit. Om
het schijfcontroleprogramma van Windows uit te voeren, doet u het volgende: Klik
op Starten > selecteer Computer > klik met de rechtermuisknop op het pictogram
van een harde schijf > kies Eigenschappen > klik op het tabblad Extra > klik op
Nu controleren > klik op Start. U kunt ook “Sectoren scannen” selecteren voor
een effectievere scan en reparatie, maar dat proces is veel trager.
25
Aan de Slag 3
OPMERKING: u ziet een waarschuwing als het batterijvermogen laag is. Negeert u
deze waarschuwingen, dan zal de notebook uiteindelijk uitschakelen (De standaard
van Windows gebruikt STR).
WAARSCHUWING! Stand-by naar RAM (Suspend-to-RAM, STR) duurt niet lang als de
batterij leeg is. Stand-by naar schijf (Suspend-to-Disk,STD) is niet hetzelfde als voeding
UITSCHAKELEN. STD vereist een kleine hoeveelheid stroom en zal mislukken als er
geen stroom beschikbaar is door het feit dat de batterij volledig leeg is of dat er geen
voeding is (bijv. door zowel de voedingsadapter als de batterijdoos te verwijderen).
Opmerking: de onderstaande schermafbeeldingen zijn slechts voorbeelden die wellicht
verschillen van wat u in uw systeem ziet.
Het batterijvermogen controleren
Het batterijsysteem implementeert de Smart Battery-standaard onder de Windows-omgeving, waarmee
de batterij nauwkeurig het resterende vermogenspercentage in de batterij nauwgezet weergeeft. Een
volledig opgeladen batterijdoos levert enkele uren werkvermogen voor de notebook. Het werkelijke
cijfer kan achter variëren afhankelijk van de manier waarop u de energiebesparingsfuncties gebruikt,
uw algemene werkgewoonten, de CPU, de grootte van het systeemgeheugen en de grootte van het
beeldschermpaneel.
Klik met de rechtermuisknop op het batterijpictogram.
Beweeg de cursor over het batterijpictogram
met voedingsadapter.
Klik met de linkermuisknop op het batterijpictogram.
Beweeg de cursor over het batterijpictogram
zonder voedingsadapter.
26
3 Aan de Slag
WAARSCHUWING! Laat de batterijdoos niet ontladen achter. Op de duur zal deze
zijn lading verliezen. Als u de batterijdoos niet gebruikt, moet u deze eens in de drie
maanden opladen om de levensduur te verlengen. Doet u dat niet, dan zult u de bat-
terijdoos in de toekomst niet meer kunnen opladen.
OPMERKING: Het opladen van de batterij wordt gestopt als de temperatuur of de bat-
terijspanning te hoog is.
De batterijdoos opladen
U moet de batterijdoos opladen voordat u uw notebook onderweg kunt gebruiken. Zodra de notebook op
een externe voedingsbron is aangesloten via de voedingsadapter, wordt het opladen van de batterijdoos
gestart. Laat de batterijdoos volledig opladen voordat u deze voor de eerste maal gebruikt. Een nieuwe
batterijdoos moet volledig worden opgeladen voordat u de notebook loskoppelt van de externe voeding.
Het volledig opladen van de batterij duur enkele uren wanneer de notebook is UITGESCHAKELD en
kan tweemaal zo lang duren wanneer de notebook is INGESCHAKELD. Het laadlampje van de batterij
wordt UITGESCHAKELD wanneer de batterijdoos is opgeladen.
27
Aan de Slag 3
BELANGRIJK! Om de harde schijf te beschermen moet u altijd minstens 5 seconden
wachten nadat u uw notebook hebt UITGESCHAKELD voordat u het apparaat opnieuw
INSCHAKELT.
BELANGRIJK! Gebruik de nooduitschakeling niet terwijl gegevens worden geschreven
aangezien dit kan resulteren in verlies of vernietiging van uw gegevens.
Nooduitschakeling
Als uw besturingssysteem niet correct kan worden UITGESCHAKELD of niet opnieuw kan worden
opgestart, zijn er twee andere manieren om uw notebook uit te schakelen:
TIP: Gebruik een paperclip die u hebt
recht geplooid om de uitschakelknop
in te drukken.
(1) de voedingsknop
gedurende 4 seconden ingedrukt houden of (2) de knop Afsluiten
indruk-
ken.
Voedingsopties
Met de hoofdschakelaar kunt u de notebook AAN- en UITZETTEN en de notebook in de slaapstand of
op Sluimerstand zetten. Het werkelijke gedrag van deze schakelaar kunt u instellen in de opties voor
“Energiebeheer” in het Conguratiescherm van Windows.
Voor andere opties “Andere gebruiker, Opnieuw opstarten, Slaapstand of
Afsluiten” klikt u op het pijltje naast het slotpictogram.
Hardwarematig of softwarematig opnieuw
opstarten
Nadat u wijzigingen hebt aangebracht aan uw besturingssysteem, kunt
u worden gevraagd het systeem opnieuw op te starten. Sommige instal-
latieprocessen zullen een dialoogvenster weergeven dat kan worden gebruikt om opnieuw op te starten.
Om het systeem handmatig te opnieuw opstarten, kiest u Opnieuw opstarten.
28
3 Aan de Slag
Beheer thermische energie
Er zijn drie methoden voor energiebeheer om de thermische status van de notebook te beheren. Dit ener-
giebeheer kan niet door de gebruiker worden gedenieerd en moet bekend zijn in het geval de notebook
naar een van deze statussen gaat. De volgende temperaturen staan voor de temperatuur van de behuizing
(niet van de CPU).
De ventilator wordt INGESCHAKELD voor een actieve koeling wanneer de temperatuur de hoogste
veiligheidslimiet bereikt.
De CPU-snelheid neemt af voor passieve koeling wanneer de temperatuur de hoogste veiligheidslimiet
overschrijdt.
Het systeem wordt uitgeschakeld voor kritieke koeling wanneer de temperatuur de maximale hoogste
veiligheidslimiet overschrijdt.
De slaapstand en Sluimerstand
De instellingen voor het energiebeheer vindt u in Windows > Congura-
tiescherm > Energiebeheer. Onder Systeeminstellingen vindt u Slaap-
stand/Sluimerstandof “Afsluiten” voor het afsluiten van het beeldscherm
of het indrukken van de hoofdschakelaar. “Slaapstand” en “Sluimerstand
besparen energie als de notebook niet in gebruik is doordat sommige on-
derdelen worden uitgeschakeld. Wanneer u uw werk hervat, zal uw laatste
status (zoals een document dat halverwege omlaag werd gescrolld of een
e-mail die half is ingevoerd) opnieuw verschijnen alsof u het scherm nooit
hebt verlaten. “Afsluitenzal alle toepassingen sluiten en u vragen of u uw
werk wilt opslaan als dat nog niet gebeurd is.
Slaapstands hetzelfde als Stand-by naar RAM (STR). Deze functie slaat
uw huidige gegevens en status op in het RAM-geheugen terwijl meerdere
onderdelen zijn UITGESCHAKELD. Omdat RAM een vluchtig geheugen
is, is er voeding nodig om de gegevens te behouden (vernieuwen). Klik op
Starten en op het pijltje naast het slotpictogram om deze optie te zien. U
kunt ook de sneltoets [Fn F1] gebruiken om deze modus te activeren. U
herstelt met een willekeurige toets behalve [Fn]. (OPMERKING: de voed-
ingsindicator knippert in deze stand.)
Sluimerstand is hetzelfde als Stand-by naar schijf (STD) en slaat uw huidige gegevens en status op naar
de harde schijf. Hierdoor hoeft het RAM-geheugen niet periodiek worden vernieuwd en wordt het energiev-
erbruik aanzienlijk verlaagd, maar niet volledig uitgeschakeld omdat bepaalde activeringselementen zoals
LAN, voeding moeten blijven krijgen. “Sluimerstandbespaart meer energie in vergelijk met Slaapstand”.
Klik op Starten en op het pijltje naast het slotpictogram om deze optie te zien.
U herstelt door de hoofd-
schakelaar in te drukken. (OPMERKING: de voedingsindicator is UIT in deze modus.)
Energiebeheerstanden
De notebook heeft een aantal automatische of aanpasbare energiebesparingsfuncties waarmee u de maximale
levensduur van de batterij kunt benutten en de totale eigendomskosten (TCO) kunt verlagen. Sommige
van deze functies kunnen via het menu Power in de BIOS Setup worden beheerd. De instellingen voor het
ACPI-energiebeheer kunnen via het besturingssysteem worden aangepast. De functies voor het energiebeheer
zijn ontwikkeld om zoveel mogelijk stroom te besparen door de componenten zo vaak mogelijk in een lage
verbruiksstand te plaatsen maar op aanvraag de volledige werking toe te staan.
29
Aan de Slag 3
Speciale toetsenbordfuncties
Gekleurde sneltoetsen
Hieronder vindt u de omschrijving van de gekleurde sneltoetsen op het toetsenbord van
de notebook. De gekleurde opdrachttoetsen zijn alleen toegankelijk door de functietoets
ingedrukt te houden terwijl u op een toets met een gekleurde opdracht drukt.
OPMERKING: De locaties van de sneltoetsen op de functietoetsen kunnen variëren
afhankelijk van het model, maar de functies moeten dezelfde blijven. Volg de picto-
grammen in de plaats van de functietoetsen.
Pictogram “Zz” (F1): Plaatst de notebook in stand-by (Opslaan-naar-RAM of Opslaan-
naar-schijf afhankelijk van de instelling van de slaapstandknop in de instelling van het
energiebeheer).
Radiotoren (F2): Alleen draadloze modellen: Schakelt het
interne draadloze LAN of de Bluetooth (op geselecteerde
modellen) AAN of UIT met een OSD-scherm. Wanneer
deze functie is ingeschakeld, licht de overeenkomstige draadloze indicator op. De software-
instellingen van Windows zijn nodig om het draadloos LAN of Bluetooth te gebruiken.
Enveloppictogram (F3):
met deze knop start u de e-mailtoepassing terwijl Windows actief is.
“e”-pictogram (F4):
met deze knop start u de internetbrowser terwijl Windows actief is.
Pictogram volle zon (F5):
Verlaagt de helderheid van het beeldscherm
Pictogram lege zon (F6):
Verhoogt de helderheid van het beeldscherm
LCD-pictogram (F7): Schakelt het beeldschermpaneel AAN en UIT. (Bij sommige
modellen wordt het venster uitgerekt zodat het hele scherm wordt gebruikt als er een
lage resolutie is ingesteld.)
Pictogrammen LCD/Monitor (F8): Schakelt tussen het LCD-scherm van de
notebook en een externe monitor in deze volgorde: LCD notebook -> Externe
monitor -> Beide. (Deze functie werkt niet in 256 kleuren. Selecteer hoge kleuren
in de instellingen voor de beeldschermeigenschappen.) OPMERKING: vóór
het opstarten is een verbinding met een externe monitor nodig.
Doorgestreept aanraakpad (F9): hiermee wordt het aanraakpad VER-
GRENDELD (uitgeschakeld) en ONTGRENDELD (ingeschakeld). Door het
aanraakpad te vergrendelen kunt u niet onopzettelijk de cursor tijdens het typen
verplaatsen. U kunt dit het beste gebruiken als u een extern aanwijsapparaat
als muis gebruikt. OPMERKING: sommige modellen hebben een indicator
tussen de touchpad-knoppen die oplichten wanneer het touchpad is ONTGRENDELD (inge-
schakeld) en niet oplichten wanneer het touchpad is VERGRENDELD (uitgeschakeld).
ON OFF
PUSH
30
3 Aan de Slag
Luidsprekerpictogrammen (F10):
Schakelt de luidsprekers AAN en UIT (alleen bij Windows besturingssystemen)
Pictogram Luidspreker stiller (F11):
Verlaagt het luidsprekervolume (alleen bij Windows besturingssystemen)
Pictogram Luidspreker luider (F12):
Verhoogt het luidsprekervolume (alleen bij Windows besturingssystemen)
Num Lk (Ins): Schakelt het numerieke toetsenblok (NumLock) AAN en UIT. Hier-
mee kunt u een groter gedeelte van het toetsenbord gebruiken voor het invoeren van
numerieke toetsen.
Scr Lk (Del):Schakelt de “Scroll Lock” AAN en UIT. Hiermee kunt u een groter
gedeelte van het toetsenbord gebruiken voor het navigeren door de verschillende
cellen.
Fn+C: Schakelt de functie “Splendid Video Intel-
ligent Technology” IN en UIT. Hiermee kunt u
schakelen tussen de verschillende kleurverbeter-
ingsstanden van het beeldscherm om het contrast, de helderheid, de tint van de skin en de
kleurverzadiging voor rood, groen en blauw onafhankelijk aan te passen. U ziet de huidige
modus in het OSD (on-screen display).
Fn+V: schakelt naar de softwaretoepassingLife Frame”.
Fn+T: schakelt naar de softwaretoepassing “Power For Phone”.
Power4Gear eXtreme (Fn+Spatiebalk): met deze
toets schakelt u tussen de verschillende standen
voor energiebesparing. Dit heeft invloed op veel
aspecten van de notebook waar het gaat om het
beste compromis tussen prestaties en levensduur van de batterij. Door het voedingsadapater
aan te sluiten of te verwijderen, schakelt het systeem automatisch tussen wisselstroom- en
batterijvoeding. U ziet de huidige modus in het OSD (on-screen display).
Gekleurde sneltoetsen (Vervolg)
ON OFF
PUSH
31
Aan de Slag 3
Toetsenbord als cursor
Het toetsenbord kan worden gebruikt als cursor wanneer de Ci-
jfervergrendeling (NumLock) is IN- of UITGESCHAKELD om
de navigatie te vergemakkelijken bij het invoeren van numerieke
gegevens in rekenbladen of gelijkaardige toepassingen.
Druk op [Fn] terwijl de NumLock UIT is. Hierdoor wordt een
van de onderstaande cursortoetsen weergegeven. Bijvoorbeeld
[Fn][8] voor omhoog, [Fn][K] voor omlaag, [Fn][U] voor links en
[Fn][O]voor rechts.
Gebruik [Shift] en een van de onderstaande cursortoetsen terwijl de NumLock AAN is. Bijvoorbeeld
[Shift][8] voor omhoog, [Shift][K] voor omlaag, [Shift][U] voor links en [Shift][O] voor rechts.
Toetsenbord als numeriek toetsenblok
Het numerieke toetsenblok is verwerkt in het toetsenbord en
bestaat uit 15 toetsen die het invoeren van cijfers gemakkelijker
maken. Deze toetsen met dubbele functie zijn in het oranje aange-
geven op de toetsenkapjes. De numerieke toewijzingen bevinden
zich in de rechterbovenhoek van elke toets, zoals weergegeven in
de afbeelding. Als het numerieke toetsenblok wordt geactiveerd
door op [Fn][Ins/Num LK] te drukken, licht de LED van de cijfer-
vergrendeling op. Als een extern toetsenbord wordt aangesloten,
kunt u op het externe toetsenbord op [Ins/Num LK] drukken om
de NumLock op beide toetsenborden tegelijk in/uit te schakelen. Om het numerieke toetsenblok uit te
schakelen terwijl het toetsenblok op het externe toetsenblok is geactiveerd, drukt u op de notebook op
de toetsen [Fn][Ins/Num LK] .
Microsoft Windows-toetsen
Het toetsenbord bevat twee speciale Windows-toetsen, zoals hieronder beschreven.
De toets met het Windows-logo activeert het menu Start dat zich onderaan links op het bureaublad
van Windows bevindt.
De andere toets die eruitziet als een Windows-menu met een kleine cursor, activeert het menu
Eigenschappen en heeft hetzelfde effect als het klikken met de rechtermuisknop op een Win-
dows-object.
OPMERKING: De pijlsymbolen worden hier ter informatie afgebeeld. Ze worden niet
aangegeven op het toetsenbord zoals hier weergegeven.
32
3 Aan de Slag
Schakelaars en statusindicators
Schakelaars
ON OFF
PUSH
Knop InstantFun PLUS
Wanneer u op deze knop drukt, worden een multimediaspeler gestart om dvds, vcds, videos,
foto’s of televisieprogrammas te bekijken (wanneer een tv-tuner is geïnstalleerd) of om muziek-
cd’s of -bestanden te beluisteren.
Toets Power4Gear eXtreme
Met deze toets schakelt u tussen de verschillende standen voor en-
ergiebesparing. Dit heeft invloed op veel aspecten van de notebook
waar het gaat om het beste compromis tussen prestaties en levens-
duur van de batterij. Door het voedingsadapater aan te sluiten of te
verwijderen, schakelt het systeem automatisch tussen wisselstroom- en batterijvoeding. De geselecteerde
modus wordt op het scherm getoond.
Knop Touchpad vergrendelen
Wanneer u op deze knop drukt, wordt de ingebouwde touchpad vergrendeld (uitgeschakeld). Wanneer u
de touchpad vergrendelt, kunt u voorkomen dat u de cursor per ongeluk verplaatst tijdens het typen. Deze
functie wordt het best gebruikt met een externe muis (aanwijsapparaat). Om het touchpad te ontgrendelen
(in te schakelen), drukt u deze knop opnieuw in.
Knop Splendid (bij sommige modellen)
Schakelt de functie “Splendid Video Intelligent Technology”
IN en UIT. Hiermee kunt u schakelen tussen de verschillende
kleurverbeteringsstanden van het beeldscherm om het contrast, de
helderheid, de tint van de skin en de kleurverzadiging voor rood,
groen en blauw onafhankelijk aan te passen. De geselecteerde modus wordt op het scherm weergegeven.
Knop Internet starten
Wanneer u op deze knop drukt wordt uw internetbrowser opgestart terwijl Windows actief is.
Hoofdschakelaar
Met de hoofdschakelaar kunt u de notebook IN- en UITSCHAKELEN en in de slaapstand of
op Sluimerstand zetten. Het gedrag van de hoofdschakelaar is afhankelijk van de instelling in
het Energiebeheer van het Conguratiescherm van Windows.
Schakelaar draadloos
Alleen voor draadloze modellen. Schakelt het interne draadloze LAN of Bluetooth (bij
sommige modellen) IN en UIT met een weergave op het scherm. Indien ingeschakeld, zal
de daarmee overeenkomende draadloze indicator oplichten. Instellingen van Windows zijn
nodig om het draadloze LAN of Bluetooth te gebruiken.
33
Aan de Slag 3
Indicator batterijvermogen
De indicator voor het batterijvermogen is een LED dat de status van het batterijvermogen als volgt
weergeeft:
AAN: De batterij van de notebook wordt opgeladen terwijl de wisselstroom is aangesloten.
Uit: De batterij van de notebook is opgeladen of volledig leeg.
Knipperend: Het batterijvermogen is minder dan 10% en de wisselstroom is niet aangesloten.
Indicator draadloos LAN
Dit is alleen van toepassing voor modellen met een ingebouwd draadloos LAN. Wan-
neer het ingebouwde draadloze LAN is ingeschakeld, zal deze indicator oplichten. (De
instellingen van de Windows-software is vereist.)
Bluetooth-indicator
Deze indicator is alleen van toepassing voor modellen met interne Bluetooth (BT). De
indicator zal oplichten om aan te geven dat de geïntegreerde Bluetooth-functie (BT) van
de notebook is geactiveerd.
Voedingsindicator
De voedingsindicator licht op wanneer de notebook wordt INGESCHAKELD en knippert langzaam
wanneer de notebook in de “Suspend-to-Ram”-modus (Slaapmodus) is. Deze indicator is UIT wan-
neer de notebook is UITGESCHAKELD of in de modus Suspend-to-disk (stand-bymodus) is.
Statusindicators
Voorzijde
ON OFF
PUSH
34
3 Aan de Slag
Statusindicators (Vervolg)
ON OFF
PUSH
Bovenkant
Num-Lock-indicator
Wanneer deze indicator is opgelicht, geeft dit aan dat de cijfervergrendeling [Num Lk]
geactiveerd is. Met de cijfervergrendeling kunnen bepaalde letters op het toetsenbord
worden gebruikt als cijfertoetsen zodat het invoeren van numerieke gegevens gemak-
kelijker verloopt.
Caps-Lock-indicator
Wanneer deze indicator is opgelicht, geeft dit aan dat de hoofdlettervergrendeling [Caps
Lock] geactiveerd is. Met de hoofdlettervergrendeling kunnen sommige letters op het
toetsenbord in hoofdletters worden getypt (bijv. A, B, C). Wanneer de indicator van
de hoofdlettervergrendeling UIT is, zullen de getypte letters in kleine letters worden
weergegeven (bijv. a, b, c).
Scroll Lock-indicator
Wanneer deze indicator is opgelicht, geeft dit aan dat de scrollvergrendeling [Scrl Lk]
is geactiveerd. Met Scroll lock kunnen sommige letters op het toetsenbord werken als
richtingstoetsen zodat u gemakkelijker kunt navigeren wanneer slechts een deel van het
toetsenbord nodig is, zoals bij het spelen van games.
Indicator schijfactiviteit
Geeft aan dat de notebook toegang heeft tot een of meer opslagapparaten, zoals de harde
schijf. De lamp knippert evenredig met de toegangsduur.
35
Aan de Slag 3
CD afspelen/pauzeren
Wanneer de CD gestopt is, wordt deze opnieuw afgespeeld.
Wanneer de CD bezig is met afspelen, wordt het afspelen gepauzeerd.
CD stoppen
Wanneer de cd is gestopt: werpt de cd-lade uit.
Tijdens het afspelen van de cd: stopt het afspelen van de cd.
CD vooruitspoelen naar volgend nummer (snel vooruitspoelen) en
audiovolume verhogen
Tijdens het afspelen van de cd, heeft deze knop twee functies:
Nummer: Eenmaal indrukken om tijdens het afspelen van de cd naar het volgende nummer te
gaan.
Audio: houd de knop ingedrukt om het geluidsvolume te verhogen.
Bedieningsknoppen audiovolume
Fn + luidsprekerpictogrammen (F10): Schakelt het audiovolume IN en UIT
Fn + Pictogram Luidspreker stiller (F11): verlaagt het audiovolume
Fn + Pictogram Luidspreker luider (F12): verhoogt het audiovolume
Multimediabedieningstoetsen (bij sommige modellen)
Met de multimediabedieningstoetsen kunt u de multimediatoepassing probleemloos besturen. Hieronder
vindt u een omschrijving van de betekenis van elke multimediabedieningstoets op de notebook.
CD terugspoelen naar vorig nummer (terugspoelen) en audiovolume
verlagen
Tijdens het afspelen van de cd, heeft deze knop twee functies:
Nummer: wanneer u deze knop de eerste maal indrukt, wordt het huidige nummer opnieuw gestart.
Wanneer u de knop de tweede maal indrukt, keert de cd terug naar het vorige nummer.
Audio: houd de knop ingedrukt om het geluidsvolume te verlagen.
Gebruik de [Fn]-toets in combinatie met de pijltoetsen voor de cd-bedieningsfuncties.
36
3 Aan de Slag
37
4. De notebook gebruiken
Aanwijsapparaat
Opslagapparaten
Uitbreidingskaart
Optisch station
Flashgeheugenkaartlezer
Harde schijf
Geheugen (RAM)
Aansluitingen
Modemverbinding
Netwerkverbinding
Draadloze LAN-verbinding (bij sommige modellen)
Draadloze netwerkverbinding Windows
Draadloze Bluetooth-verbinding (bij sommige modellen)
Trusted Platform Module (TPM) (bij sommige modellen)
Vingerafdrukregistratie (bij sommige modellen)
3G Watcher-software
OPMERKING: foto’s en pictogrammen in deze handleiding dienen alleen voor artistiek
doeleinden en tonen niet wat er werkelijk in het product wordt gebruikt.
38
4 De notebook gebruiken
BELANGRIJK! Gebruik geen objecten in plaats
van uw vinger om het aanraakpad te gebrui-
ken, anders kan er schade optreden aan het
oppervlak van het aanraakpad.
Aanwijsapparaat
Het geïntegreerde aanraakpad van de notebook is
volledig compatibel met alle PS2-muizen met twee/
drie knoppen en een scrollwieltje. Het aanraakpad is
drukgevoelig en bevat geen bewegende delen. Hier-
door kunnen mechanische defecten worden vermeden.
Voor het werken met bepaalde toepassingen, is echter
nog steeds een apparaatstuurprogramma vereist.
Het aanraakpad gebruiken
U hoeft alleen een lichte druk uit te oefenen met uw
vinger om het aanraakpad te gebruiken. Omdat het aan-
raakpad elektrostatisch gevoelig is, mag u geen objecten
gebruiken in de plaats van uw vingers. De primaire
functie van het aanraakpad is het bewegen van de cursor
of het selecteren van de items die op het scherm zijn
weergegeven door middel van uw vingertoppen in plaats
van een standaard computermuis. De volgende afbeeld-
ingen tonen het correcte gebruik van het aanraakpad.
De cursor verplaatsen
Plaats uw vinger in het midden van het aanraakpad en
schuif uw vinger in een richting om de cursor te verplaatsen.
Scrollen (bij sommige modellen)
Schuif uw vinger aan de rechterzijde omhoog of
omlaag om naar een hoger of lager gelegen venster
te scrollen.
Schuiven op de vingerafdrukscanner
Nadat de software is ingesteld, kunt u de vingeraf-
drukscanner gebruiken als een scrollwiel zoals op
een muis.
OPMERKING: Een scrollfunctie die
door de software wordt bestuurd is
beschikbaar nadat u het aanraakpad
heb ingesteld voor een gemakkelijke
Windows- of webnavigatie.
Cursor
verplaatsen
Rechts klikken
Links klikken
Vingerafdruk-
scanner / scroll
Schuifgebied
Vinger naar voor
schuiven
Vinger naar
links schuiven
Vinger naar achter
schuiven
Vinger naar
rechts schuiven
ON OFF
PUSH
Omhoog
scrollen
Omlaag
scrollen
39
De notebook gebruiken 4
Dubbelklikken/dubbeltikken - dit is een gebruikelijke manier om een programma rechtstreeks via het
overeenkomstige pictogram dat u hebt geselecteerd, te starten. Plaats de cursor op het pictogram dat u
wilt uitvoeren, druk op de linkerknop of tik snel achtereenvolgens tweemaal op het pad. Het systeem zal
het overeenkomstige programma starten. Als het interval tussen het klikken of tikken te lang is, zal de
bewerking niet worden uitgevoerd. U kunt de dubbelkliksnelheid instellen via het Conguratiescherm
van Windows onder “Muis”. De volgende 2 voorbeelden leveren hetzelfde resultaat op.
Druk tweemaal op de linkerknop
en laat deze los.
Tik tweemaal licht, maar snel op
het aanraakpad.
Druk op de linkercursorknop en
laat deze los.
Tik licht, maar snel op het aan-
raakpad.
Afbeeldingen gebruik aanraakpad
Klikken/tikken - Druk, terwijl de cursor op een item staat, op de linkerknop of gebruik uw vingertop om
het aanraakpad licht aan te raken en houd uw vinger op het aanraakpad tot het item is geselecteerd. De kleur
van het geselecteerde item zal veranderen. De volgende 2 voorbeelden leveren hetzelfde resultaat op.
Klikken
Tikken
Dubbel-
klikken
Dubbel-
tikken
Slepen - Slepen betekent dat u een item opneemt en het op een willekeurige plaats op het scherm neerzet.
Plaats de cursor op het item dat u hebt geselecteerd. Verplaats de cursor, terwijl u de linkerknop ingedrukt
houdt, naar de gewenste locatie. Laat de knop los. U kunt ook gewoon dubbeltikken op het item en uw
vinger op het aanraakpad houden terwijl u het item met uw vingertop sleept. De volgende afbeeldingen
leveren hetzelfde resultaat op.
Houd de linkerknop ingedrukt en schuif uw
vinger op het aanraakpad.
Tik tweemaal licht op het aanraakpad en
schuif uw vinger over het aanraakpad tijdens
de tweede tik.
Slepen-
klikken
Slepen-
tikken
40
4 De notebook gebruiken
OPMERKING: Het aanraakpad reageert op beweging en niet op kracht. Het is niet nodig
hard te tikken op het oppervlak. Als u te hard tikt, zal dit de reactie van het aanraakpad
niet verbeteren. Het aanraakpad reageert het beste op lichte druk.
Onderhoud van het aanraakpad
Het aanraakpad is drukgevoelig. Als u het niet met voldoende zorg gebruikt, kan het gemakkelijk schade
oplopen. Houd rekening met de volgende voorzorgsmaatregelen.
• Zorg ervoor dat het aanraakpad niet in contact komt met vuil, vloeistoffen of vet.
• Raak het aanraakpad niet aan als uw vingers vuil of nat zijn.
• Plaats geen zware objecten op het aanraakpad of op de knoppen van het aanraakpad.
• Zorg ervoor dat u met uw vingernagels of harde objecten geen krassen maakt op het aanraakpad.
Aanraakpad automatisch uitschakelen
Windows kan het aanraakpad van de notebook automatisch uitschakelen als er een externe USB-muis
wordt aangesloten. Deze mogelijkheid is gewoonlijk UIT. Om de functie IN te schakelen, selecteert u in
Windows de optie Conguratiescherm > Eigenschappen van Muis> Apparaatinstellingen.
Selecteer deze optie om deze functie in te
schakelen.
Zoek Muiseigenschappen in het “Configuraties-
cherm”.
41
De notebook gebruiken 4
Opslagapparaten
Dankzij de opslagapparaten kan de notebook documenten, foto’s en andere bestanden lezen van of
schrijven naar verschillende gegevensopslagapparaten. Deze notebook beschikt over de volgende opsl-
agapparaten:
• Uitbreidingskaart
Optisch station
Flashgeheugenkaartlezer
Harde schijf
Uitbreidingskaart
Er is een 26-pins Express-kaartsleuf beschikbaar voor één ExpressCard/34mm of één
ExpressCard/54mm uitbreidingskaart. Deze nieuwe interface is sneller door het gebruik
van een seriële bus met ondersteuning van USB 2.0 en PCI Express in plaats van de tragere
parallelle bus in de PC-kaartsleuf. (Niet compatibel met vroegere PCMCIA-kaarten.)
Een uitbreidingskaart plaatsen
1. Als de ExpressCard-socket is afgedekt, kunt u
de klep verwijderen met behulp van de onder-
staande richtlijnen onder “Een ExpressCard
verwijderen”.
2. Plaats de ExpressCard met de kant van de
connector eerst en het label omhoog gericht.
Standaard ExpressCards zullen één lijn vor-
men met de notebook wanneer ze volledig in
de sleuf zijn gestopt.
3. Sluit alle kabels of adapters die nodig zijn
voor de ExpressCard voorzichtig aan. Con-
nectors kunnen doorgaans slechts in één
richting worden geplaatst. Zoek de sticker, het
pictogram of de markering op een zijde van
de connector waarmee de bovenzijde wordt
aangegeven.
Een uitbreidingskaart
verwijderen
De ExpressCard-sleuf heeft geen uitwerpknop.
Duw de ExpressCard naar binnen en laat deze los
om de kaart uit te werpen. Trek de uitgeworpen
ExpressCard voorzichtig uit de socket.
Zorg ervoor de
ExpressCard recht is
wanneer u deze plaatst.
42
4 De notebook gebruiken
Optisch station
Een optische schijf plaatsen
1. Druk op de uitwerpknop van het station
terwijl de notebook is INGESCHAKELD.
De schijade zal gedeeltelijk worden uitge-
worpen.
2. Trek voorzichtig aan het voorpaneel van het
station en schuif de lade volledig uit. Zorg
ervoor dat u de lens en andere mechanismen
van het cd-station niet aanraakt. Controleer of
er geen zaken zijn die onder de lade van het
station kunnen geblokkeerd raken.
3. Houd de schijf vast bij de rand met de bed-
rukte zijde van de schijf omhoog gericht.
Duw aan beide zijden van het midden van
de schijf tot deze op de hub klikt. Wanneer
de schijf correct geplaatst is, moet de hub
hoger zijn dan de schijf.
4. Duw de lade opnieuw naar binnen. Het station
zal beginnen met het lezen van de inhoudsop-
gave (TOC) van de schijf. Wanneer het station
stopt, is de schijf klaar voor gebruik.
OPMERKING: Het is normaal dat u hoort en voelt dat de cd aan hoge snelheid in het
cd-station draait terwijl de gegevens worden gelezen.
43
De notebook gebruiken 4
Er moet altijd een stationsletter voor het cd-station beschikbaar zijn, ongeacht of er al dan niet een cd in het
station aanwezig is. Nadat de cd correct is geplaatst, zijn de gegevens op dezelfde manier toegankelijk als bij
harde schijven. In dit geval kan er echter niets op de cd worden geschreven of kunnen er geen wijzigingen
worden aangebracht. Met de geschikte sofware kunt u met een CD-RW- of DVD+CD-RW-station CD-RW-
schijven gebruiken als een harde schijf voor het schrijven, verwijderen en bewerken van bestanden.
Alle optische stations met hoge snelheid kunnen trillen door cd’s die niet volledig recht zijn of door de
bedrukking op de cd. Om het trillen te verminderen, is het aangeraden de notebook op een effen oppervlak
te gebruiken en geen labels op de cd aan te brengen.
Audio-cd’s beluisteren
De optische stations kunnen audio-cd’s afspelen, maar audio-dvds kunnen alleen door dvd-romstations
worden afgespeeld. Plaats de audio-cd. Windows zal automatisch een audiospeler openen en het afspelen
starten. Afhankelijk van de audio-dvd en de geïnstalleerde software, is het mogelijk dat u een dvd-speler
zult moeten openen om dvd-audio te beluisteren. U kunt het volume aanpassen met de sneltoetsen of via
het luidsprekerpictogram van Windows in de taakbalk.
WAARSCHUWING! Als de cd-schijf niet correct op de centrale hub is vergrendeld,
kan de cd worden beschadigd wanneer de lade wordt gesloten. Houd de cd altijd
nauwkeurig in het oog terwijl u de lade langzaam sluit om schade te voorkomen.
Het optische station gebruiken
Optische schijven en apparatuur moeten voorzichtig worden behandeld omwille van de precieze mechanische
elementen. Houd rekening met de belangrijke veiligheidsinstructies van uw cd-leveranciers. In tegenstell-
ing tot optische stations van desktopcomputer, gebruikt de notebook een hub om de cd, ongeacht de hoek
waarin deze is geplaatst, op zijn plaats te houden. Wanneer u een cd plaatst, is het belangrijk dat de cd op
de centrale hub is gedrukt, anders zal de optische schijade de cd krassen.
Optisch station (Vervolg)
Een optische schijf verwijderen
Werp de lade uit en duw de rand van de schijf
voorzichtig omhoog in een kleine hoek om de
schijf los te maken van de hub.
Nooduitwerpknop
De nooduitwerpknop bevindt zich in een gaatje in
het optisch station en wordt gebruikt om de optische
schijade uit te werpen als het elektronisch uitwerpen
niet werkt. Gebruik de nooduitwerpopening niet in de
plaats van het elektronisch uitwerpen. Opmerking:
Zorg ervoor dat u niet prikt in de activiteitenindi-
cator die zich in hetzelfde gebied bevindt.
Werkelijke locatie zal
variëren afhankelijk
van het model.
44
4 De notebook gebruiken
BELANGRIJK! Verwijder de kaarten nooit tijdens of onmiddellijk na het lezen, kopiëren,
formatteren of verwijderen van gegevens op de kaart, anders kunnen de gegevens
verloren gaan.
Flashgeheugenkaartlezer
Een PCMCIA-geheugenkaartlezer moet normaal afzonderlijk worden aangeschaft om geheugenkaarten
van apparaten zoals digitale camera’s, MP3-speler, mobiele telefoons en PDAs te gebruiken. Deze
notebook heeft een ingebouwde geheugenkaartlezer die veel verschillende soorten ashkaarten kan
lezen, zoals in onderstaand voorbeeld. De ingebouwde geheugenkaartlezer is niet alleen handig, maar
ook sneller dan de meeste andere typen geheugenkaartlezers omdat dit type de PCI-bus met hoge band-
breedte gebruikt.
BELANGRIJK! De compatibiliteit van de ashgeheugenkaarten is afhankelijk van
het model van de notebook en de specicaties van de ashgeheugenkaart. Deze
specicaties veranderen voortdurend zodat de compatibiliteit zonder kennisgeving
kan veranderen.
Voorbeelden van ashgeheugenkaarten
WAARSCHUWING! Om verlies van gegevens te vermijden, gebruikt
u “Hardware veilig verwijderen” op de taakbalk voordat u de ash-
geheugenkaart verwijdert.
Memory Stick Duo/Pro/Duo Pro/MG (with MS adapater)
Memory Stick (MS)
Memory Stick Magic Gate (MG)
Memory Stick Select
SD (Secure Digital)
MiniSD (with SD adapter)
Memory Stick Micro (with MS adapter)
xD Picture Card
MMC (Multimedia Card)
MMC Plus
RS-MMC (Reduced Size) (with MMC adapter)
45
De notebook gebruiken 4
Harde schijfcompartiment
De harde schijf is veilig ingesloten in een comparti-
ment. Raadpleeg een bevoegd onderhoudscentrum
of een verkoper voor informatie over het upgraden
van de harde schijf van de notebook. Koop uitslui-
tend harde schijven bij bevoegde verkopers van
deze notebook om zeker te zijn van de maximale
compatibiliteit en betrouwbaarheid.
Harde schijf
Harde schijven hebben een veel grotere capaciteit en werken veel sneller dan diskette-
en optische stations. De notebook is voorzien van een verwisselbare harde schijf.
Moderne harde schijven ondersteunen S.M.A.R.T. (Self Monitoring and Reporting
Technology) om fouten of defecten aan de harde schijf te detecteren voordat ze optreden.
Wordt een harde schijf vervangen of opgewaardeerd, raadpleeg dan steeds een bevoegd
servicecentrum of een wederverkoper voor deze notebook.
BELANGRIJK! Als u de notebook niet met zorg behandeld, kan uw harde schijf schade
oplopen. Ga voorzichtig om met de notebook en houdt het apparaat uit de buurt van
statische elektriciteit en krachtige trillingen of schokken. De harde schijf is de meest
delicate component en zal zeer waarschijnlijk het eerste en enige onderdeel zijn dat
wordt beschadigd als u de notebook hebt laten vallen.
De harde schijf verwijderen:
De harde schijf installeren:
1
2
2
3
1
2
3
1
-2 -1
1
2
5
7
3
4
8
6
5
46
4 De notebook gebruiken
3
Het geheugencompartiment biedt uitbreidingsmo-
gelijkheden voor extra geheugen. Neem contact op
met een erkend onderhoudscentrum of verkoper
voor informatie over de geheugenupgrade van uw
notebook. Koop de uitbreidingmodules uitsluitend
bij erkende verkopers van deze notebook zodat u
zeker bent van een maximale compatibiliteit en
betrouwbaarheid.
Geheugen (RAM)
Extra geheugen verbetert de prestaties van uw toepassingen door het gebruik
van de harde schijf te verminderen. Het BIOS detecteert de hoeveelheid geheugen
in uw systeem automatisch en congureert het CMOS tijdens het POST-proces
(Power-On-Self-Test). Nadat er geheugen is toegevoegd, is er geen hardware- of
software-instelling nodig, ook niet in het BIOS.
Dit is
slechts een
voorbeeld.
(Dit is slechts een voorbeeld.) (Dit is slechts een voorbeeld.)
Een geheugenkaart installeren:
Een geheugenkaart verwijderen:
-2 -1
1
2
5
7
3
4
8
6
8
47
De notebook gebruiken 4
OPMERKING: de ingebouwde modem en het netwerk kunnen niet naderhand als up-
grade worden geïnstalleerd. Na aankoop kunt u een modem en/of netwerk installeren
zoals een uitbreidingskaart.
BELANGRIJK! Omwille van veiligheidsredenen mag u alleen telefoonkabels gebruiken
met een spanning van 26AWG of hoger. (zie Woordenlijst voor meer informatie).
OPMERKING: Wanneer u een verbinding hebt met een on line-service, mag u de note-
book niet in stand-by (of in de slaapstand) zetten, anders wordt de modemverbinding
verbroken.
Aansluitingen
Voorbeeld van de notebook die is aangesloten op een telefoonstekker voor gebruik met een inge-
bouwde modem:
Modemverbinding
De telefoonkabel die wordt gebruikt om de interne modem van de notebook aan te sluiten
moet twee of vier draden hebben (slechts twee draden (telefoonlijn nr.1) worden door de
modem gebruikt) en moet aan beide uiteinden voorzien zijn van een RJ-11-connector.
Sluit het ene uiteinde aan op de modempoort en het andere uiteinde op een wandcon-
tactdoos van een analoge telefoon (zoals het type dat u in woonhuizen vindt). Zodra het
stuurprogramma is geïnstalleerd, is de modem klaar voor gebruik.
DVI
De telefoonaansluiting is
de kleinste van de twee.
Telefoonkabels met
RJ-11-connectors
Wandcontactdoos
telefoon
De telefoonverbinding
is optioneel
48
4 De notebook gebruiken
WAARSCHUWING! Gebruik alleen wandcontactdozen van analoge telefoons. De
geïntegreerde modem biedt geen ondersteuning voor de spanning die in digitale tele-
foonsystemen wordt gebruikt. Sluit de RJ-11 niet aan op digitale telefoonsystemen die
in talrijke commerciële gebouwen worden gebruikt, anders kan er schade optreden!
Voorbeeld van de notebook die is aangesloten op een netwerkhub of –switch voor gebruik met de
ingebouwde ethernetcontroller.
Netwerkverbinding
Sluit een netwerkkabel met aan beide uiteinden RJ-45-connectors aan op de modem-/netwerkpoort van
de notebook en sluit het andere uiteinde aan op een hub of switch. Voor 100 BASE-TX / 1000 BASE-
T-snelheden moet uw netwerkkabel van categorie 5 of hoger zijn (niet categorie 3) met dubbel getwiste
draden. Als u de interface wilt starten aan 100/1000Mbps moet deze aangesloten zijn op een 100 BASE-
TX / 1000 BASE-T-hub (geen BASE-T4-hub). Gebruik getwiste draden van categorie 3, 4 of 5 voor
10Base-T. 10/100 Mbps Full-Duplex wordt door deze notebook ondersteund, maar vereist een aansluiting
op een switching hub voor netwerken met “duplex” ingeschakeld. De softwarestandaard bestaat eruit de
snelste instellingen te gebruiken zodat er geen tussenkomst van de gebruiker is vereist.
1000BASE-t (of Gigabit) wordt slechts ondersteund op geselecteerde modellen.
Getwiste kabel
De kabel die wordt gebruikt om een Ethernetkaart te verbinden met een host
(doorgaans een hub of switch) wordt een recht getwiste ethernetkabel (twisted pair
ethernet, TPE) genoemd. De eindaansluitingen worden RJ-45-connectors genoemd.
Deze zijn niet compatibel met RJ-11-telefoonaansluitingen. Als u twee computers
samen verbindt zonder een hub tussen de computers, is een crossover LAN-kabel
vereist (Snel-ethernetmodel). (Gigabit-modellen ondersteunen automatisch kruisen,
zodat een gekruiste LAN-kabel optioneel is.)
DVI
De LAN-aansluiting is
de grootste van de twee.
Netwerkhub of -switch
Netwerkkabels met RJ-45-connectors
49
De notebook gebruiken 4
Dit zijn voorbeelden van de notebook die is
verbonden met een draadloos netwerk.
Desktopcomputer
PDA
Notebook PC
Toegangspunt
Desktopcomputer
PDA
Notebook PC
Draadloze LAN-verbinding (bij sommige modellen)
Het optionele ingebouwde draadloze LAN is een compacte en gemakkelijk te gebruiken draadloze ether-
netadapter. Met de standaard IEEE 802.11 voor draadloos LAN (WLAN), is het ingebouwde draadloze
LAN geschikt voor snelle overdracht DSSS (Direct Sequence Spread Spectrum) en OFDM (Orthogonal
Frequency Division Multiplexing) bij frequenties van 2,4GHz/5GHz. Het optionele ingebouwde draadloze
LAN is achterwaarts compatibel met oudere IEEE 802.11-standaarden zodat er een naadloze koppeling
mogelijk is van draadloze LAN-standaarden.
Het optionele ingebouwde draadloze LAN is een clientadapter die Infrastructuur- en Adhocmodi onder-
steunt zodat u exibiliteit krijgt op uw bestaande of toekomstige draadloze netwerkconguraties voor
afstanden tot 40 meter tussen de client en het toegangspunt.
Voor een efciënte beveiliging van de draadloze communicatie wordt het optionele ingebouwde draad-
loze LAN geleverd met een 64-bits/128-bits WEP-codering (Wired Equivalent Privacy) en WPA (Wi-Fi
Protected Access).
Ad hocmodus
Met de ad hocmodus maakt de notebook verbinding
met een ander draadloos apparaat. Er is geen toegang-
spunt (AP) nodig in deze draadloze omgeving.
(Alle apparaten moeten zijn voorzien van optionele draadloze
LAN-adapters volgens 802.11.)
Infrastructuurmodus
Met de infrastructuurmodus kunnen de notebook en
andere draadloze apparaten toetreden tot een draadloos
netwerk dat wordt gevormd door een toegangspunt
(AP) (afzonderlijk verkrijgbaar) dat het centrale kop-
pelpunt biedt voor draadloze clients om met elkaar of
met een bekabeld netwerk te communiceren.
(Alle apparaten moeten zijn voorzien van optionele draadloze
LAN-adapters volgens 802.11.)
50
4 De notebook gebruiken
<---
2. Druk herhaaldelijk op [FN F2] tot Draadloos
LAN AAN of WLAN & Bluetooth AAN wordt
weergegeven.
Draadloze netwerkverbinding Windows
Een verbinding maken met een netwerk
4. Klik met de rechtermuisknop op het netwerk-
pictogram en selecteer Verbinden met een
netwerk maken.
3. U ziet het netwerkpictogram “Niet verbon-
den”.
5. Selecteer Draadloos weergeven als er veel
netwerken in de omgeving zijn.
6. Selecteer het draadloze netwerk waarmee u
een verbinding wilt maken.
7. Het kan nodig zijn tijdens de verbinding een
wachtwoord op te geven.
8. Is de verbinding tot stand gekomen, dan ziet
uVerbonden.
2b. Of dubbelklik op het pictogram van de draad-
loze console op de taakbalk en selecteer
Draadloos LAN + Bluetooth of alleen Blue-
tooth.
1. Schakel de draadloze switch IN als dat voor uw model nodig is (zie switches in paragraaf 3).
51
De notebook gebruiken 4
Draadloze Bluetooth-verbinding (op sommige modellen)
Notebooks met Bluetooth-technologie schakelen de behoefte uit aan kabels om een verbinding
te maken met een Bluetooth-apparaat. Voorbeelden van dergelijke apparaten zijn notebooks,
desktopcomputers, mobiele telefoons en PDAs.
Opmerking: heeft uw notebook geen ingebouwde Bluetooth, dan moet u een Bluetooth-
module met USB of ExpressCard gebruiken om Bluetooth te kunnen gebruiken.
Mobiele telefoons met Bluetooth
U kunt draadloos een verbinding maken met uw mobiele telefoon. Afhankelijk van de
mogelijkheden van de mobiele telefoon, kunt u het adresboek, foto’s, geluidsbestanden en
meer overdragen of de telefoon gebruiken als modem om een verbinding te maken met het
internet. U kunt de telefoon ook gebruiken voor SMS-berichten.
Computers of PDAs met Bluetooth
U kunt draadloos een verbinding maken met een andere computer of PDA en bestanden uitwis-
selen, randapparaten delen en internet- en netwerkverbindingen delen. U kunt ook gebruik maken
van een draadloos toetsenbord of een draadloze muis met Bluetooth.
2. Druk herhaaldelijk op [FN F2] tot Draadloos
LAN AAN of WLAN & Bluetooth AAN wordt
weergegeven.
2b. Of dubbelklik op het pictogram van de draadloze
console op de taakbalk en selecteer Draadloos
LAN + Bluetooth of alleen Bluetooth.
1. Schakel de draadloze switch IN als dat voor uw model nodig is (zie switches in paragraaf 3).
Inschakelen en het Bluetooth-hulpprogramma starten
Dit proces kan worden gebruikt om de meeste Bluetooth-apparaten toe te voegen. Zie het aanhangsel
voor het volledige proces.
3. Selecteer in het menu op de taakbalk Een Blue-
tooth-apparaat toevoegen.
3b. Of start Bluetooth-apparaten in het Congurati-
escherm van Windows.
52
4 De notebook gebruiken
Trusted Platform Module (TPM) (bij sommige modellen)
De TPM of Trusted Platform Module (Vertrouwd platform-module) is een beveiligingsapparaat op het
moederbord dat door de computer gegenereerde coderingssleutels zal bevatten. Het is een op hardware
gebaseerde oplossing die u kan helpen aanvallen te verhinderen van hackers die uit zijn op uw wachtwoor-
den en coderingssleutels voor vertrouwelijke gegevens. De TPM biedt de pc of notebook de mogelijkheid
toepassingen veiliger uit te voeren en transacties en communicatie betrouwbaarder te maken.
De beveiligingsfuncties die door de TPM worden geboden, worden intern ondersteund door de volgende
cryptograsche capaciteiten van elke TPM: hashing, willekeurig genereren van nummers, genereren van
asymmetrische sleutels en asymmetrische codering/decodering. Elke individuele TPM op elk individueel
computersysteem heeft een unieke handtekening die wordt geïnitialiseerd tijdens het siliconproduc-
tieproces dat de effectieve betrouwbaarheid en beveiliging nog verbetert. Elke individuele TPM moet
een Eigenaar hebben, voordat de module nuttig is als een beveiligingsapparaat.
TPM-toepassingen
TPM is nuttig voor elke gebruiker die geïnteresseerd is om een extra beveiligingslaag toe te voegen aan
zijn computersysteem. Wanneer de TPM is geleverd met een optioneel beveiligingssoftwarepakket, kan
de module u een algemene systeembeveiliging en mogelijkheden voor bestandsbeveiliging bieden en u
beschermen tegen e-mail/privacyproblemen. TPM helpt u beveiliging te bieden die krachtiger is dan de
beveiliging in de systeem-BIOS, het besturingssysteem of elke niet-TPM-toepassing.
Opmerking: de TPM is standaard uitgeschakeld. Gebruik de BIOS setup om de module
in te schakelen.
TPM-beveiliging inschakelen
Open BIOS Setup (druk op [F2] tijdens het opstarten
van het systeem).
Ga naar de pagina Beveiliging en stel TPM-beveiliging
in op [Ingeschakeld�Ingeschakeld�.
Belangrijk: gebruik de functie “HerstellenHerstellen”
of “Migratie” van uw TPM-toepassing omMigratie” van uw TPM-toepassing om” van uw TPM-toepassing om
een back-up te maken van uw TPM-bev-
eiligingsgegevens.
Belangrijk: de gebruiker moet op de ge-
bruikelijke manier een back-up maken van
uw beveiligde TPM-gegevens.
Beveiligde TPM-gegevens wissen
Wanneer het Supervisorwachtwoord is ingesteld,
verschijnt TPM-beveiliging wissen. Gebruik dit
item om alle gegevens die door TPM zijn beveiligd,
te wissen. (U moet de notebook opnieuw opstarten
nadat u het wachtwoord hebt ingesteld om de optie
voor het wissen van de beveiliging weer te geven.)
53
De notebook gebruiken 4
Vingerafdrukregistratie (bij sommige modellen)
De vingerafdrukscanner kan worden gebruikt voor onmiddellijke en veilige gebrui-
kersvericatie. Hieronder vindt u de instructies voor het instellen van de vingeraf-
drukregistratie.
1. Deze wizard zal automatisch starten wanneer
TPM is ingeschakeld in de BIOS (zie Bijlage).
Klik op Volgende.
2. SelecteerVingerafdrukkenen klik op Volgende.
3. Selecteer een vinger op het schema. Veeg de
overeenkomende vinger langzaam over de
scanner. U moet uw vinger meerdere keren
vegen over de scanner voor de vericatie.
4. U moet minstens twee vingers registreren om
eventuele problemen te voorkomen.
ON OFF
PUSH
54
4 De notebook gebruiken
Vingerafdrukregistratie (bij sommige modellen) (Vervolg)
5. Selecteer een vinger op het scherm en veeg
langzaam met de overeenkomende vinger over
de scanner. U moet uw vinger meerdere keren
vegen over de scanner voor de vericatie. U
moet minstens twee vingers registreren om
eventuele problemen te voorkomen.
6. Klik op Voltooien wanneer u klaar bent.
7. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram
op de taakbalk en selecteer Instellingen en
opties”.
8. Selecteer “Algemene optiesen Enkele aan-
melding en congureer uw voorkeuren.
55
De notebook gebruiken 4
3G Watcher-software
Met de 3G
(1)
Watcher-software kunt u uw notebook aansluiten op draadloze 3G-netwerken die
normaal door mobiele 3G-telefoons worden gebruikt. Wanneer aangesloten, kan uw notebook
een verbinding maken met het internet, net zoals u een draadloos netwerk gebruikt. Er wordt een
snelkoppeling naar de 3G Watcher-toepassing op uw bureaublad geplaatst. Dubbelklik op dit pictogram om
de 3G Watcher-software te starten.
Start de 3G Watcher-
toepassing. Het wachtwoord
van uw SIM-kaart (PIN1) zal
worden gevraagd als u een
wachtwoord hebt ingesteld.
Nadat uw PIN is gecontroleerd, wordt het zoeken van een
3G-netwerk gestart.
Wanneer een 3G-netwerk is gedetecteerd, klikt u op
Verbinden om een draadloze netwerkverbinding te maken.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, verandert de
knop Verbinden in Verbinding verbreken.
Nadat de verbinding is gemaakt, verschijnt een bericht met
de naam van het netwerk.
Wanneer u zich in een gebied bevindt dat draadloze
uitzendingen verbiedt (zoals in een vliegtuig), kunt u Radio
uitschakelen in het vervolgkeuzemenu “Extra”.
Nadat de radio is UITGESCHAKELD, verschijnt een “x” op
de indicator voor de signaalsterkte.
(1)
(zie einde Hoofdstuk 4 voor de denitie)
56
4 De notebook gebruiken
Watcher-venster
Pictogrammen en indicators in het hoofdvenster
Het Watcher-hoofdvenster toont statusinformatie en biedt u de mogelijkheid gegevensverbindingen te
starten en te bewaken of telefoongesprekken te maken en te ontvangen (als de spraak wordt ondersteund
door uw 3G-modem en uw serviceprovider). Het hoofdvenster gebruikt deze indicators.
Apparaatstatus. Als een pictogram van de 3G-modem wordt weergegeven met een “X”, kan
Watcher de 3G-modem niet detecteren. Dit geeft aan dat de 3G-modem niet volledig in de pc-
kaartsleuf is gestopt (in het geval van niet-geïntegreerde modems) of dat de modem is uitge-
schakeld. U kunt dit probleem oplossen door:
De 3G-modem uit te werpen en opnieuw te installeren
De WWAN-schakelaar op uw pc uit en in te schakelen.
Signaalsterkte en servicestatus. Het aantal balken naast de antenne neemt toe (tot maximaal
vijf balken) naarmate de signaalsterkte toeneemt. De knopinfo die wordt weergegeven wan-
neer u de muisaanwijzer boven deze indicator houdt, toont de RSSI (Received Signal Strength
Indication= Indicator sterkte ontvangen signaal) in dBm.
Een antenne met een streep erdoor geeft aan dat er geen service beschikbaar is (niet in dienst).
U bevindt zich buiten het dekkingsgebied of er is onvoldoende signaalsterkte om een GSM-
gegevensverbinding te behouden.
Dekking. Het pictogram toont de snelste service die beschikbaar is.
GPRS-pictogram - GPRS is de snelste service die beschikbaar is in uw huidig
dekkingsgebied.
EDGE-pictogram - EDGE is de snelste service die beschikbaar is in uw huidig
dekkingsgebied. (ondersteund op EDGE 3G-modems)
3G-pictogram - UMTS is de snelste service die beschikbaar is in uw huidig dekkings-
gebied. (ondersteund op UMTS 3G-modems)
HS-pictogram - HSDPA is de snelste service die beschikbaar is in uw huidig
dekkingsgebied. (ondersteund op HSDPA 3G-modems)
Wanneer alleen de letters worden weergegeven (bijv. ), bevindt u zich binnen het dekkings-
gebied, maar hebt u de service nog niet opgehaald.
Wanneer de indicator een omtreklijn heeft ( ), hebt u de service opgehaald en kunt u een
gegevensverbinding maken.
Wanneer de indicator gevuld is ( ), hebt u een gegevensverbinding op de draadloze service.
57
De notebook gebruiken 4
Roaming. U bent verbonden met een ander netwerk dan dat van uw lokale serviceprovider. Er
kunnen extra kosten worden aangerekend voor een roamingservice. (Deze service is mogelijk
net beschikbaar.)
Nieuw SMS-bericht. Klik op het pictogram om het venster SMS Express te openen en uw
berichten te lezen. Wanneer uw SIM vol raakt, knippert die pictogram en wordt het rood. (Wordt
alleen op bepaalde apparaten ondersteund.)
Gegevensoverdracht. Wanneer de modem verbonden is met het netwerk, toont het Watcher-
hoofdvenster de hoeveelheid ontvangen en verzonden gegevens.
Als uw serviceprovider u vraagt een GSM-opdracht (ook een code of procedure genoemd) in te voeren,
moet u de opdracht invoeren via het hoofdvenster.
Systeemvakpictogrammen
Telkens wanneer Watcher wordt uitgevoerd, verschijnt het Watcher-pictogram in het systeemvak met
weergave van de verbindingsstatus.
Watcher kan de 3G-modem niet detecteren. Zorg dat de 3G-modem is ingeschakeld.
U hebt geen actieve verbinding met hoge snelheid.
U hebt een actieve verbinding met hoge snelheid.
U hebt nieuwe (ongelezen) SMS-berichten.
3G (of 3-G) (bij sommige modellen)
Afkorting voor Technologie van de 3de generatie. Deze technologie wordt gebruikt in de context van
mobiele telefoonstandaarden. De services die aan 3G zijn gekoppeld, bieden de mogelijkheid zowel
spraakgegevens (een telefoonoproep) als niet-spraakgegevens (zoals het downloaden van informatie,
het uitwisselen van e-mails en instant messaging) simultaan over te dragen. Bij marketing 3G-services
wordt vaak gebruik gemaakt van videotelefonie als de hoofdstroomtoepassing voor 3G. Sommige
modellen beschikken over een SIM-kaartsleuf voor het plaatsen van een 3G SIM-kaart die vereist is om
3G-toepassingen te gebruiken.
58
4 De notebook gebruiken
<---
Bijlage
Optionele accessoires
Optionele aansluitingen
Besturingssysteem en software
Instellingen van systeem-BIOS
Veelvoorkomende problemen en oplossingen
Softwareherstel Windows Vista
Woordenlijst
Bekendmakingen en veiligheidsverklaringen
Naleving interne modem
Informatie over de notebook
OPMERKING: foto’s en pictogrammen in deze handleiding dienen alleen voor artistiek
doeleinden en tonen niet wat er werkelijk in het product wordt gebruikt.
B Bijlage
60
Optionele accessoires
Indien gewenst, kunt u deze optionele items aanschaffen als aanvulling van uw notebook.
USB-ashgeheugenschijf
Een USB-ashgeheugenschijf is een optioneel item dat een 1,44 MB dis-
kettestation kan vervangen en opslagruimte voor honderden megabytes,
hogere overdrachtsnelheden en een hogere duurzaamheid kan bieden. Wan-
neer deze in de huidige besturingssystemen worden gebruikt, zijn er geen
stuurprogramma’s nodig.
USB-hub (optioneel)
Wanneer u een optionele USB-hub aansluit, wordt het aantal USB-poorten
verhoogd en kunt u snel verschillende USB-randapparaten aansluiten of loskop-
pelen via één enkele kabel.
Voedingsadapter voor de auto
De voedingsadapter voor de auto kan de notebook van energie voorzien en de
batterij van de notebook opladen als er geen netvoeding beschikbaar is. Dit
product is onmisbaar voor de moderne gebruiker van mobiele apparatuur. Uw
aankoop vergroot de kracht, prestaties en veelzijdigheid van uw draagbare
computer terwijl u op de weg of op zee bent. De voedingsadapter kan worden
gebruikt in auto’s en boten met een gestandaardiseerde sigarenaansteker. De
adapter werkt met een voeding tussen 10,8V en 16V gelijkspanning en levert
19V gelijkspanning met een maximum van 120W.
USB-diskettestation
Een optioneel diskettestation met USB-interface kan worden gebruikt voor een
standaarddiskette van 3,5 inch en 1,44MB (of 720kB).
WAARSCHUWING! Om systeemstoringen te voorkomen, gebruikt
u de functie “Hardware veilig verwijderen” op de taakbalk van
Windows voordat u het USB-diskettestation loskoppelt. Werp
de diskette uit voordat u de notebook vervoert om schade door
schokken te voorkomen.
Bijlage B
61
Optionele aansluitingen
Indien gewenst, kunt u deze items aankopen van derden.
USB-toetsenbord en -muis
Wanneer u een extern USB-toetsenbord aansluit, kunt u uw
gegevens op een comfortabelere manier invoeren. Wanneer u
een externe USB-muis aansluit, zal de Windows-navigatie com-
fortabeler zijn. Zowel het externe USB-toetsenbord als de muis
zullen simultaan werken met het geïntegreerde toetsenbord en het
aanraakpad van de notebook werken.
Printeraansluiting
U kunt een of meer USB-printers tegelijk gebruiken op elke USB-poort
of USB-hub.
B Bijlage
62
R
E
S
E
T
OFF ON
Installatie van Bluetooth-muis (optioneel)
Dit proces kan worden gebruikt om de meeste Bluetooth-apparaten in Windows toe te voegen.
2. Druk herhaaldelijk op [FN F2] tot Draadloos
LAN AAN of WLAN & Bluetooth AAN wordt
weergegeven.
2b. Of dubbelklik op het pictogram van de draadloze
console op de taakbalk en selecteer Draadloos
LAN + Bluetooth of alleen Bluetooth.
1. Schakel de draadloze switch IN als dat voor uw model nodig is (zie switches in paragraaf 3).
3. Selecteer in het menu op de taakbalk Een Blue-
tooth-apparaat toevoegen.
3b. Of start Bluetooth-apparaten in het Congurati-
escherm van Windows.
4. Voorbereiding van de Bluetooth-muis.
Plaats twee AA-batterijen.
Zet de schakelaar op de onderkant van de muis
op AAN. Het lampje gaat rood branden.
Druk op de “RESET”-knop op de onderkant van
de Bluetooth-muis.
3c. Indien gestart van het Conguratiescherm,
klikt u in dit scherm op Toevoegen.
Bijlage B
63
5. Klik op Volgende als de Bluetooth-muis
gereed is.
6. Er verschijnt een lijst met Bluetooth-apparaten
die zich in de buurt bevinden. Selecteer de
Bluetooth-muis en klik op Volgende.
7. Selecteer “Geen sleutel gebruiken en
klik op Volgende.
9. Klik op Voltooien als het apparaat is
toegevoegd.
10. U ziet het apparaat in het venster. U
kunt hier ook Bluetooth-apparaten
toevoegen en verwijderen.
8. Wacht tot de Bluetooth-muis is toege-
voegd.
Opmerking: “RESET” kan nodig zijn nadat de batterijen vervangen zijn. Herhaal de stap-
pen indien dat nodig is.
B Bijlage
64
Ondersteuningssoftware
Deze notebook wordt geleverd met een ondersteunings-cd die de BIOS, stuurprogrammas
en toepassingen bevat om de hardwarefuncties in te schakelen, de functionaliteit uit te
breiden, hulp bieden bij het beheer van uw notebook of functionaliteiten toevoegen
die niet door het oorspronkelijke besturingssysteem worden geleverd. Als de onder-
steunings-cd moet worden bijgewerkt of vervangen, neem dan contact op met uw
leverancier voor websites waar u individuele stuur- en hulpprogramma’s voor de software
kunt downloaden.
De ondersteunings-cd bevat alle stuurprogramma’s, hulpprogramma’s en software voor alle populaire
besturingssystemen, met inbegrip van de systemen die vooraf werden geïnstalleerd. Het besturingssys-
teem zelf staat niet op deze ondersteunings-cd. Zelfs als uw notebook vooraf werd gecongureerd, hebt
u deze ondersteunings-cd nodig om extra software die niet in de voorinstallatie af fabriek is opgenomen,
te gebruiken.
Een herstel-cd is optioneel en bevat een image van het originele besturingssysteem dat in de fabriek op
de harde schijf werd geïnstalleerd. De herstel-cd bevat een uitgebreide hersteloplossing waarmee het
besturingssysteem van de notebook snel naar zijn originele werkstatus wordt hersteld, op voorwaarde
dat uw harde schijf correct werkt. Neem contact op met uw handelaar als u een dergelijke oplossing
nodig hebt.
OPMERKING: Sommige onderdelen en functies van de notebook zullen mogeljk
pas werken nadat de apparaatstuurprogramma’s en hulpprogramma’s zijn geïnstal-
leerd.
Besturingssysteem en software
Deze notebook kan zijn klanten (afhankelijk van de regio) de mogelijkheid bieden een notebook met
een vooraf geïnstalleerd besturingssysteem, zoals Microsoft Windows, te ontvangen. De selecties en
talen zullen afhankelijk zijn van de regio. De niveaus van de hardware- en softwareondersteuning kun-
nen variëren afhankelijk van het geïnstalleerde besturingssysteem. De stabiliteit en compatibiliteit van
andere besturingssystemen kunnen niet worden gegarandeerd.
Bijlage B
65
Instellingen van systeem-BIOS
Opstartapparaat
2. Selecteer elk item en druk op [Enter] om een apparaat te
selecteren.
1. Selecteer in het scherm Opstarten de optie Prioriteit
opstartapparaat.
Beveiligingsinstelling
1. Selecteer in het scherm Beveiliging de optie Supervisor
wijzigen of Gebruikerswachtwoord wijzigen.
2. Geef een wachtwoord
op en druk op [Enter].
3. Typ het wachtwoord
opnieuw en druk op
[Enter].
4. Het wachtwoord is
ingesteld.
1. Laat het veld met het
wachtwoord leeg en druk
op [Enter].
Het wachtwoord verwijderen:
2. Het wachtwoord wordt
verwijderd.
B Bijlage
66
Wachtwoordcontrole
Selecteer of er tijdens het opstarten om een wachtwoord
moet worden gevraagd (Altijd) of alleen als de BIOS-
instellingen worden gewijzigd (Setup).
Selecteer het toegangsniveau dat het “gebruikerswachtwoord”
heeft in het setup-programma van het BIOS.
Toegangsniveau van gebruiker
Wijzigingen opslaan
Wilt u de instellingen bewaren, dan moet u ze opslaan
voordat u het setup-programma van het BIOS afsluit.
Wilt u de standaardinstellingen herstellen, kies
dan Fabrieksstandaard laden. Ook nu moet u de
wijzigingen opslaan om de standaard fabrieksinstellingen
te bewaren.
Instellingen van systeem-BIOS (Vervolg)
Bijlage B
67
Veelvoorkomende problemen en oplossingen
Hardwareprobleem – Optisch station
Het optische station kan geen schijven lezen of schrijven.
1. Werk het BIOS bij met de laatste versie en probeer het opnieuw.
2. Heeft dit geen effect, neem dan schijven van een betere kwaliteit en probeer het opnieuw.
3. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum en vraag
een technicus om hulp.
Onbekende oorzaak - Systeem instabiel
Kan niet uit de slaapstand worden geactiveerd.
1. Verwijder de uitbreidingen (RAM, HDD, WLAN, BT) als ze na aankoop zijn toegevoegd.
2. Heeft dit geen effect, probeer dan MS Systeemherstel naar een eerdere datum.
3. Als het probleem zich blijft voordoen, probeer dan het systeem te herstellen met de herstelpartitie
of -dvd. (OPMERKING: maak altijd een back-up van al uw gegevens naar een andere
locatie voordat u het herstel uitvoert.)
4. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum en vraag
een technicus om hulp.
Hardwareprobleem - Toetsenbord / Sneltoets
De sneltoets (FN) werkt niet.
A. Installeer het stuurprogramma “ATK0100” opnieuw vanaf de cd of download het van de website
van ASUS.
Hardwareprobleem – Ingebouwde camera
De ingebouwde camera werkt niet goed.
1. Kijk in “Apparaatbeheer” om te controleren of er problemen zijn.
2. Installeer het stuurprogramma van de webcam opnieuw.
3. Lost dit het probleem niet op, werk dan het BIOS bij met de laatste versie en probeer het
opnieuw.
4. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum en vraag
een technicus om hulp.
Hardwareprobleem - Batterij
Onderhoud van de batterij.
1. Registreer de Notebook voor een garantie van een jaar via de volgende website:
http://member.asus.com/login.aspx?SLanguage=en-us
2. Verwijder de batterijdoos niet terwijl u de notebook gebruikt met de voedingsadapter om
schade te voorkomen die kan worden veroorzaakt wanneer de stroom uitvalt. De batterijdoos
van ASUS bevat een beveiligingscircuit om overladen te voorkomen zodat de batterijdoos niet
wordt beschadigd als deze in de computer blijft.
3. Bewaar de batterijdoos op een droge plaats met temperaturen tussen 10
o
C en 30
o
C als u deze
langere tijd niet gebruikt. Het is aan te bevelen de batterij elke drie maanden op te laden.
B Bijlage
68
Hardwareprobleem – Fout bij in- en uitschakelen
Ik kan de notebook niet inschakelen.
Diagnostische gegevens:
1. Allen op batterij inschakelen? (J = 2, N = 4)
2. BIOS zichtbaar (ASUS-logo)? (J = 3, N = A)
3. Kan het besturingssysteem worden geladen? (J = B, N = A)
4. Brand de LED van de voedingsadapter? (J = 5, N = C)
5. Alleen op voedingsadapter inschakelen? (J = 6, N = A)
6. BIOS zichtbaar (ASUS-logo)? (J = 7, N = A)
7. Kan het besturingssysteem worden geladen? (J = D, N = A)
Symptomen en oplossingen:
A. Het probleem bevindt zich in de MB, harde schijf of NB; vraag een plaatselijk servicecentrum
om hulp.
B. Probleem veroorzaakt door besturingssysteem. Probeer het systeem te herstellen met de her-
stelpartitie of -schijf. (BELANGRIJK: maak altijd een back-up van alle gegevens op een
andere locatie voordat u het herstelproces start.)
C. Probleem met adapter; controleer de voedingskabelaansluitingen of ga naar een plaatselijk
servicecentrum voor een vervanging.
D. Probleem met batterij; controleer de contacten van de batterij of ga naar een plaatselijk servi-
cecentrum voor een reparatie.
Mechanisch probleem - ventilator / thermisch
Waarom loopt de ventilator altijd en is de temperatuur hoog?
1. Controleer of de ventilator draait wanneer de CPUcpu-temperatuur hoog is en controleer of er
luchtstroom is door de ventilatieopeningen.
2. Zijn er veel toepassingen actief (zie taakbalk), sluit ze dan om de systeembelasting te vermin-
deren.
3. Het probleem kan ook worden veroorzaakt door sommige virussen. Gebruik antivirussoftware
om ze op te sporen.
4. Heeft dit alles geen effect, probeer dan het systeem te herstellen met de herstelpartitie of -dvd.
(BELANGRIJK: maak altijd een backup van al uw gegevens op een andere locatie voordat
u het systeemherstel uitvoert.) (LET OP: maak geen verbinding met het internet zonder dat er
antivirussoftware en een rewall zijn geïnstalleerd, zodat u beschermd bent tegen virussen.)
Service - Specicaties, functies, prijs
Hoe stelt u vast of een notebook voorzien is van een draadloze netwerkkaart?
A. EGa naar Conguratiescherm | Systeem | Hardware | Apparaatbeheer. Onder "Netwerk-
adapters" ziet u of de notebook over een WLAN-kaart beschikt.
Veelvoorkomende problemen en oplossingen (Vervolg)(Vervolg)
Bijlage B
69
Softwareprobleem – door ASUS geleverde software
Als ik de notebook inschakel, verschijnt de melding “Fout bij openen beleidsbestand”.
A. Installeer de laatste versie van het hulpprogramma “Power4 Gear” om het probleem op te los-
sen. U vindt deze op de website van ASUS.
Onbekende oorzaak – Blauw scherm met witte tekst
Een blauw scherm met witte tekst verschijnt na het opstarten.
1. Verwijder extra geheugen. Als u na de aankoop extra geheugen hebt geïnstalleerd, schakel dan
de computer uit, verwijder het geheugen en schakel het systeem opnieuw in om te zien of het
probleem door incompatibel geheugen werd veroorzaakt.
2. Verwijder softwaretoepassingen. Zijn er onlangs toepassingen geïnstalleerd, dan zijn ze mo-
gelijk niet compatibel met uw systeem. Probeer ze te verwijderen in de Veilige Modus van
Windows.
3. Controleer het systeem op virussen.
4. Werk het systeem bij met het laatste BIOS met WINFLASH in Windows-modus of AFLASH
in DOS-modus. Deze hulpprogramma’s en BIOS-bestanden kunnen worden gedownload van
de website van ASUS. (WAARSCHUWING: zorg dat de voeding van de notebook tijdens het
ashen van de BIOS niet wegvalt.)
5. Is het probleem nog steeds niet opgelost, gebruik dan het hertelproces om het volledige systeem
opnieuw te installeren. (BELANGRIJK: maak altijd een back-up van al uw gegevens op een
andere locatie voordat u het systeemherstel uitvoert.) (LET OP: maak geen verbinding met
het internet zonder dat er antivirussoftware en een rewall zijn geïnstalleerd, zodat u beschermd
bent tegen virussen.) (OPMERKING: zorg ervoor dat u eerst de stuurprogramma's “Intel INF
Update” en “ATKACPI” installeert, zodat de hardwareapparaten kunnen worden herkend )
6. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum en vraag
een technicus om hulp.
Veelvoorkomende problemen en oplossingen (Vervolg)
B Bijlage
70
Softwareprobleem - BIOS
Het BIOS opwaarderen.
1. Controleer het exacte modelnummer van de notebook en download het laatste BIOS-bestand
voor uw model van de website van ASUS.
2. Gebruik het hulpprogramma “WINFLASH” om uw BIOS te updaten. U vindt het programma
op de cd die bij uw notebook is geleverd.
3. Haal het BIOS-bestand op naar een tijdelijke locatie (bijvoorbeeld de hoofdmap van C:\)
4. Klik op Start | Alle programma’s | ASUS Utility | WINFLASH | WINFLASH
a. Selecteer het imagebestand met het nieuwe BIOS.
b. Controleer de geselecteerde BIOS-gegevens. Controleer het model, de versie en de ge
gevens.
c. Klik op Flash om het bijwerken van het BIOS te starten.
d. Klik op Afsluiten als de procedure voltooid is.
e. Herstart het systeem. Als het ashen van het BIOS-bestand is gelukt, druk dan op op [F2]
terwijl het ASUS-logo verschijnt, om naar de setup-pagina van het BIOS te gaan.
f. Ga in de setup-pagina van het BIOS naar de pagina Afsluiten en kies Fabrieksstandaard
laden. Selecteer Opslaan en afsluiten en start het systeem opnieuw op.
g. Het ashen van het BIOS is nu voltooid.
U kunt ook gebruik maken van de functie
“Easy Flash” op de pagina Advanced van
BIOS-Setup. Volg de instructies op het
scherm.
U moet “Load Manufacture Defaults”
uitvoeren nadat het BIOS is bijgewerkt
(geasht) is.
Bijlage B
71
Symantec’s Norton Internet Security (NIS)
1. Soms toont NIS een waarschuwing om een Trojaans virus van een lokaal IP-adres
tegen te houden.
Dit probleem kan worden opgelost door ervoor te zorgen dat het virusdenitiebestand de
nieuwste versie is en dit bestand geregeld bij te werken.
2. Herinstalleren mislukt bij de “Informatiewizard” na het verwijderen van Norton Antivirus.
Zorg ervoor dat NIS van de computer verwijderd is, herstart het systeem, installeer NIS opnieuw,
gebruik “Live Update” en werk het virusdenitiebestand bij.
3. Norton blokkeert per ongeluk gewenste webpagina’s of verlaagt de downloadsnelheid.
Verander de beveiligingsconguratie naar een lager niveau. NIS scant op virussen tijdens het down-
loaden van gegevens zodat de netwerksnelheid langzamer wordt.
4. Kan niet aanmelden bij MSN of Yahoo messenger.
Zorg ervoor dat NIS is bijgewerkt en werk ook Windows bij met “Windows Update”. Als het probleem
zich blijft voordoen, probeer dan het volgende:
1. Open NIS 200x door in het systeemvak te klikken op het NIS-pictogram.
2. Open “Norton AntiVirus” in het menu “Opties”.
3. Klik op “Instant Messenger”, zet “MSN/Windows Messenger” uit onder “Welke expresberichten
beschermen”.
5. NIS is beschadigd en moet opnieuw worden geïnstalleerd.
NIS bevindt zich op de meegeleverde schijf in de map “NIS200x” (x is het versienummer).
6. De optie “Firewall starten als systeem wordt opgestart” is geselecteerd maar het duurt ongeveer
een minuut om de rewall te starten als ik naar Windows ga. Windows reageert intussen niet.
Verlaagt NIS rewall de snelheid van uw systeem te veel, schakel die optie dan uit.
7. Mijn systeemsnelheid wordt in hoge mate vertraagd door NIS.
NIS verlaagt de systeemsnelheid (zowel bij het opstarten als daarna) als u de volledige beveilig-
ingsfunctie van NIS gebruikt. NIS scant en spoort alle gegevens op de achtergrond op. U kunt het
systeem versnellen door de automatische scanfuncties van NIS bij het opstarten van het systeem uit
te schakelen. U kunt dan handmatig scannen op virussen wanneer de computer niet in gebruik is.
8. Kan NIS niet verwijderen.
Ga naar Conguratiescherm | Software. Zoek “Norton Internet Security 200x (Symantec Corpora-
tion)”. Klik op Wijzigen/Verwijderen en kies Alles verwijderen om NIS te verwijderen.
Veelvoorkomende problemen en oplossingen (Vervolg)
B Bijlage
72
Veelvoorkomende problemen en oplossingen (Vervolg)
9. De Windows Firewall moet worden gestopt voordat “Norton Internet Security” of “Norton
Personal Firewall” wordt geïnstalleerd. U stopt de Windows Firewall als volgt:
1. Klik op Start en vervolgens op Conguratiescherm.
2. U ziet een van de twee conguratieschermen. Klik op het pictogram Beveiligingscentrum.
3. Klik op het pictogram Windows Firewall onder de statusupdates.
4. Klik op Uitgeschakeld en daarna op OK.
10. Waarom toont het pictogram “Privacybeheer” een ‘x’?
Schakel Privacybeheer uit onder “Status & Instellingen”.
11. Bericht Onvoldoende bevoegdheden.
Veel instellingen, waaronder het uitschakelen en verwijderen van NIS, zijn alleen toegestaan als u op
Windows bent aangemeld met beheerdersbevoegdheden. Meld u af en schakel naar een gebruikersac-
count met beheerdersbevoegdheden.
Bijlage B
73
Softwareherstel Windows Vista
Gebruik van de harde-schijfpartitie
De herstelpartitie bevat een image van het besturingssysteem, stuurprogramma’s en hulpprogramma’s die
op de fabriek op uw notebook zijn geïnstalleerd. De herstelpartitie biedt een uitgebreide hersteloplossing
waarmee de software van uw notebook weer snel in de oorspronkelijke toestand is, mits uw harde schijf
goed functioneert. Voordat u de herstelpartitie gebruikt, kopieert u uw gegevens (zoals de PST-bestanden
van Outlook) naar diskettes of een netwerkstation en noteert u eventuele aangepaste conguratie-instel-
lingen (zoals netwerkinstellingen).
Over de Herstelpartitie
De Herstelpartitie is een ruimte op uw harde schijf die wordt voorbehouden om het besturingssysteem,
de stuurprogramma’s en hulpprogramma’s die op de notebook zijn geïnstalleerd, te herstellen naar de
toestand zoals die door de fabriek is ingesteld.
BELANGRIJK: verwijder de partitie met de naam “RE-
COVERY” niet. Deze partitie is in de fabriek gemaakt en
kan door de gebruiker niet meer worden hersteld. Breng
de notebook naar een bevoegd servicecentrum van
ASUS als er problemen zijn met het herstelproces.
Gebruik van de Recovery-partitie:
1. Druk tijdens het opstarten op [F9] (hiervoor is de Recovery-partitie nodig)
2. Druk op [Enter] om Windows Setup [EMS Enabled� te selecteren
3. Lees het scherm “ASUS Preload Wizard” en klik op Volgende.
4. Selecteer een partitie-optie en klik op Volgende. Partitieopties zijn:
Windows alleen herstellen naar de eerste partitie.
Deze optie verwijdert alleen de eerste partitie, zodat de overige partities intact blijven. Er wordt een
nieuwe systeempartitie gemaakt als station “C”.
Windows herstellen naar de hele harde schijfD.
Deze optie verwijdert alle partities van de harde schijf en maakt een nieuwe systeempartitie als sta-
tion “C”.
Windows herstellen naar de hele harde schijf met 2 partities.
Deze optie verwijdert alle partities van de harde schijf en maakt twee nieuwe partities “C” (60%)
en “D” (40%).
5. Volg de instructies op het scherm om het herstelproces te voltooien.
OPMERKING: ga naar www.asus.com voor bijgewerkte stuurprogramma’s en hulp-
programma’s.
B Bijlage
74
Softwareherstel Windows Vista (Vervolg)(Vervolg)
De dvd gebruiken
De Recovery-dvd bevat een image van het besturingssysteem, stuurprogramma’s en hulpprogramma’s die
in de fabriek op uw notebook geïnstalleerd zijn. De Recovery-dvd bevat een uitgebreide hersteloploss-
ing die de software van uw notebook snel herstelt naar de oorspronkelijke werkende toestand, mits uw
harde schijf goed werkt. Voordat u de Recovery-dvd gebruikt, kopieert u al uw gegevensbestanden (zoals
PST-bestanden van Outlook) naar diskettes of een netwerkstation en noteert u alle eventuele aangepaste
conguratie-instellingen (zoals netwerkinstellingen).
Gebruik van de Recovery-dvd:
1. Leg de Recovery-dvd in het optische station (de notebook moet ingeschakeld zijn).
2. Herstart de notebook en druk bij het opstarten op <Esc>. Selecteer het optische station (dat kan
“CD/DVD” zijn) met de pijltjes en druk op <Enter> om op te starten vanaf de Recovery-dvd.
3. Selecteer een partitie-optie en klik op Volgende. Partitieopties zijn:
Windows alleen herstellen naar de eerste partitie.
Deze optie verwijdert alleen de eerste partitie, zodat de overige partities intact blijven. Er wordt een
nieuwe systeempartitie gemaakt als station “C”.
Windows herstellen naar de hele harde schijf.
Deze optie verwijdert alle partities van de harde schijf en maakt een nieuwe systeempartitie als sta-
tion “C”.
Windows herstellen naar de hele harde schijf met 2 partities.
Deze optie verwijdert alle partities van de harde schijf en maakt twee nieuwe partities “C” (60%)
en “D” (40%).
4. Volg de instructies op het scherm om het herstelproces te voltooien.
WAARSCHUWING: verwijder de Recovery-cd niet tijdens het herstelproces (tenzij dit
wordt gevraagd) anders worden uw partities onbruikbaar.
OPMERKING: ga naar www.asus.com voor bijgewerkte stuurprogramma’s en hulp-
programma’s.
Bijlage B
75
Woordenlijst
ACPI (Advanced Conguration and Power Management Interface)
Moderne standaard voor het verlagen van het energieverbruik in computers.
APM (Advanced Power Management)
Moderne standaard voor het verlagen van het energieverbruik in computers.
AWG (American Wire Gauge)
OPMERKING: Deze tabel is bedoeld als algemene informatie en mag niet worden
gebruikt als een bron van de Amerikaans standaard voor het draadkaliber, aangezien
deze tabel mogelijk niet actueel of volledig is.
Draadkaliber Diam Gebied R I@3A/mm2
AWG (mm) (mm2) (ohm/km) (mA)
33 0.18 0.026 676 75
0.19 0.028 605 85
32 0.20 0.031 547 93
30 0.25 0.049 351 147
29 0.30 0.071 243 212
27 0.35 0.096 178 288
26 0.40 0.13 137 378
25 0.45 0.16 108 477
Draadkaliber Diam Gebied R I@3A/mm2
AWG (mm) (mm2) (ohm/km) (mA)
24 0.50 0.20 87.5 588
0.55 0.24 72.3 715
0.60 0.28 60.7 850
22 0.65 0.33 51.7 1.0 A
0.70 0.39 44.6 1.16 A
0.75 0.44 38.9 1.32 A
20 0.80 0.50 34.1 1.51 A
0.85 0.57 30.2 1.70 A
BIOS (Basic Input/Output System)
De BIOS omvat een reeks routines die de manier beïnvloedt waarop de computer gegevens overdraagt
tussen computeronderdelen, zoals geheugen, schijven en de beeldschermadapter. De BIOS-instructies zijn
geïntegreerd in het ROM-geheugen (alleen-lezen) van de computer. De BIOS-parameters kunnen door
de gebruiker worden gecongureerd via het BIOS Setup-programma. De BIOS kan worden bijgewerkt
met het meegeleverde hulpprogramma om een nieuw BIOS-bestand in de EEPROM te kopiëren.
Bit (Binair getal)
Vertegenwoordigt de kleinste gegevenseenheid die door de computer wordt gebruikt. Een bit kan een
van twee waarden hebben: 0 of 1.
Boot (Opstarten)
Booten betekent dat het besturingssysteem van de computer wordt gestart door het in het systeemgeheu-
gen te laden. Wanneer de handleiding u de opdracht geeft uw systeem (of computer) te “booten” of op
te starten, betekent dit dat u uw computer moet INSCHAKELEN. “Reboot” betekent dat u uw computer
opnieuw moet opstarten. Wanneer u Windows 95 of hoger gebruikt, selecteert u “Opnieuw opstarten”
onder “Start | Afsluiten...” om uw computer opnieuw op te starten.
Byte (binaire term)
Eén byte is een groep van acht opeenvolgende bits. Een byte wordt gebruikt om een enkel alfanumeriek
teken, een leesteken of een ander symbool voor te stellen.
Klokbeperking
De chipsetfunctie waarmee de klok van de processor wordt gestopt en gestart op een gekende inschake-
ltijd. De klokbeperking wordt gebruikt voor energiebesparing, thermisch beheer en het verlagen van de
verwerkingssnelheid.
B Bijlage
76
Woordenlijst (Vervolg)
CPU (Central Processor Unit = centrale verwerkingseenheid)
De CPU, soms ook de “Processor” genoemd, werkt eigenlijk als de “hersenen” van de computer. Deze
processor interpreteert en voert de programmaopdrachten uit en verwerkt de gegevens die in het geheu-
gen zijn opgeslagen.
Apparaatstuurprogramma
Een apparaatstuurprogramma is een speciale set instructies waarmee het besturingssysteem van de com-
puter kan communiceren met apparaten, zoals VGA, audio, Ethernet, printers of modems.
DVD
Dvd is een aanzienlijk grotere, snellere cd die zowel video- als audio- en computergegevens kan bevatten.
Met deze capaciteiten en toegangssnelheden, bieden dvd-schijven u gigantisch verbeterde full-motion
video’s met hoge kleuren, een betere grasche weergave, scherpere beelden en digitaal geluid voor een
bioscoopervaring. Het dvd-systeem is er op gericht thuisbioscoopsystemen, computers en bedrijfsinforma-
tie samen te vatten op een enkel digitaal formaat, zodat u hiermee audio-cd’s, videocassettes, laserdisks,
cd-roms en cassettes van videogames kunt vervangen.
ExpressCard
De ExpressCard-sleuf heeft 26 pinnen en ondersteunt één ExpressCard/34mm of één ExpressCard/54mm.
Deze nieuwe interface is sneller door het gebruik van een seriële bus die USB 2.0 en PCI Express ondersteunt
in plaats van de tragere parallelle bus van de PC-kaartsleuf. (Niet compatibel met oudere PCMCIA-kaarten.)
Hardware
Hardware is een algemene term die verwijst naar de fysieke onderdelen van een computersysteem, met
inbegrip van randapparatuur zoals printers, modems en aanwijsapparaten.
IDE (Integrated Drive Electronics)
IDE-apparaten integreren het besturingscircuit rechtstreeks op het station, zodat een afzonderlijke adapt-
erkaart (in het geval van SCSI-apparaten) niet nodig is. UltraDMA/66 of 100 IDE-apparaten kunnen een
overdrachtsnelheid van 33MB/sec behalen.
IEEE1394 (1394)
Ook bekend als iLINK (Sony) of FireWire (Apple). IEEE 1394 is een seriële bus met hoge snelheid zoals
SCSI, maar heeft eenvoudige aansluitingen en hot-plug-capaciteiten zoals USB. De populaire 1394a-interface
heeft een bandbreedte van 400 Mbits/sec en kan tot 63 eenheden op dezelfde bus ondersteunen. De nieuwe
1394b-interface kan het dubbel van deze snelheid ondersteunen en zal in toekomstige modellen worden
geïntegreerd wanneer de randapparaten hogere snelheden zullen ondersteunen. 1394 wordt ook gebruikt in
geavanceerde digitale apparatuur en moet met “DV” voor Digitale videopoort worden gemarkeerd.
Infrarood poort (IrDA) (op sommige modellen)
De infrarood communicatiepoort (IrDA) maakt draadloze gegevenscommunicatie tot 4 Mbits/sec met
apparaten of computers die infrarood ondersteunen mogelijk. Hierdoor kunt u gemakkelijk een draadloze
synchronisatie met PDAs of mobiele telefoons uitvoeren en is het zelfs mogelijk draadloos af te drukken
naar printers. Kleine kantoren kunnen de IrDA-technologie gebruiken om een printer te delen tussen
meerdere dicht bij elkaar geplaatste notebooks en zelfs om, zonder netwerk, bestanden naar elkaar te
verzenden.
Bijlage B
77
Woordenlijst (Vervolg)
Kensington
®
-sloten
Met Kensington
®
-sloten (of compatibel) kan de notebook worden beveiligd. Dit gebeurt doorgaans met
een metalen kabel en een slot die verhinderen dat de notebook van een vast object wordt verwijderd.
Sommige beveiligingsproducten kunnen ook een bewegingsdetector bevatten die een alarmsignaal
weergeven wanneer de notebook wordt verplaatst.
Laserclassicaties
Aangezien lasers steeds in aantal toenemen en een steeds breder toepassingbereik kennen, ligt het du-
idelijk dat de gebruikers moeten worden gewaarschuwd voor de gevaren van laserstralen. Om aan deze
behoefte te voldoen, werden laserclassicaties vastgesteld. De huidige classicatieniveaus variëren
van optisch veilig waarbij geen controles nodig zijn (Klasse 1) tot bijzonder gevaarlijk, waarbij strikte
controles nodig zijn (Klasse 4).
KLASSE 1: Een laser of lasersysteem van Klasse 1 straalt niveaus van optische energie uit die veilig zijn voor de
ogen en bijgevolg geen controles vereisen. Een voorbeeld van deze klasse lasersystemen zijn de scansystemen die
aan de kassa’s van de meeste warenhuizen te vinden zijn of lasers die in optische stations worden gebruikt.
KLASSE 2 & KLASSE 3A: Klasse 2- en 3A-lasers stralen zichtbare, doorlopende golven (Continous wave, CW)
van optische stralingsniveaus uit die een weinig boven het maximale toelaatbare blootstellingsniveau liggen.
Hoewel deze lasers oogbeschadiging kunnen veroorzaken, zal hun helderheid er doorgaans voor zorgen dat de
gebruiker wegkijkt of met de ogen knippert voordat enige schade optreedt. Deze lasers zijn onderworpen aan
strenge administratieve controles die vereisen dat er tekens worden aangebracht die de gebruiker waarschuwen
niet direct in de straal te kijken. Lasers van Klasse 3A mogen niet worden weergegeven met apparaten met
optische hulp.
KLASSE 3B: Lasers van Klasse 3B en laser van Klasse 3A met uitgangen van 2,5mW zijn gevaarlijk voor gebrui-
kers die zich binnen het pad van de straal bevinden en rechtstreeks in de bron van de straal kijken of de straal
in de ogen krijgen door weerkaatsing in de bril. Deze lasers kunnen geen gevaarlijke verstrooide terugkaatsing
produceren. Gebruikers die met deze lasers werken moeten geschikte oogbescherming dragen tijdens elk gebruik
van de laser. Lasers van Klasse 3B vallen onder administratieve en fysieke controles om de gebruikers te bes-
chermen. Fysieke controles omvatten een beperkte toegang tot de werkplek. Administratieve controles omvatten
speciale waarschuwingstekens die bij de ingang van de laserwerkruimten worden aangebracht en lampen buiten
de ingang die personeel waarschuwen wanneer de lasers in gebruik zijn.
KLASSE 4: Lasers van Klasse 4 zijn bijzonder krachtige lasers die schade zullen veroorzaken aan onbeschermde
ogen en huid door de te kijken in de straal en door bril- of verspreide weerkaatsing. Dit betekent dat er geen
personeel in een ruimte waar een laser van Klasse 4 wordt gebruikt, mag aanwezig zijn zonder de correcte
oogbescherming.
PCI Bus (Peripheral Component Interconnect Local Bus)
PCI-bus is een specicatie die een 32-bits gegevensbusinterface denieert. PCI is een standaard die op
grote schaal wordt gebruikt door fabrikanten van uitbreidingskaarten.
POST (Power-On Self Test)
Wanneer u de computer inschakelt, zal deze eerst de POST uitvoeren. Dit is een reeks softwarematig
bestuurde diagnosetests. De POST controleert het systeemgeheugen, de circuits op het moederbord, het
beeldscherm, het toetsenbord, het diskettestation en andere I/O-apparaten.
B Bijlage
78
Woordenlijst (Vervolg)
RAM (Random Access Memory)
RAM (meestal gewoon "geheugen" genoemd) is de plaats in de computer waar het besturingssysteem,
de toepassingsprogramma’s en de gegevens die op dat ogenblik actief zijn, tijdelijk worden bewaard
zodat ze sneller toegankelijk zijn voor de processor van de computer in vergelijking met het lezen van
en schrijven naar langzamere opslagmedia zoals de harde schijf of de optische schijf.
Stand-bystand
In Opslaan-naar-RAM (STR) en Opslaan-naar-schijf (STD) wordt de CPU-klok gestopt en worden de
meeste notebooks in de laagste actieve status geplaatst. De notebook gaat naar de stand-bystand wanneer
het systeem gedurende een specieke opgegeven periode inactief blijft of wanneer u de functietoetsen
gebruikt. De time-outinstelling voor de harde schijf en de videokaart kunnen beide worden ingesteld door
de BIOS Setup. De voedings-LED knippert wanneer de notebook in de STR-stand is. In de STD-stand
zal het lijken alsof de notebook UITGESCHAKELD is.
Systeemschijf
Een systeemschijf bevat het kernbestand van een besturingssysteem en wordt gebruikt om het bestur-
ingssysteem op te starten.
TPM (Trusted Platform Module) (op sommige modellen)
De TPM is een beveiligingsapparaat op het systeembord dat door de computer gegenereerde sleutels
bewaart voor coderingen. Het is een op hardware gebaseerde oplossing die helpt aanvallen te vermijden
van hackers die op zoek zijn naar wachtwoorden en coderingssleutels van vertrouwelijke gegevens. De
TPM biedt de pc of notebook de mogelijkheid toepassingen veiliger uit te voeren en transacties en com-
municatie betrouwbaarder te maken.
Getwiste kabel
De kabel die wordt gebruikt om een Ethernetkaart te verbinden met een host (doorgaans een hub of
switch) wordt een recht getwiste ethernetkabel (TPE) genoemd. De eindaansluitingen worden RJ-45-
connectors genoemd. Deze zijn niet compatibel met RJ-11-telefoonaansluitingen. Als u twee computers
samen verbindt zonder een hub tussen de computers, is een crossover getwiste kabel vereist.
UltraDMA/66 of 100
UltraDMA/66 of 100 zijn nieuwe specicaties om de IDE-overdrachtsnelheden te verbeteren. In tegen-
stelling tot de traditionele PIO-modus die alleen gebruik maakt van de stijgende kant van het IDE-op-
drachtsignaal om gegevens over te dragen, gebruikt UltraDMA/66 of 100 zowel de stijgende als dalende
kant.
USB (Universal Serial Bus)
Een nieuwe 4-pins seriële bus voor randapparatuur waarmee plug&play randapparatuur van de com-
puter, zoals toetsenbord, muis, joystick, scanner, printer en modem/ISDN automatisch kan worden
gecongureerd wanneer ze fysiek worden aangesloten, zonder dat hiervoor stuurprogramma’s moeten
worden geïnstalleerd of de computer opnieuw moet worden opgestart. Met USB kunnen de traditionele
ingewikkelde kabelaansluitingen op de achterkant van uw computer worden uitgeschakeld.
Bijlage B
79
Bekendmakingen en veiligheidsverklaringen
Informatie dvd-romstation
De notebook wordt geleverd met een optioneel dvd-romstation of een cd-romstation. Om dvd-titels te kun-
nen bekijken, moet u uw eigen dvd-weergavesoftware installeren. U kunt optioneel dvd-weergavesoftware
aankopen bij deze notebook. Met het dvd-romstation kunt u zowel cd- als dvd-schijven gebruiken.
Regionale weergave-informatie
De weergave van dvd-lmtitels omvat het decoderen van MPEG2-video, digitale AC3-audio en door
CSS beveiligde inhoud. CSS (soms kopieerbeveiliging genoemd) is de naam die werd gegeven aan het
schema voor de inhoudsbescherming dat door de lmindustrie wordt toegepast om te voldoen aan de
behoefte aan een bescherming tegen het illegaal kopiëren van inhoud.
Hoewel er talrijke regels zijn die aan CSS-licentiehouders worden opgelegd, is er één regel die het meeste
betrekking heeft op de weergavebeperkingen op de in regio’s ingedeelde inhoud. Om de geograsche
opgesplitste releasedatums van lms te vergemakkelijken, worden dvd-videotitels uitgegeven voor
speciek geograsche regio’s zoals hieronder omschreven onder “Regiodenities”. De wetten op het
auteursrecht vereisen dat alle dvd-lms worden beperkt tot een specieke regio (doorgaans gecodeerd
volgens de regio waar de dvd wordt verkocht). Terwijl de inhoud van een dvd-lm kan worden uitgegeven
voor meerdere regio’s, vereisen de CSS-regels dat elk systeem dat in staat is CSS-gecodeerde inhoud af
te spelen, alleen in staat mag zijn om één regio af te spelen.
Regiodenities
Regio 1
Canada, VS, Amerikaanse territoria
Regio 2
Tsjechië, Egypte, Finland, Frankrijk, Duitsland, de Golfstaten, Hongarije, IJsland, Iran, Irak, Ierland, Italië,
Japan, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Saoedi-Arabië, Schotland, Zuid-Afrika, Spanje, Zweden,
Zwitserland, Syrië, Turkije, UK, Griekenland, Voormalige Joegoslavische Republiek, Slowakije
Regio 3
Birma, Indonesië, Zuid-Korea, Maleisië, Filippijnen, Singapore, Taiwan, Thailand, Vietnam
Regio 4
Australië, Caraïben (behalve Amerikaanse Territoria), Centraal-Amerika, Nieuw-Zeeland, Pacische
eilanden, Zuid-Amerika
Regio 5
GOS, India, Pakistan, Rest van Afrika, Rusland, Noord-Korea
Regio 6
China
OPMERKING: De instelling van de regio kan maximaal vijf maal worden gewijzigd via
de weergavesoftware. Daarna kan de speler alleen dvd-lms van de laatste regio-in-
stelling afspelen. Als u de regiocode daarna opnieuw aanpast, zal het toestel opnieuw
moeten worden ingesteld naar de fabrieksinstelling. Deze bewerking valt niet onder
de garantie. Als een reset nodig is, zullen de verzend- en resetkosten voor rekening
van de gebruiker zijn.
B Bijlage
80
Naleving interne modem
Het model van de notebook met interne modem voldoet aan JATE (Japan), FCC (VS, Canada, Korea,
Taiwan) en CTR21. De interne modem werd goedgekeurd in overeenstemming met de Richtlijn van de
Raad 98/482/EC voor pan-Europese enkelvoudige aansluitingen op een openbaar telefoonnet (PSTN=
public switched telephone network). Door verschillen tussen de afzonderlijke PSTN’s die in verschillende
landen worden aangeboden, biedt de goedkeuring niet zelfstandig een onvoorwaardelijke garantie van
succesvol gebruik op elk eindpunt van een PSTN-net. Als er problemen optreden, dient u in de eerste
plaats contact op te nemen met de leverancier van uw apparatuur.
Overzicht
Op 4 augustus 1998 werd het besluit van de Europese raad met betrekking tot de CTR 21 gepubliceerd
in het ofciële tijdschrift van de EG. De CTR 21 is van toepassing op alle eindapparatuur zonder spraak
met DTMF-kiesmogelijkheden, die bedoeld is om op de analoge PSTN (Public Switched Telephone
Network) te worden aangesloten.
CTR 21 (Common Technical Regulation) voor de vereisten van de randapparaten voor verbinding met
analoge openbare telefoonnetwerken (PSTN) (behalve eindapparatuur die spraaktelefonie ondersteunt)
waarin netwerkadressering, indien voorzien, gebeurt via een signaal van twee tonen op meerder frequen-
ties.
Verklaring van netwerkcompatibiliteit
Verklaring die door de fabrikant moet worden gegeven aan de aangemelde instantie (Notied Body) en de
verkoper: “Deze verklaring zal de netwerken aangeven waarvoor deze apparatuur werd ontwikkeld en alle
gemelde netwerken waarmee de apparatuur bij de onderlinge werking problemen kan ondervinden”
Verklaring van netwerkcompatibiliteit
Verklaring die door de fabrikant aan de gebruiker moet worden gegeven: Deze verklaring zal de netwerken
aangeven waarvoor deze apparatuur werd ontwikkeld en alle gemelde netwerken waarmee de apparatuur
bij de onderlinge werking problemen kan ondervinden. De fabrikant zal ook een verklaring koppelen om
duidelijk te maken op welk vlak de netwerkcompatibiliteit afhankelijk is van de instellingen van fysieke
en softwareschakelopties. Deze verklaring zal de gebruiker ook de raad geven contact op te nemen met
de verkoper als deze de apparatuur op een ander netwerk wil gebruiken.”
Tot op heden heeft de Notied Body van CETECOM verschillende pan-Europese goedkeuringen verleend
voor het gebruik van CTR21. De resultaten zijn de eerste modems in Europa die geen regelgevende
goedkeuring vereisen in elk afzonderlijk Europees land.
Non-voice apparatuur
Naast antwoordapparaten en luidsprekertelefoons, kunnen ook modems, faxapparaten, automatische
kiesapparaten en alarmsystemen in aanmerking komen. Apparatuur waarvoor de end-to-end kwaliteit
van de spraak door voorschriften worden beheerd (bijv. telefoons met handsets en in sommige landen
ook draadloze telefoons), is uitgesloten.
Bijlage B
81
Naleving interne modem (Vervolg)
Deze tabel toont de landen die momenteel onder de CTR21-
standaard vallen.
Land Van toepassing Meer tests
Oostenrijk
1
Ja Nee
België Ja Nee
Tsjechische Republiek Nee Niet van toepassing
Denemarken
1
Ja Ja
Finland Ja Nee
Frankrijk Ja Nee
Duitsland Ja Nee
Griekenland Ja Nee
Hongarije Nee Niet van toepassing
IJsland Ja Nee
Ierland Ja Nee
Italië In behandeling In behandeling
Israël Nee Nee
Liechtenstein Ja Nee
Luxemburg Ja Nee
Nederland
1
Ja Ja
Noorwegen Ja Nee
Polen Nee Niet van toepassing
Portugal Nee Niet van toepassing
Spanje Nee Niet van toepassing
Zweden Ja Nee
Zwitserland Ja Nee
Verenigd Koninkrijk Ja Nee
Deze informatie werd gekopieerd van CETECOM wordt geleverd zonder enige verantwoordelijkheid.
Updates van deze tabel kunt u vinden op http://www.cetecom.de/technologies/ctr_21.html
1
De nationale vereisten zullen alleen van toepassing zijn als het apparaat pulskiezen mag gebruiken
(fabrikanten kunnen in de gebruiksaanwijzing vermelden dat het apparaat alleen bedoeld is om DTMF-
signalen te ondersteunen, zodat alle extra tests overbodig worden).
In Nederland zijn extra tests vereist voor aansluiting in serie en faciliteiten voor de beller-ID.
B Bijlage
82
(Afgedrukt van de Code van Federale Voorschriften nr. 47, deel 15.193, 1993. Washington DC: Ofce of the
Federal Register, National Archives en Records Administration, U.S. Government Printing Ofce.)
Waarschuwing CE-markering
Dit is een Klasse B-product. In een huiselijke omgeving kan dit product radiostoringen veroorzaken. In
dat geval kan de gebruiker worden gevraagd de nodige maatregelen te nemen.
FCC-verklaring (Federal Communications Commission)
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is onderhevig aan de volgende
twee voorwaarden:
Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken en
Dit apparaat moet elke ontvangen storing aanvaarden, met inbegrip van storing die ongewenste
werking kan veroorzaken.
Dit apparaat werd getest en voldoet aan de beperkingen voor een klasse B digitaal apparaat, in naleving
van deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze limieten zijn vastgesteld om een redelijke beveiliging te
bieden tegen schadelijke storingen in een residentiële installatie. Dit apparaat genereert, gebruikt en kan
radiofrequentie-energie uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met
de instructies, schadelijke storing veroorzaken in radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat er
geen storing zal optreden in een particuliere installatie. Indien dit apparaat toch schadelijke storingen
veroorzaakt aan radio- of televisieontvangst, wat kan vastgesteld worden door het apparaat in en uit te
schakelen, moet de gebruiker deze storing proberen te corrigeren door een of meer van de volgende
maatregelen te nemen:
Wijzig de richting van de ontvangstantenne of verplaats de antenne.
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact op een ander circuit dan dat waarop de ontvanger is
aangesloten.
Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio/Tv-technicus voor hulp.
WAARSCHUWING! Het gebruik van een voedingskabel van het beschermde type is
vereist om te voldoen aan de FCC-emissiebeperkingen en om storingen in nabijgele-
gen radio- en tv-ontvangst te voorkomen. Het is van essentieel belang dat alleen de
meegeleverde voedingskabel wordt gebruikt. Gebruik alleen afgeschermde kabels
om I/O-apparaten aan te sluiten op deze uitrusting. Alle wijzigingen of aanpassingen
die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is voor
de naleving, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om het apparaat te bedienen
nietig verklaren.
Bijlage B
83
R&TTE-richtlijn (1999/5/EG)
De volgende items zijn afgewerkt en gelden als relevant en voldoende voor de R&TTE-richtlijn (Radio
& Telecommunications Terminal Equipment):
Essentiële vereisten zoals in [Artikel 3]
Beschermingsvereisten voor gezondheid en veiligheid zoals in [Artikel 3.1a]
Tests voor elektrische veiligheid volgens [EN 60950]
Beschermingsvereisten voor elektromagnetische compatibiliteit in [Artikel 3.1b]
Test voor elektromagnetische compatibiliteit in [EN 301 489-1] & [EN 301]
Tests volgens [489-17]
Effectief gebruik van het radiospectrum zoals in [Artikel 3.2]
Radio testsuites volgens [EN 300 328-2]
FCC-vereisten radiofrequentiestoringen
Door zijn werking binnen het frequentiebereik van 5,15 tot 5,25 GHZ is dit apparaat beperkt tot GEBRUIK
BINNENSHUIS. FCC vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt voor het frequentiebereik van
5,15 tot 5,25 GHz om potentiële schadelijke storingen aan bijkanalen van mobiele satellietsystemen te
verminderen.
Radars met een hoog vermogen worden toegewezen als de primaire gebruikers van de banden 5,25
tot 5,35 GHz en 5,65 tot 5,85 Ghz. Deze radarstations kunnen storingen en/of schade aan dit apparaat
veroorzaken.
BELANGRIJK! Dit apparaat en zijn antenne(s) mogen niet samen worden geplaatst of
in combinatie worden gebruikt met een andere antenne of zender.
Waarschuwing van FCC voor blootstelling aan
radiofrequenties (RF)
Deze apparatuur voldoet aan de beperkingen van de FCC met betrekking tot de blootstelling aan radio-
frequenties, zoals uiteengezet voor een niet-gecontroleerde omgeving. Om de ,naleving te handhaven
, moet u de bedieningsinstructies in de handleiding volgen. Deze apparatuur is voorzien voor gebruik
binnen het frequentiebereik 5,5 GHz en 5,25GHz en is beperkt tot gebruik binnenshuis.
FCC-waarschuwing: aanpassingen en wijzigingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd
door de partij die verantwoordelijk is voor de naleving kunnen de bevoegdheid van
de gebruiker om dit apparaat te gebruiken, vernietigen. “De fabrikant verklaart dat
het apparaat is beperkt tot de kanalen 1 tot en met 11 in het frequentiebereik van 2,4
GHz door de rmware die onder beheer staat van de Verenigde Staten.”
B Bijlage
84
Beperkte draadloze frequentiebanden Frankrijk
Sommige gebieden in Frankrijk hebben een beperkte frequentieband. In het slechtste geval is de maximale
toegelaten spanning binnenshuis:
10mW voor de volledige 2,4 GHz band (2400 MHz–2483,5 MHz)
100mW voor frequenties tussen 2446,5 MHz en 2483,5 MHz
OPMERKING: Kanalen 10 tot 13 inclusief werken in de band 2446,6 MHz tot 2483,5
MHz.
Er zijn slechts enkele mogelijkheden voor gebruik buitenshuis: Op privé-eigendom of op privé-eigendom
van publieke personen is het gebruik onderworpen aan een voorafgaande goedkeuringsprocedure door
het Ministerie van Defensie, met een maximaal toegelaten vermogen van 100mW in de 2446,5–2483,5
MHz-band. Het gebruik buitenshuis op openbare eigendom is niet toegelaten.
In de onderstaande departementen voor de volledige 2,4 GHz-band:
Maximaal toegelaten vermogen binnenshuis is 100mW
Maximaal toegelaten vermogen buitenshuis is 10mW
Departementen waar het gebruik van de 2400–2483,5 MHz-band is toegelaten met een EIRP van minder
dan 100mW binnenshuis en minder dan 10mW buitenshuis:
01 Ain Orientales 02 Aisne 03 Allier 05 Hautes Alpes
08 Ardennes 09 Ariège 11 Aude 12 Aveyron
16 Charente 24 Dordogne 25 Doubs 26 Drôme
32 Gers 36 Indre 37 Indre et Loire 41 Loir et Cher
45 Loiret 50 Manche 55 Meuse 58 Nièvre
59 Nord 60 Oise 61 Orne 63 Puy du Dôme
64 Pyrénées Atlantique 66 Pyrénées 67 Bas Rhin 68 Haut Rhin
70 Haute Saône 71 Saône et Loire 75 Paris 82 Tarn et Garonne
84 Vaucluse 88 Vosges 89 Yonne 90 Territoire de Belfort
94 Val de Marne
Deze vereiste zal mogelijk na verloop van tijd worden gewijzigd, zodat u uw draadloze LAN-kaart in
meer gebieden in Frankrijk zult kunnen gebruiken. Raadpleeg ART voor de meest recente informatie
(www.art-telecom.fr)
OPMERKING: Uw WLAN-kaart zendt minder dan 100mW maar meer dan 10mW uit.
Draadloos gebruikskanaal voor verschillende domeinen
N. Amerika 2.412-2.462 GHz Kanalen 01 tot 11
Japan 2.412-2.484 GHz Kanalen 01 tot 14
Europa (ETSI) 2.412-2.472 GHz Kanalen 01 tot 13
Bijlage B
85
UL-veiligheidsrichtlijnen
Vereist voor UL 1459-dekkende telecommunicatieapparatuur (telefoon) die bedoeld is voor elektrische
aansluiting op een telecommunicatienetwerk dat een werkspanning voor de aarding heeft die de 200V-
piek, 300V piek-naar-piek en 105V rms niet overschrijdt, en in overeenstemming met de Nationale
Elektrische Code (NFPA 70) wordt geïnstalleerd of gebruikt.
Wanneer u de modem van de notebook gebruikt, dient u altijd de standaard veiligheidsmaatregelen
op te volgen om het risico op brand, elektrische schokken en persoonlijk letsel, inclusief de volgende
voorschriften, te voorkomen:
Gebruik de notebook niet in de nabijheid van water, zoals bij een badkuip, een wastafel, een gootsteen
of een wasmachine, in een vochtige kelder of bij een zwembad.
Gebruik de notebook niet tijdens een onweer. Er kan een klein risico bestaan op elektrische schok
door bliksem.
Gebruik de notebook niet in de buurt van een gaslek.
Vereist voor UL 1642-dekkende primaire (niet oplaadbare) en secundaire (oplaadbare) lithiumbatterijen
voor gebruik als voedingsbron in de producten. Deze batterijen bevatten metaallithium, een lithiumlegering
of een lithium-ion en kunnen samengesteld zijn uit één elektrochemische cel of uit twee of meer cellen
die serieel, parallel of op beide manieren aangesloten zijn, en die de chemische energie converteren naar
elektrische energie door een onomkeerbare of omkeerbare chemische reactie.
Gooi de batterijdoos van de notebook niet in het vuur, aangezien de batterij kan ontploffen. Raadpleeg
de lokale richtlijnen voor mogelijke speciale voorschriften op het vlak van afvalverwijdering om het
risico op lichamelijke letsels door brand of explosie te voorkomen.
Gebruik geen voedingsadapters of batterijen van andere apparaten om het risico op lichamelijke
letsels door brand of explosie te vermijden. Gebruik alleen UL-gecerticeerde voedingsadapters of
batterijen die door de fabrikant of een erkende verdeler zijn geleverd.
Vereiste spanningsveiligheid
Product met een elektrisch stroombereik tot 6A en een gewicht van meer dan 3 kg moeten goedgekeurde
voedingskabels gebruiken die groter zijn dan of gelijk aan: H05VV-F, 3G, 0.75mm
2
of H05VV-F, 2G,
0.75mm
2
.
B Bijlage
86
Waarschuwingen Nordic lithium (voor lithium-ionbatterijen)
(Japanese)
CAUTION! Danger of explosion if battery is incorrectly replaced. Replace only with
the same or equivalent type recommended by the manufacturer. Dispose of used bat-
teries according to the manufacturers instructions. (English)
ATTENZIONE! Rischio di esplosione della batteria se sostituita in modo errato. Sosti-
tuire la batteria con un una di tipo uguale o equivalente consigliata dalla fabbrica. Non
disperdere le batterie nell’ambiente. (Italian)
VORSICHT! Explosionsgetahr bei unsachgemäßen Austausch der Batterie. Ersatz nur
durch denselben oder einem vom Hersteller empfohlenem ähnlichen Typ. Entsorgung
gebrauchter Batterien nach Angaben des Herstellers. (German)
ADVARSELI! Lithiumbatteri - Eksplosionsfare ved fejlagtig håndtering. Udskiftning
kun ske med batteri af samme fabrikat og type. Levér det brugte batteri tilbage til
leverandøren. (Danish)
VARNING! Explosionsfara vid felaktigt batteribyte. Använd samma batterityp eller en
ekvivalent typ som rekommenderas av apparattillverkaren. Kassera använt batteri enligt
fabrikantens instruktion. (Swedish)
VAROITUS! Paristo voi räjähtää, jos se on virheellisesti asennettu. Vaihda paristo aino-
astaan laitevalmistajan sousittelemaan tyyppiin. vi ytetty paristo valmistagan ohjeiden
mukaisesti. (Finnish)
ATTENTION! Il y a danger d’explosion s’il y a remplacement incorrect de la bat-
terie. Remplacer uniquement avec une batterie du mêre type ou d’un type équivalent
recommandé par le constructeur. Mettre au rebut les batteries usagées conformément
aux instructions du fabricant. (French)
ADVARSEL! Eksplosjonsfare ved feilaktig skifte av batteri. Benytt samme batteritype
eller en tilsvarende type anbefalt av apparatfabrikanten. Brukte batterier kasseres i
henhold til fabrikantens instruksjoner. (Norwegian)
Bijlage B
87
Onderhoudswaarschuwingslabel
WAARSCHUWING: Wanneer u andere aanpassingen of procedures uitvoert dan deze
die in de gebruiksaanwijzing zijn opgegeven, kunt u worden blootgesteld aan gevaar-
lijke laserstraling. Probeer het optisch station niet te demonteren. Voor uw veiligheid
raden wij u aan het optische station alleen door een erkende serviceverlener te laten
onderhouden of repareren.
OPGELET: ONZICHTBARE LASERSTRALING WANNEER GEOPEND. KIJK NIET IN DE
STRAAL OF KIJK NIET RECHTSTREEKS MET OPTISCHE INSTRUMENTEN.
CDRH-voorschriften
Het Centrum voor apparaat- en radiologische gezondheid (Center for Devices and Radiological
Health,CDRH) van de U.S. Food and Drug Administration (Amerikaanse voedings- en geneesmid-
delenbureau) heeft op 2 augustus 1976 voorschriften opgelegd voor laserproducten. Deze voorschriften
zijn van toepassing op laserproducten die werden geproduceerd vanaf 1 augustus 1976. De naleving is
verplicht voor producten die in de Verenigde Staten worden verdeeld.
Productmededeling Macrovision Corporation
In dit product is de kopieerbeveiligingstechnologie geïntegreerd dat wordt beschermd door methodeclaims
van sommige Amerikaanse patenten en andere intellectuele eigendomsrechten die eigendom zijn van
Macrovision Corporation en andere eigenaars van rechten. Het gebruik van deze kopieerbeveiligingstech-
nologie moet door Macrovision Corporation zijn goedgekeurd en is alleen bedoeld voor huishoudelijk
gebruik en andere beperkte weergavemethodes, tenzij anders toegelaten door Macrovision Corporation.
Reverse engineering of demontage is verboden.
Veiligheidsinformatie optisch station
Informatie laserveiligheid
Interne of externe optische stations die met deze notebook worden verkocht bevatten een LASERPROD-
UCT VAN KLASSE 1. U kunt de laserclassicatie terugvinden in de woordenlijst aan het einde van
deze gebruiksaanwijzing.
WAARSCHUWING: Het gebruik van bedieningselementen of aanpassing van de presta-
ties van procedures die niet in dit document of in de installatiegids van het laserproduct
zijn vermeld, kunnen een gevaarlijke blootstelling aan straling veroorzaken.
B Bijlage
88
CTR 21-goedkeuring (voor notebook met geïntegreerde modem)
Danish
Dutch
English
Finnish
French
German
Greek
Italian
Portuguese
Spanish
Swedish
Bijlage B
89
B Bijlage
90
Informatie over de notebook
Deze pagina is voorzien voor het noteren van informatie met betrekking tot uw notebook, zodat u deze
gegevens later kunt raadplegen of gebruiken voor de technische ondersteuning. Als u de wachtwoorden
hebt ingevuld, dient u deze gebruiksaanwijzing op een veilige locatie te bewaren.
Naam eigenaar: ____________________________ Telefoon eigenaar: ______________
Fabrikant: __________________ Model: ____________ Serienummer: ______________
Beeldschermgrootte: _____ Resolutie: _________Geheugengrootte: ______________
Verkoper: __________________Plaats: __________ Aankoopdatum: ______________
Fabrikant harde schijf: _____________________________ Capaciteit: ______________
Fabrikant optisch station: _______________________________ Type: ______________
BIOS-versie: _________________________________________ Datum: ______________
Accessoires: _____________________________________________________________
Accessoires: _____________________________________________________________
Software
Besturingssysteem: _________ Versie: ____________ Serienummer: ______________
Software: __________________ Versie: ____________ Serienummer: ______________
Software: __________________ Versie: ____________ Serienummer: ______________
Beveiliging
Naam supervisor: _____________________ Wachtwoord supervisor: ______________
Gebruikersnaam: _______________________Gebruikerswachtwoord: ______________
Netwerk
Gebruikersnaam: ______ Wachtwoord: _________________ Domein: ______________
Gebruikersnaam: ______ Wachtwoord: _________________ Domein: ______________
77


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for ASUS F3SV at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of ASUS F3SV in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 7,06 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info