52
AIRBAG
(voor bepaalde landen/uitvoeringen)
De auto is uitgerust met een airbag voor
de bestuurder en kan optioneel op be-
paalde uitvoeringen/in bepaalde landen
zijn uitgerust met een passagiersairbag
(fig. 38).
AIRBAGS VOOR (
fig. 39
)
Beschrijving en werking
De airbag voor (bestuurder en passa-
gier) is een veiligheidsvoorziening die on-
middellijk in werking treedt bij een fronta-
le botsing.
De airbag bestaat uit een opblaasbaar
luchtkussen dat in een daarvoor bestem-
de ruimte is geplaatst:
– in het midden van het stuurwiel aan
bestuurderszijde;
– een luchtkussen met een groter volu-
me boven het dashboardkastje aan pas-
sagierszijde.
De airbag voor (bestuurder en passa-
gier) is een veiligheidsvoorziening die on-
middellijk in werking treedt bij een mid-
delzware frontale botsing.
Bij een ongeval verwerkt een regeleen-
heid de gegevens van een vertragingssen-
sor en zorgt ervoor, indien nodig, dat het
kussen wordt opgeblazen.
Het kussen blaast onmiddellijk op,
waardoor het lichaam van de inzittenden
voor wordt opgevangen en de kans op
letsel beperkt wordt. Direct daarna loopt
het kussen weer leeg.
Bij een botsing kan een inzit-
tende die geen veiligheidsgordel
heeft omgelegd in contact komen
met een airbag die nog niet vol-
ledig opgeblazen is, waardoor de
inzittende minder beschermd
wordt. De airbag voor (bestuur-
der en passagier) is geen ver-
vanging voor de veiligheidsgor-
dels, maar een aanvulling. Draag
dus altijd veiligheidsgordels. Bo-
vendien is het dragen van veilig-
heidsgordels wettelijk verplicht
in Europa (en in de meeste lan-
den daarbuiten).
P4Z00049
fig. 38
P4Z00050
fig. 39