20
Installatie
Het plaatsen van de wasmachine
De wasmachine kan worden ingebouwd of
vrijstaand worden geplaatst. Let er bij de
plaatsing op dat de stekker makkelijk be-
reikbaar is.
A. Inbouw
De wasmachine kan onder een blad wor
-
den ingebouwd met een werkhoogte van
850 - 900 mm. Laat rond de machine 5 mm
tussenruimte vrij, ook tussen de achterkant
van het bovenblad en de wand erachter.
B. Vrijstaand
De wasmachine kan naast of onder de was
-
droger worden geplaatst.
Pootjes afstellen
Stel de pootjes zo af dat de machine stevig
en horizontaal op de vloer staat. Draai de
borgmoeren aan.
Water aansluiten
De aansluiting van het water moet worden
uitgevoerd door een erkende installateur.
Sluit de machine aan met de bijgeleverde
toevoerslang. De waterdruk moet 0,1–1
MPa bedragen (ca. 1–10 kp/cm
2
; 10-100 N/
cm
2
).
De waterleiding moet zijn voorzien van een
afsluitkraan.
Als de leiding nieuw geïnstalleerd is, kan
het handig zijn om deze flink door te spoe-
len om eventueel vuil in de leiding weg te
spoelen. De zeef in de waterinlaat van de
machine kan anders door het vuil verstopt
raken, waardoor de watertoevoer stopt.
Afvoer aansluiten
De machine wordt geleverd met een aange-
sloten afvoerslang, die moet worden be-
vestigd aan een wastafel of rechtstreeks op
de afvoer. De afvoerhoogte moet 600 – 900
mm boven de vloer zijn.
De laagste positie (600 mm) verdient altijd
de voorkeur. Zorg ervoor dat er geen knik-
ken in de afvoerslang komen.
Borgmoer
600-900 mm