IP Adres: vul hier het gewenste IP adres in.
Subnet Mask: vul hier de Subnet Mask in.
Gateway: vul hier de Gateway in.
DHCP: klik op DCHP indien u wenst dat de NVR de netwerkinfo automatisch krijgt via een DHCP
server. Als u DHCP ingeschakeld hebt, kunt u het IP-adres, Subnet Mask en Gateway niet meer
manueel instellen. Als u PPoE wenst toe te passen, moet u DHCP kiezen. Na DCHP aan te vinken
moet u de NVR herstarten.
TCP Poort: standaard 37777 deze kan worden gewijzigd. Let op indien u de NVR vanaf buitenaf
wenst te benaderen, moet u voor deze poort NAT toepassen in uw router.
UDP Poort: standaard 37778 deze kan worden gewijzigd. Let op indien u de NVR vanaf buitenaf
wenst te benaderen, moet u voor deze poort NAT toepassen in uw router.
HTTP Poort: standaard 80 deze kan worden gewijzigd. Let op indien u de NVR vanaf buitenaf
wenst te benaderen, moet u voor deze poort NAT toepassen in uw router.
Voorkeurs DNS server: geef hier het voorkeurs DNS adres in van uw netwerk/provider
Alternatief DNS server: geef hier het alternatief DNS adres in van uw netwerk/provider
Verzend Mode: indien u de verzend mode wenst te activeren moet u het vinkje links hiervan
aanvinken. U kunt kiezen uit:
o Vertraagd: beeldkwaliteit prioriteit op snelheid
o Vloeiend: snelheid prioriteit op beeldkwaliteit
o Auto Mode: automatisch
5.1 Netwerk poorten
Dahua heeft de volgende standaard poorten:
TCP: 37777 UDP: 37778 HTTP: 80 RTSP: 554
Om de Dahua apparaten te openen in applicaties als SmartPSS, iDMSS of gDMSS dient poort
37777 te worden gebruikt.
De HTTP poort wordt gebruikt om het Dahua apparaat te benaderen via de browser. Houd er
wel rekening mee bij port forwarding dat naast de http poort ook de TCP poort (standaard
37777) dient te worden geforward.
De UDP poort heeft dezelfde eigenschappen als de TCP maar wordt over het algemeen niet
meer gebruikt.
5.2 Quick DDNS
DDNS is een functie waarbij een WAN IP adres wordt vervangen voor een domeinnaam. De NVR
heeft hier een eigen service voor, QuickDDNS. Via Hoofdmenu Instellingen Netwerk
geavanceerde instellingen kan de DDNS functie worden geactiveerd. Activeer en dubbelklik op de
functie. Selecteer als provider QuickDDNS en voer een naam in. De domeinnaam wordt dan
<NAAM>.quickddns.com. Klik op test om te verifiëren of de naam vrij en geldig is. Bevestig met OK
om dit definitief te maken. De recorder zal regelmatig het WAN IP door geven aan de QuickDDNS
server. Deze server koppelt dit aan het gekozen domeinnaam waardoor de recorder op afstand
bereikbaar is ongeacht de wijzigingen in het WAN IP adres.