27
Droog zuigen
LET OP! U dient het gedeelte
‚Veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen‘ te hebben gelezen,
alle informatie daarin te hebben begrepen en
deze op te volgen.
N.B.: Zuig nooit gevaarlijke stoffen op. Door
gebruik van een verkeerde stofzak komt de
garantie te vervallen.
Controleer dat de stekker niet in de contactdoos
is gestoken.
Zorg ervoor dat het schuimfilter 9 (B1) schoon en
droog is en over de filterkorf 3 (B1) is aangebracht
(B14).
Schuif de stofzak (10) over de slangnippel (B15) in
het reservoir. Druk de stofzak zover op de nippel
totdat deze vastklikt (B16). Let erop dat de stofzak
niet beschadigd raakt.
Plaats het bovendeel weer op het reservoir en
vergrendel dit met de klemmen (B8), (B9).
Steek het grote uiteinde van de slang in de voors
-
te aanzuignippel (17) op het reservoir (B10) en
schroef dit vast door dit naar rechts te draaien.
Selecteer de gewenste zuigmond
5 of 7 (B1) of de
rvs buis 6 (B1) en schuif deze over de aanzuigbuis
4 (B1).
Controleer of de ON/OFF-schakelaar 13 (B1) op
het apparaat in stand „OFF“ staat (stand „0“)
alvorens de stekker in de contactdoos te steken.
Steek de stekker in de contactdoos.
Schakel de motor in (ON/OFF-schakelaar in de
stand „I“).
Zodra u klaar bent met stofzuiger, de motor
uitschakelen door de ON/OFF-schakelaar 13 (B1)
weer in de stand „OFF“ (stand „0“) te duwen.
Trek de stekker uit de contactdoos.
Controleer regelmatig de stofzak 10 (B1) en ver
-
vang deze zodra deze ca. voor 2/3 gevuld is. De
zak is zodanig ontworpen dat deze slechts lucht
maar geen stof door het papier doorlaat; gebruik
-
te stofzakken niet hergebruiken.
N.B.: Gebruik de stofzak niet voor het opzuigen
van scherpe of natte voorwerpen.
Zuigen met het plooifilter (11)
Bij gebruik van het plooifilter (11) is geen stofzak
(10) en schuimfilter (9) vereist. Verwijder deze
indien nodig.
Breng het plooifilter van bovenaf op de filterkorf
3 aan (B17). Reinig het filter nadat dit enige tijd is
gebruikt; klop of borstel het filter daartoe uit.
Maak het reservoir (15) leeg in een vuilnisbak na
het zuigen.
Optionele accessoires
Zorg ervoor dat het schuimfilter 9 (B1) schoon en
droog is en over de filterkorf 3 (B1) is aangebracht
(B14) alvorens het droogfilter 28 (B1) te plaatsen.
Trek het droogfilter voorzichtig over het schuim
-
filter (B18).
Controleer of het droogfilter het schuimfilter
volledig afdekt. Controleer tevens of alle hoeken
van het droogfilter door de bevestigingsring op
de plaats worden gehouden.
Nat zuigen
LET OP! U dient het gedeelte
‚Veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen‘ te hebben gelezen,
alle informatie daarin te hebben
begrepen en deze op te volgen.
N.B.: Zuig nooit gevaarlijke stoffen op.
Controleer dat de stekker niet in de contactdoos
is gestoken.
Controleer of het reservoir 15 (B1) vrij is van stof
en vuil.
Verwijder de stofzak 10 (B1) en het plooifilter 11
(B1). Laat het schuimfilter 9 (B1) over de filterkorf
zitten.
Plaats het bovendeel weer op het reservoir en
vergrendel dit met de klemmen (B8), (B9)
.
Steek het grote uiteinde van de slang in de voors
-
te aanzuignippel (17) op het reservoir (B10) en
schroef dit vast door dit naar rechts te draaien.
Selecteer de gewenste zuigmond
5 of 7 (B1) of de
rvs buis 6 (B1) en schuif deze over de aanzuigbuis
4 (B1).
Controleer of de ON/OFF-schakelaar 13 (B1) op
het apparaat in stand „OFF“ staat (stand „0“)
alvorens de stekker in de contactdoos te steken.
Steek de stekker in de contactdoos.
Schakel de motor in (ON/OFF-schakelaar in de
stand „I“).
Zodra u klaar bent met nat zuigen, de motor
uitschakelen door de ON/OFF-schakelaar 13 (B1)
weer in de stand „OFF“ (stand „0“) te duwen.
Trek de stekker uit de contactdoos.
Na gebruik moet u het reservoir 15 (B1) leegma
-
ken en uitdrogen met een doek, om stank- en
schimmelvorming te voorkomen.