6.3.2 Vervanging van de banden
1. Zet de machine op
een vlakke onder-
grond en plaats
steunblokken onder
een dragend element
van het chassis, aan
de zijde van het te
vervangen wiel.
2. Verwijder de elasti-
sche ring (1) en het
ringetje (2) met
behulp van een
schroevendraaier.
3. Neem het wiel weg.
Breng smeervet aan op de as en herplaats –
na hermontage van het wiel – het ringetje (2) en de elastische ring
(1).
Als één of beide wielen vervangen moeten
worden, verzeker u er dan van dat eventuele verschillen in de bui-
tendiameter niet groter zijn dan 8-10 mm; anders moet de uitlijning
van het maaidek afgesteld worden om te voorkomen dat het gras
onregelmatig gemaaid wordt.
6.3.3 Reparatie of vervanging van de banden
Het herstellen of vervangen van een band ten gevolge van een lek,
dient te worden uitgevoerd door een vakman, volgens de voor dit
type banden geldende voorschriften.
OPMERKING
BELANGRIJK
6.3.4 De zekering vervangen
De elektrische installatie en de
elektronische kaart zijn
beschermd door een zekering,
waarvan de ingreep de stil-
stand van de machine tot
gevolg heeft:
1. Verwijder het motorlid (1)
met behulp van een
schroevendraaier;
2. vervang de zekering (2)
door een zekering met een
analoog vermogen;
3. herplaats het motorlid (1)
Het vermogen van de zekering
is aangegeven op de zekering
zelf.
Een doorgebrande zekering dient altijd te
worden vervangen door een gelijkaardige zekering met hetzelfde
vermogen
Als de oorzaak van het in werking treden van de zekering niet
wordt achterhaald, wendt u zich tot een erkend servicecentrum.
De elektrische installatie en de kaart zijn niet beveiligd door een
zekering; ingeval van een storing van de beveiligingssystemen of
problemen aan de motor toe te schrijven aan de elektrische instal-
latie, dient men zich tot een erkend Service-centrum te wenden.
Manuele start
BELANGRIJK
Elektrische start
28NL