Andere nuttige functies
47
In modus 3 (Cinema) beeldt de monitor een
normaal beeld af door het horizontaal en
verticaal uit te rekken. Deze modus is geschikt
voor de afbeelding van beelden in
bioscoopformaat met een verhouding 16:9.
In modus 4 (Normaal) beeldt de monitor een
normaal beeld af in het midden van het scherm
met aan beide zijden een verticale band.
*
4
Stel SPE.ANA in op ON om de SPE.ANA
afbeelding te selecteren (zie “Afbeelding van
de spectrumanalysator” op pagina 43).
Druk op de
TITLE toets om de gewenste
SPE.ANA modus van 1 tot 6 te selecteren en
druk dan op de SCAN toets.
*
5
De bron, het disknummer, de verstreken tijd
enz. worden afgebeeld.
OPMERKINGEN
•
Als AUX IN (AUX1, AUX2, AUX3) en NAV.IN
ingesteld zijn op ON, wordt de AUX (AUX1, AUX2) en
NAV. modus afgebeeld (zie “Instellen van de externe
ingang” op pagina 42).
•
Om te veranderen van geluidsbron drukt u op de
SOURCE/PWR toets tijdens de functie SIMUL. Als
het beeld en het geluid van dezelfde bron komen,
wordt de functie SIMUL niet geannuleerd.
Houd de V.SEL toets minstens 2 seconden
ingedrukt om de functie SIMUL te annuleren.
De afbeeldingsmodus
omschakelen
Houd de FUNC toets minstens 2 seconden
ingedrukt in de modus AUX.
Door herhaaldelijk te drukken selecteert u
achtereenvolgens de volgende weergavemodi:
In modus 1 (Breed) beeldt de monitor een
normaal beeld breder af door het gelijkmatig
horizontaal uit te rekken om in de
breedbeeldmonitor te passen.
In modus 2 (Zoom) beeldt de monitor een
normaal beeld breder af door het ongelijkmatig
uit te rekken om in de breedbeeldmonitor te
passen. Het middelste deel van het beeld wordt
slechts lichtjes uitgerekt zodat het natuurlijk
overkomt.
1
2