169
MOTOROLIE BIJVULLEN
Fig. 4: uitvoering 2.0 T.SPARK
Fig. 5: uitvoering 3.0 V6 24V
Als het olieniveau dicht bij of op het
MIN-merkteken staat, moet, na het ver-
wijderen van de dop (B), via de olievulo-
pening motorolie tot aan het MAX-merk-
teken worden bijgevuld.
Tijdens het bijvullen van de motorolie
mag nooit het MAX-niveau worden over-
schreiden.
BELANGRIJK Na het bijvullen van de
olie de motor enkele seconden laten
draaien, vervolgens de motor uitzetten en
na enige minuten (ongeveer 5) het olie-
peil controleren.
Onthoud dat bij een
warme motor de elek-
troventilateur, afhanke-
lijk van de temperatuur van de
motorkoelvloeistof, automatisch
kan inschakelen en verwondin-
gen kan veroorzaken.
Gebruik voor het bij-
vullen geen olie met an-
dere specificaties (clas-
sificatie, viscositeit) dan de
reeds in de motor aanwezige
olie.
Tijdens het bijvullen of
verversen van de mo-
torolie mag nooit het
MAX-niveau worden overschre-
den. Als het motoroliepeil te
hoog is, kan de olie worden aan-
gezogen via het blow-by circuit.