106
MOTOR STARTEN
BELANGRIJK De auto is uitgerust
met een elektronische startblokkering. Zie
bij startproblemen de paragraaf “ Alfa Ro-
meo CODE”.
Het contactslot is voorzien van een her-
startbeveiliging. Als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet u de sleutel te-
rugdraaien in stand STOP en nogmaals
starten.
Het start-/contactslot is voorzien van een
beveiligingsmechanisme, waardoor het slot
niet van stand MAR in AVV kan worden
gezet bij een draaiende motor.
STARTEN
Bij koude motor
(1) Zorg ervoor dat de handrem is aan-
getrokken.
(2) Zet de versnellingspook in de vrij-
stand.
(3) Trap het koppelingspedaal geheel
in zonder het gaspedaal in te trappen, zo-
dat wordt voorkomen dat de startmotor de
versnellingsbak aandrijft en de auto gaat
rijden.
(4) Controleer of elektrische systemen
en verbruikers zijn uitgeschakeld. Let voor-
al op systemen die veel vermogen vragen
(bijv. de achterruitverwarming).
Als de motor niet aanslaat, moet u de
sleutel terugdraaien in stand STOP en
nogmaals starten.
Bij warme motor
(1) Zorg ervoor dat de handrem is aan-
getrokken.
(2) Zet de versnellingspook in de vrij-
stand.
3) Trap het koppelingspedaal geheel in.
(4) Controleer of elektrische systemen
en verbruikers zijn uitgeschakeld. Let voor-
al op systemen die veel vermogen vragen
(bijv. de achterruitverwarming).
(5) Draai de sleutel in stand AVV en
laat hem los zodra de motor aanslaat.
Het is raadzaam om
gedurende de eerste ge-
bruiksperiode geen
maximale prestaties van uw au-
to te verlangen (bijv. krachtig ac-
celereren, langdurig rijden met
hoge toerentallen en bruusk rem-
men).
Het is zeer gevaarlijk
om de motor in een af-
gesloten ruimte te laten
draaien. De motor verbruikt
zuurstof en produceert koolmo-
noxide dat zeer giftig is en dode-
lijk kan zijn.
Laat de contactsleutel
niet in stand MAR staan
als de motor stilstaat.
(5) Draai de sleutel in stand AVV en
laat hem los zodra de motor aanslaat.