15
-
NL
Druk op de SOURCE/POWER-toets om de
gewenste middenfrequentie voor lage tonen te
kiezen.
80Hz → 100Hz → 120Hz → 60Hzz → 80Hz
Beklemtoont de op het display getoonde
frequentiebereiken van de lage tonen.
Druk op BAND om de gewenste bandbreedte voor
de lage tonen te kiezen.
Verander de bandbreedte voor de versterking van de
lage tonen naar breed of smal. Een brede instelling
versterkt een ruim frequentiebereik boven en onder de
middenfrequentie. Een smalle instelling versterkt alleen
de frequenties nabij de middenfrequentie.
Draai aan de encoder-draaiknop om het
gewenste niveau voor de lage tonen (-7~+10) te
kiezen.
U kunt het niveau van de lage tonen beklemtonen of
afzwakken.
Druk op de MENU-toets en kies RETURN.
Na 2 seconden keert het toestel terug naar de normale
modus.
Houd de MENU-toets minstens 2 seconden ingedrukt om
terug te keren naar de normale modus.
• Als u binnen 60 seconden niet op een toets drukt, wordt de
lagetonenregeling automatisch uitgeschakeld.
• De instellingen van het niveau van de lage tonen worden
afzonderlijk in het geheugen opgeslagen voor elke bron (FM, MW
(LW), CD, enz.) tot de instelling wordt gewijzigd. De instellingen
voor de middenfrequentie en de bandbreedte van de lage tonen
voor één bron gelden ook voor alle andere bronnen (FM, MW
(LW), CD, enz.).
• Afhankelijk van de aangesloten apparaten kan het zijn dat
bepaalde functies en indicatoren op het display niet werken. Het
niveau van de lage tonen kan echter nog wel worden ingesteld als
een audioprocessor met lagetonenregeling wordt aangesloten.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie is
ingeschakeld.
• Als u in de modus voor lagetonenregeling op of
drukt, gaat het toestel over naar de modus voor
hogetonenregeling.
*
1
U kunt de instelling ook aanpassen door op MODE te drukken. Zie
“Regeling lage tonen/hoge tonen/balans (links-rechts)/fader
(voor-achter)/defeat” (pagina 15).
Display niveau-indicator voor lage tonen
4
Het niveau van de lage tonen instellen
3-2
De bandbreedte voor de lage tonen instellen
3-1
De middenfrequentie van de lage tonen instellen
Regeling lage tonen/hoge tonen/balans
(links-rechts)/fader (voor-achter)/defeat
Druk herhaaldelijk op de MODE om de gewenste
modus te kiezen.
Door herhaaldelijk te drukken selecteert u
achtereenvolgens de volgende modus:
BASS → TREBLE → SUBW* → BALANCE
→ FADER → DEFEAT → VOLUME → BASS
Niveau lage tonen: –7 ~ +10
Niveau hoge tonen: –7 ~ +7
Subwoofer: 0 ~ +15
Balans: L15 ~ R15
Fader: R15 ~ F15
Defeat: AAN/UIT
Volume: 0 ~ 35
• Als u de MODE-toets niet binnen 5 seconden indrukt nadat u de
modus BASS, TREBLE, BALANCE, FADER, DEFEAT of
SUBWOOFER heeft gekozen, keert het toestel automatisch terug
naar de normale modus.
* Als de subwoofermodus op OFF staat, kan het niveau niet worden
aangepast.
Draai aan de encoder-draaiknop tot u in elke
modus de gewenste klank verkrijgt.
Door defeat in te schakelen (ON), keren voordien
aangepaste instellingen voor lage en hoge tonen terug
naar de fabriekswaarden.
Regeling van de lage tonen
U kunt de klemtoon van de middenfrequentie van de lage tonen
wijzigen om uw eigen klankbeeld te scheppen.
Druk op de MENU-toets om de modus BASS
ENGINE te kiezen en druk vervolgens op MODE.
BASS ENGINE → SETUP → RETURN (OFF) → BASS ENGINE
Druk op of om de regelmodus voor de
lage tonen (lagetonen-middenfrequentie) te kiezen.
BASS ↔ TREBLE
2
1
2
1
Instelling van het geluid
Meestal wordt het niveau van de lage tonen weergegeven.