49
Onzorgvuldig gebruik
van de elektrische ruit-
bediening kan gevaarlijk
zijn. Verwijder altijd de sleutel
uit het contact als u de auto ver-
laat, om te voorkomen dat een
onverwachtse inschakeling van
de elektrische ruitbediening ge-
vaar oplevert voor de achterge-
bleven passagiers. Houd de knop
niet ingedrukt als de ruit geheel
geopend of gesloten is.
P4U00028
fig. 43
VEILIGHEIDSGORDELS
ZITPLAATSEN VOOR
EN ZIJZITPLAATSEN ACHTER
De auto is voorzien van driepunts-veilig-
heidsgordels (als optional ook voor de der-
de achterpassagier) met rolautomaat,
waardoor veel bewegingsvrijheid ontstaat.
De veiligheidsgordels voor zijn voorzien
van elektronisch geregelde gordelspan-
ners. De onderste bevestigingspunten
zijn direct met de stoel verbonden, zodat
de bescherming optimaal is in elke stand
van de stoel.
Voor maximale be-
scherming is het raad-
zaam om de rugleuning
van de stoel in een zo recht moge-
lijke stand te plaatsen en de gor-
del zo strak mogelijk om borst en
bekken te dragen. Draag altijd
veiligheidsgordels, zowel voor als
achter in de auto. Rijden zonder
veiligheidsgordels vergroot het
risico op ernstig letsel of een do-
delijke afloop bij een ongeval.
fig. 42
P4U00027
Bestuurdersportier
(
fig. 42
)
Op het sierpaneel van het bestuurders-
portier zijn de volgende bedieningsscha-
kelaars aanwezig:
A - zijruit linksvoor
B - zijruit rechtsvoor
C - zijruit linksachter
D - zijruit rechtsachter
E - uitschakeling bedieningsschake-
laars voor de ruiten achter (als de be-
dieningsschakelaars zijn uitgeschakeld,
staat de schakelaar omhoog; als de
schakelaar opnieuw wordt ingedrukt,
dan kunnen de bedieningsschakelaars
achter weer worden gebruikt.
Achterportieren
(
fig. 43
)
Op het sierpaneel van elk portier be-
vindt zich een bedieningsschakelaar (A)
voor de ruitbediening van de betreffende
ruit.