De hendel heeft twee standen:
«A» = Handrem uitgeschakeld
«B» = Handrem ingeschakeld
– Om de handrem in te schakelen duwt u de pedaal (4.3) volledig in en zet u de hendel in
de stand «B»; wanneer de voet van de pedaal wordt gehaald, blijft deze in de laagste
stand staan.
– Om de handrem uit te schakelen duwt u opnieuw de pedaal (4.3) in, waarna de hendel
automatisch terugkomt in de stand «A».
4.4 V
ERSNELLINGSPOOK
Deze hendel heeft vijf standen die overeenstemmen met drie versnellingen vooruit, de
vrije stand «N» en de achteruitrijversnelling «R».
– Om van de ene versnelling naar de andere te schakelen, duwt u de pedaal (4.3) voor de
helft in en verplaatst u de pook volgens de aanwijzingen op het label.
Het inschakelen van de achteruitrijversnelling dient bij stilstand
te gebeuren.
4.5 R
EGELAAR GRASHOOGTE
Deze hendel heeft vijf standen aangeduid van «1» tot «5» op het relatieve label, die over-
eenkomen met hetzelfde aantal maaihoogtes, begrepen tussen 3 en 7,5 cm.
– Om van maaihoogte te veranderen, verplaatst u de hendel lateraal in de gewenste
stand.
4.6 K
OPPELINGSHENDEL MES
De hendel heeft twee standen, die op het label zijn aangegeven:
«A» = Mes ontkoppeld
«B» = Mes ingeschakeld
– Als het mes wordt ingeschakeld zonder inachtneming van de voorgeschreven veilig-
heidsmaatregelen, slaat de motor af en kan niet meer worden gestart (☛ 5.2).
– Het ontkoppelen van het mes (Stand «A») activeert een rem die binnen enkele secon-
den de draaibeweging van het mes stopt.
Alleen voor machines met motor Tecumseh:
Het lemmet kan alleen ingeschakeld worden door de pedaal (4.6.1) helemaal in te
duwen; wanneer de pedaal gelost wordt, komt de hendel automatisch terug in de
stand «A» en wordt het lemmet uitgeschakeld.
➤
̆
!
OPGELET!
NL 12 BEDIENINGSELEMENTEN