13
HOOFDPRINT CP-407DL
Op de bijgevoegde tekening staan de belangrijkste onderdelen
van de CP-407DL print aangegeven. Dit zijn onder andere:
TEST knop. Het indrukken hiervan laat de kiezer een testmel-
ding naar de meldkamer sturen.
RESET knop. Zet alle alarmen (alarm1, alarm2 en kiezer) terug.
W = GELE LED. Wanneer de micro-processor de centrale getest en
in orde bevonden heeft, wordt de gele LED aangezet. Deze
interne test gebeurt circa 1000 x per seconde. Is de centrale
niet goed, dan tracht de CP-407DL opnieuw te starten. De
relais blijven dan staan klapperen.
P = RODE LED. Wanneer de P.T.T. lijn opgenomen is, brandt de
rode LED. Nu kan bijvoorbeeld met een meeluister versterker
geluisterd worden naar wat er op de lijn gebeurt. Hiertoe moet
het opneem-element van de meeluister versterker bij de P.T.T.
transformator gehouden worden.
Op aansluitklemmen 1 t/m 10 worden de detectoren aangesloten,
zoals in de tekening aangegeven is. De klemmen 2, 5 en 8 zijn
de massa-punten (0V).
Tussen de klemmen 11 en 12 kan een pulsslot aangesloten wor-
den. Met dit slot kan de centrale alleen volledig AAN en UIT
geschakeld worden. Dit werkt onafhankelijk van het bedienings-
paneel. Bij het uitzetten van de centrale wordt het eventuele
alarmgeheugen gereset, met uitzondering van de 24 uurs groe-
pen.
Het BEDIENINGSPANEEL wordt met een 6-aderige kabel aangesloten
op de klemmen 13 t/m 18, zoals in de tekening aangegeven is.
Klem 19, 20 en 21 zijn de potentiaal-vrije contacten van
ALARM-RELAIS 1. Klem 20 is de gemeenschappelijke aansluiting.
Klem 22, 23 en 24 zijn de potentiaal-vrije contacten van
ALARM-RELAIS 2. Klem 23 is de gemeenschappelijke aansluiting.
De klemmen 25 en 26 vormen de LUIDSPREKER-UITGANG. Deze is
hardware matig gekoppeld aan alarm-relais 1. Op deze uitgang
wordt een LUIDSPREKER van 4-16 ohm aangesloten. Op de print is
een driver aanwezig, die het sirene-geluid produceert.