Hoofdstuk 3 Basiskenmerken 27
Als u gebruik wilt maken van de continuïteitsvoorzieningen, hebt u iOS 8 of OS X Yosemite
nodig en een iPhone 5 (of nieuwer), een iPod touch van de vijfde generatie (of nieuwer), een
iPad van de vierde generatie (of nieuwer) en een ondersteunde Mac-computer. Raadpleeg
support.apple.com/kb/HT6337?viewlocale=nl_NL voor meer informatie.
Hando
U kunt een bepaalde taak op het ene apparaat starten en hiermee verdergaan op een ander
apparaat. U kunt Hando gebruiken met Mail, Safari, Pages, Numbers, Keynote, Kaarten,
Berichten, Herinneringen, Agenda, Contacten en zelfs enkele apps van andere ontwikkelaars. Als
u met Hando wilt werken, moeten uw apparaten met dezelfde Apple ID bij iCloud zijn ingelogd
en moeten alle apparaten zich binnen het Bluetooth-bereik bevinden (ongeveer 10 meter).
Schakelen tussen apparaten: Veeg omhoog vanaf de onderrand van het toegangsscherm (op de
plek van het symbool van de app-activiteit) of ga naar het multitaskingscherm en tik op de app.
Open op uw Mac de app die u op het iOS-apparaat gebruikte.
Hando uitschakelen op uw apparaten: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Hando en
voorgestelde apps'.
Hando uitschakelen op uw Mac: Ga in Systeemvoorkeuren naar 'Algemeen' en schakel 'Sta
Hando tussen deze Mac en uw iCloud-apparaten toe' uit.
Telefoongesprekken
U kunt op uw iPad, iPod touch of Mac (met iOS 8 of OS X Yosemite) bellen en gebeld worden
als uw iPhone zich in de omgeving van deze apparaten bevindt, met hetzelfde Wi-Fi-netwerk
is verbonden en met dezelfde Apple ID bij iCloud en FaceTime is ingelogd. (Zorg er op de
iPhone voor dat 'Sta Wi-Fi-oproepen toe' is uitgeschakeld in 'Instellingen' > 'Telefoon' >
'Wi-Fi-oproepen'.)
Bellen met de iPad, iPod touch of Mac: Tik of klik op een telefoonnummer in Contacten,
Agenda of Safari. Op de iPad of iPod touch kunt u in het multitaskingscherm ook tikken op een
contactpersoon waarmee u onlangs contact hebt gehad.
Gesprekken via het mobiele netwerk uitschakelen: Tik op 'Instellingen' > 'FaceTime' en schakel
'Bellen via de iPhone' uit.
Berichten
Tijdens het versturen en ontvangen van sms- en mms-tekstberichten kunt u schakelen tussen
uw iOS-apparaten en Mac-computers (met iOS 8 of OS X Yosemite). Hiervoor logt u bij iMessage
in met dezelfde Apple ID als op uw iPhone. Zie Sms, mms en iMessages op pagina 82 voor
meer informatie.
Instant Hotspot
Met Instant Hotspot op de iPhone kunt u uw andere apparaten of Mac-computers (met iOS 8 of
OS X Yosemite) die met dezelfde Apple ID bij iCloud zijn ingelogd internettoegang geven. Instant
Hotspot maakt gebruik van uw persoonlijke hotspot op de iPhone. U hoeft geen wachtwoord op
te geven en u hoeft zelfs de persoonlijke hotspot niet in te schakelen.
Instant Hotspot gebruiken: Tik op 'Instellingen' > 'Wi-Fi' op uw andere iOS-apparaat en selecteer
uw iPhone-netwerk onder 'Persoonlijke hotspots'. Kies op uw Mac uw iPhone-netwerk uit de
Wi-Fi-instellingen.
Wanneer u de hotspot niet gebruikt, wordt de verbinding met uw apparaten verbroken om de
batterij te sparen. Zie Persoonlijke hotspot op pagina 42 voor meer informatie.