176
OLIEPEIL VAN DE STUURBE-
KRACHTIGING CONTROLEREN
Fig. 14: uitvoering 2.0 T.SPARK
Fig. 15: uitvoering 3.0 V6 24V
Controleer of de olie van de stuurbe-
krachtiging nog op het maximale niveau
staat.
De controle moet worden uitgevoerd als
de auto op een vlakke ondergrond staat
en bij een stilstaande koude motor.:
– Reinig de vuldop (A) en de bovenzij-
de van het reservoir, maak de ontluch-
tingsslang (B) los en verwijder de dop.
Controleer of het oliepeil op het MAX-
merkteken van op de oliepeilstok staat.
– Draai de dop weer vast, monteer de
ontluchtingsslang op de aansluiting op de
plug.
– Vul vloeistof bij tot het “MAX”-
merkteken is bereikt, monteer de vuldop
en maak de ontluchtingsslang weer vast.
P4Z00187
fig. 15
P4Z00186
fig. 14
OLIE VAN DE STUURBEKRACH-
TIGING BIJVULLEN
Als het olieniveau lager is dan voorge-
schreven, vul dan bij met een van de pro-
ducten uit de tabel “Specificaties van de
smeermiddelen en vloeistoffen“ in het
hoofdstuk “Technische gegevens”. Vul als
volgt bij:
– Start de motor en wacht tot het olie-
niveau in het reservoir stabiliseert.
– Draai bij draaiende motor het stuur-
wiel een aantal malen naar uiterst rechts
en uiterst links.
Voorkom dat de olie
van de stuurbekrachti-
ging in contact komt
met warme delen van de motor:
de olie is ontvlambaar.
Het olieverbruik van de
stuurbekrachtiging is
zeer laag; als na het bij-
vullen de olie binnen korte tijd
weer moet worden bijgevuld,
moet het systeem door een Alfa
Romeo-dealer op eventuele lek-
kage worden gecontroleerd.
BELANGRIJK Wendt u voor onder-
houdswerkzaamheden of eventuele repa-
raties tot een Alfa Romeo-dealer.