23
-
NL
Kies een van de voorkeuzenummers (1 t/m 6) door
uw vinger naar links of naar rechts te verschuiven
op de GlideTouch-balk. Houd de GlideTouch-
balk minstens 2 seconden ingedrukt onder het
gewenste voorkeuzenummer om de afgeregelde
inhoud op te slaan.
Houd na het instellen de
MENU-toets minstens 2
seconden ingedrukt om terug te keren naar de
normale modus.
• Als op MENU wordt gedrukt tijdens het afregelen of instellen van
items in de MENU-modus, keert het toestel terug naar het vorige
keuzescherm.
• Druk de
GlideTouch-balk in onder RETURN in de MENU-modus
om terug te keren naar de normale modus.
• Als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 60 seconden,
keert het toestel terug naar de normale modus.
De opgeslagen instellingen voor de
tijdcorrectie oproepen
Houd de MENU-toets minstens 2 seconden
ingedrukt.
Selecteer de tijdcorrectiemodus (T.CORR) door uw
vinger naar links of naar rechts te verschuiven op
de
GlideTouch-balk. Druk de GlideTouch-balk
in onder de tijdcorrectiemodus (T.CORR).
Druk op FUNC. of op de GlideTouch-balk om de
voorkeuzestand te activeren.
Kies een van de voorkeuzenummers (1 t/m 6) door
uw vinger naar links of naar rechts te verschuiven
op de
GlideTouch-balk. Druk de GlideTouch-
balk in onder de gewenste voorkeuze om de
opgeslagen inhoud op te roepen.
Houd de
MENU-toets minstens 2 seconden
ingedrukt om terug te keren naar de normale
modus.
• Als op MENU wordt gedrukt tijdens het afregelen of instellen van
items in de MENU-modus, keert het toestel terug naar het vorige
keuzescherm.
• Druk de
GlideTouch-balk in onder RETURN in de MENU-modus
om terug te keren naar de normale modus.
MX-modus instellen
Met MX (Media Xpander) zijn stemmen of instrumenten duidelijk
waarneembaar, ongeacht de muziekbron. De FM-radio, CD- en MP3-
speler kunnen de muziek ook in auto's met veel rijgeluiden duidelijk
weergeven.
Druk op MENU.
Selecteer de MX-modus door uw vinger naar links
of naar rechts te verschuiven op de GlideTouch-
balk
. Druk de GlideTouch-balk in onder de MX-
modus.
Druk de
GlideTouch-balk in onder ON om MX te
activeren.
Houd na het instellen de
MENU-toets minstens 2
seconden ingedrukt om terug te keren naar de
normale modus.
Druk op
SOURCE/POWER om de bron te
selecteren waarvoor u MX (Media Xpander) wenst
te gebruiken.
Houd de
MENU-toets minstens 2 seconden
ingedrukt.
Selecteer de MX-modus door uw vinger naar links
of naar rechts te verschuiven op de
GlideTouch-
balk
. Druk de GlideTouch-balk in onder de MX-
modus.
7
6
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
8
7
Selecteer het MX-niveau door uw vinger naar links
of naar rechts te verschuiven op de GlideTouch-
balk. Druk de GlideTouch-balk in onder het
gewenste niveau of OFF (geen effect).
FM (MX-niveau 1 tot 3):
De middelhoge tot hoge frequenties worden helderder en het
geluid is beter in evenwicht op alle frequenties.
CD (MX-niveau 1 tot 3):
De CD-modus moet tijdens het afspelen een enorm
gegevensvolume verwerken. MX maakt gebruik van dit grote
gegevensvolume om de klank duidelijker en helderder weer
te geven.
CMPM (MX-niveau 1 tot 3):
Hiermee wordt informatie gecorrigeerd die tijdens de
compressie werd verloren. Dit leidt tot een goed
uitgebalanceerd geluid dat het origineel zeer dicht benadert.
DVD (Video CD)
(MOVIE MX-niveau 1 tot 2):
Het dialooggedeelte van een video wordt veel duidelijker
weergegeven.
(DVD MUSIC):
Een DVD of Video-CD bevat een groot gegevensvolume,
zoals een muziekclip. MX gebruikt deze gegevens om het
geluid nauwkeurig weer te geven.
AUX (MX-niveau 1):
Kies de MX-modus (CMPM, MUSIC of MOVIE) die
overeenkomt met de aangesloten media.
Als twee externe toestellen aangesloten zijn, kan voor elk
medium een andere MX-modus worden geselecteerd.
Houd na het instellen de MENU-toets minstens 2
seconden ingedrukt om terug te keren naar de
normale modus.
• Om de MX-modus te annuleren voor alle muziekbronnen, stelt u
MX in op OFF in stap 3.
• Voor elke muziekbron, zoals FM-radio, CD en MP3/WMA, kan
een eigen MX-instelling worden gebruikt.
• Als u op disks met MP3/WMA en CD-DA de bron verandert van
“MP3/WMA naar CD-DA” of “CD-DA naar MP3/WMA”, kan de
omschakeling van de MX-modus een kleine vertraging in het
afspelen veroorzaken.
• Door de instelling MX OFF te kiezen, wordt de MX-modus voor
elke muziekbron uitgeschakeld.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie
ingeschakeld is.
• Er is geen MX-modus voor MW-, LW-radio.
• Als een audioprocessor met de MX-functie (PXA-H701, enz.)
aangesloten is, wordt de eigen MX-bewerking toegepast op de
muziekbron. Aangezien de MX-instellingen van de processor niet
noodzakelijk overeenstemmen met de head-unit, moet de
audioprocessor worden aangepast. Voor meer informatie
verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van de audioprocessor.
• Als RDS-signalen binnenkomen, kan de MX-functie niet worden
uitgevoerd.
• “CMPM” wordt gebruikt voor MP3/WMA, WAV en iPod.
• Als op
MENU wordt gedrukt tijdens het afregelen of instellen van
items in de MENU-modus, keert het toestel terug naar het vorige
keuzescherm.
• Druk de
GlideTouch-balk in onder RETURN in de MENU-modus
om terug te keren naar de normale modus.
• Als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 60 seconden,
keert het toestel terug naar de normale modus.
MX-indicatoren (alleen CDA-9853R)
9
8