5CS-175-275-575 series • LED-gebruikersgids
LED-bediendeel
a
Spanning (groen). De LED is aan als het systeem
aangesloten is op netspanning en als de accu in orde is.
De LED knippert als de accu bijna leeg is of als deze niet is
aangesloten. De LED is uit als het systeem niet is aangesloten
op netspanning.
b
Gereed (groen). De LED is aan als het systeem klaar is om
te worden ingeschakeld. De LED knippert als het systeem
klaar is om geforceerd te worden ingeschakeld. Als de LED uit
is, kan het systeem niet worden ingeschakeld, meestal omdat
er sprake is van een zonestoring.
c
Brand (rood). Als de LED aan is, is een brandzone
geactiveerd. Als de LED snel knippert, is er sprake van
een probleem met de brandzone.
g
Aanwezig. Met deze functietoets schakelt u een deel van
uw systeem in. Als u hierop drukt, worden alle interne
zones uitgeschakeld, maar blijft de perimeter beschermd.
h
Afwezig. Met deze toets schakelt u alle zones in voordat
u weggaat.
i
Overbruggen. Met deze toets overbrugd u zones (sluit
u zones uit).
jk
Navigatietoetsen. Met deze toetsen bladert u door de
opties.
l
Deurbel. Met deze toets schakelt u de deurbel in of uit.
@
Hekje-toets. Met deze toets hebt u toegang tot modules en
locaties.
$
Sterretje-toets. Met deze toets hebt u toegang tot taken en
kunt u gegevens invoeren.