Regeling van de hoge tonen
U kunt de klemtoon van de frequentie van de hoge
tonen wijzigen om uw eigen klankbeeld te scheppen.
Druk op de TREBLE C. toets om de instelmo-
dus van de hoge tonen aan te schakelen.
De frequentie van de hoge tonen instellen:
Druk op de DN of de UP toets om de
gewenste centrale frequentie van de hoge
tonen te selecteren.
10kHz 12,5kHz 15kHz 17,5kHz
Beklemtoont de afgebeelde frequentiebereiken
van de hoge tonen.
Het niveau van de hoge tonen instellen:
Druk op de draaiknop
(CDM-7874R)
of druk op
de toetsen en
(CDM-7872R/CDM-7871R/
CDE-7860R)
om het gewenste niveau van de
hoge tonen te selecteren (-7 ˜ +7).
U kunt de frequentie van de hoge tonen ver-
sterken of verzwakken.
Opmerkingen
• Als u binnen de 5 seconden niet op een toets drukt,
wordt de instelling van de hoge-tonenregeling automa-
tisch uitgeschakeld.
• De instellingen van de hoge tonen worden afzonderlijk
opgeslagen voor elke bron (FM, MW (LW), cd) tot de
instelling wordt gewijzigd. Afhankelijk van de aange-
sloten toestellen, kan het zijn dat bepaalde functies en
indicators op het display niet werken.
Regeling van de lage tonen
U kunt de klemtoon van de frequentie van de lage
tonen wijzigen om uw eigen klankbeeld te scheppen.
Druk op de BASS C. toets om de instelmodus
van de lage tonen aan te schakelen.
De basfrequentie instellen:
Druk op de DN of de UP toets om de
gewen-ste centrale frequentie van de lage
tonen te selecteren.
60Hz 80Hz 100Hz 200Hz
Beklemtoont de afgebeelde basfrequentiebereiken.
De bandbreedte voor de lage tonen instellen
(Q-factor):
Druk op de BAND toets om de gewenste band-
breedte voor de lage tonen in te stellen.
WIDE1 WIDE2 WIDE3 WIDE4
(Breed) (Smal)
Wijzigt de afgebeelde frequentiebandbreedte naar
breed of smal.
Het basniveau instellen:
Druk op de of de toets om het gewenste
basniveau te selecteren (-7 ˜ +7).
U kunt de basfrequentie versterken of ver-
zwakken.
Opmerkingen
• Als u binnen de 5 seconden niet op een toets drukt,
wordt de instelling van de basregeling automatisch
uitgeschakeld.
• De instellingen van de lage tonen worden afzonderlijk
opgeslagen voor elke bron (FM, MW (LW), cd) tot de
instelling wordt gewijzigd. Afhankelijk van de aange-
sloten toestellen, kan het zijn dat bepaalde functies en
indicators op het display niet werken.
8
1
Basiswerking
2-1
2-2
2-3
1
2-1
2-2