CONNECT Nav
311
Ga voor het invoeren van de code als
volgt te werk:
1) Selecteer het eerste cijfer van de co-
de met de draaiknop/toets (11).
2) Bevestig het eerste cijfer door de
draaiknop/toets (11) in te drukken.
3) Voer de overige drie cijfers van de
code op dezelfde wijze in.
Ga als volgt te werk als u een ver-
keerd cijfer hebt ingevoerd:
1) Plaats de cursor op het symbool
¯
(fig. 207) met de draaiknop/toets
(11).
2) Bevestig het wissen door de draai-
knop/toets (11) in te drukken.
Als de gehele code is ingevoerd, moet
de cursor op het symbool
j
worden ge-
plaatst en bevestigd worden met de
draaiknop/toets (11). Hierna schakelt
het systeem in en wordt afgestemd op de
radio.
BELANGRIJK Als er een verkeerde
code is ingevoerd, kan de code opnieuw
worden ingevoerd. Om de voorkomen dat
de code achter haald kan worden door
middel van verschillende pogingen, blok-
keert het systeem een uur na de derde
foutieve invoer. Bij een volgende poging
moet het navigatiesysteem een uur inge-
schakeld blijven. Als het systeem tijdens
deze wachttijd wordt losgekoppeld van
de accu, gaat de wachttijd opnieuw in en
is altijd gelijk aan een uur.
Diefstalbeveiliging uit-/
inschakelen
Het is mogelijk de diefstalbeveiliging uit
te schakelen; zie “Beveiliging” in het
hoofdstuk “Standaardinstellingen rege-
len”.