30
Als de code wordt herkend, gaat lampje
(A-fig. 3) op het instrumentenpaneel
kort knipperen.
Als de code niet wordt herkend, blijft
het CODE-controlelampje (A-fig. 3)
branden samen met het EOBD-lampje
(B-fig. 3).
In dat geval raden wij u aan de sleutel
in stand STOP en vervolgens opnieuw in
stand MAR te draaien; als de motor ge-
blokkeerd blijft, probeer het dan opnieuw
met de andere geleverde sleutel. Als de
motor dan nog niet aanslaat, voer dan
zelf een noodstart uit zoals hierna be-
schreven, en wendt u vervolgens tot de
Alfa Romeo-dealer.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een
eigen code, die in de regeleenheid van
het systeem moet worden opgeslagen.
Voor het opslaan van de nieuwe sleutels
(maximaal zeven), moet u zich tot de Al-
fa Romeo-dealer wenden.
Het CODE-controlelampje kan tijdens het
rijden met de contactsleutel in stand
MAR gaan branden:
1) Als het lampje gaat branden, bete-
kent dit dat het systeem zichzelf contro-
leert (bijv. als de spanning lager wordt).
Zodra de auto stilstaat kan de systeem-
test worden uitgevoerd: zet de motor uit,
draai de contactsleutel in stand STOP;
en vervolgens weer in stand MAR: het
lampje gaat branden en moet na onge-
veer 1 seconde doven. Als het controle-
lampje blijft branden, dan moet de gehe-
le procedure herhaald worden, waarbij de
contactsleutel ten minste 30 seconden in
stand STOP moet blijven. Als het lampje
blijft branden, dan moet u zich tot de Alfa
Romeo-dealer wenden.
2) Als het controlelampje knippert, bete-
kent dit dat de auto niet beveiligd wordt
door de startblokkering. Wendt u onmid-
dellijk tot een Alfa Romeo-dealer om alle
sleutels in het geheugen te laten opslaan.
BELANGRIJK Het systeem wordt
door een zekering beschermd (zie “Zeke-
ringen“).
Voor het opslaan van
de sleutelcodes is de
bordeauxrode “mas-
ter“-sleutel onmisbaar. Daarom
moet deze sleutel op een veilige
plaats worden bewaard en aan
de Alfa Romeo-dealer samen met
alle overige sleutels die in uw
bezit zijn, worden overhandigd,
als u een nieuwe sleutel in het
systeem wilt laten opslaan. Sleu-
tels die tijdens de opslagprocedu-
re ontbreken, worden gewist om
te voorkomen dat verloren of ge-
stolen sleutels voor het starten
van de auto kunnen worden ge-
bruikt.
P4Z00003
fig. 3