2
In de literatuur wordt ook regelmatig melding gemaakt van “Morris”. In het Boek der spelen
van koning Alfonso de Wijze wordt het vermeld, maar ook in de Talmoed en in Een
midzomernachtsdroom van Shakespeare komt het voor. In middeleeuwse geschriften uit
Frankrijk, Engeland en Duitsland verschijnt het spel ook regelmatig.
De naam Morris is waarschijnlijk de middeleeuwse Engelse versie van het merills of morell
zoals de vroege middeleeuwse versies in Frankrijk heetten. Doordat men verschillende versies
ging spelen, ontstonden er nine men’s morris, three men’s morris, enzovoort.
Spelregels
Het spel heeft twee spelers, elk van de spelers krijgt negen pionnen, de één zwart, de ander
wit. Het spel wordt gespeeld op de 24 punten (kruisingen en hoeken van de lijnen) op het
speelbord. Er wordt geloot voor de eerste beurt.
Spelverloop
Het spel verloopt in drie fasen:
1. Het zetten - de spelers zetten om de beurt een pion op de punten (kruisingen en hoeken van
de lijnen)
2. Het verschuiven - de pionnen kunnen worden verschoven: de pionnen mogen over een lijn
op een aangrenzend vrij punt geplaatst worden.
3. De eindfase - zodra een speler nog maar drie pionnen heeft, mag hij met zijn pionnen
“springen”: de speler mag nu per beurt een pion naar willekeurig welk punt laten springen.
Zodra hij nog een pion verliest heeft hij het spel verloren.
N.B. deze derde fase wordt niet altijd op deze wijze gespeeld. In sommige varianten wordt het
“springen” niet toegestaan.
Molentje maken
Per beurt mag een speler één pion op het bord plaatsen, of als alle pionnen op het bord staan,
één pion verplaatsen volgens de regels genoemd onder spelverloop.
Het is de bedoeling om bij het plaatsen en verschuiven van de pionnen een zogenaamd
“molentje” te maken. Dat wil zeggen drie pionnen, van de eigen kleur, op een rij
(aangrenzende punten op een lijn). Op het moment dat een speler een “molentje” maakt, mag
hij een pion van de tegenstander uit het spel nemen, te beginnen met stenen die “los” staan.
Dat wil zeggen: pionnen die in een “molentje” staan, mogen niet worden verwijderd, als er
nog stenen staan die geen deel uitmaken van een “molentje”. Een pion die is verwijderd, kan
niet worden teruggebracht in het spel.
Men kan een “molentje” openen door een van de drie pionnen eruit te schuiven. Wordt die
pion later weer teruggebracht, dan is er weer een “molentje” ontstaan en mag er weer een pion
van de tegenstander worden weggenomen.
Het spel is afgelopen wanneer een speler nog maar twee pionnen overheeft of wanneer een
van de spelers geen verschuivingen meer kan doen vanwege een blokkade van zijn
tegenstander.
Strategie
De rode pionnen op de afbeelding hiernaast vormen een zogenaamde wisselmolen. Dit
betekent dat de rode speler elke beurt opnieuw zijn ene “molentje” kan openen en daarbij zijn
andere sluiten. Hiermee heeft hij een situatie gecreëerd waarin hij snel de pionnen van zijn
tegenstander kan elimineren.
Vooral aan het begin van het spel is het van belang om een grote bewegingsvrijheid voor zijn
pionnen te bewerkstelligen. Snel “molentjes” maken is in dit stadium minder belangrijk.