WEGWIJS IN UW AUTO
50
CRUISE-CONTROL
(optional voor
bepaalde uitvoerin-
gen/markten)
ALGEMENE INFORMATIE
De elektronische snelheidsregeling
(CRUISE-CONTROL) maakt het
mogelijk een constante, vooraf ingestelde
snelheid aan te houden, zonder het gas-
pedaal in te trappen. Op deze manier
wordt het rijden, vooral op lange trajec-
ten, minder vermoeiend omdat de inge-
stelde snelheid automatisch gehandhaafd
blijft.
BELANGRIJK Het systeem kan alleen
worden ingeschakeld bij een snelheid
boven de 30 km/h.
Het systeem mag uitsluitend worden
gebruikt, afhankelijk van de snelheid, in
de 4
e
of 5
e
versnelling. Op afdalingen kan
bij ingeschakelde cruise-control de snel-
heid iets oplopen ten opzichte van de
opgeslagen snelheid door de wijziging in
de motorbelasting.
Het systeem schakelt in de volgende
gevallen automatisch uit:
– door het intrappen van het rempedaal;
– door het intrappen van het koppe-
lingspedaal;
– als het ASR in werking treedt;
– als bij de Selespeed versnellingsbak
geschakeld wordt;
– als de snelheid van de auto onder de
vastgestelde limiet komt;
– als geschakeld wordt zonder het kop-
pelingspedaal in te trappen.
BEDIENINGSORGANEN
(fig.
69)
De cruise-control wordt bediend met de
draaiknop ON/OFF (A) de draaiknop
+/– (B) en de drukknop RCL (C).
Draaiknop (A) kan in twee standen wor-
den gezet:
– OFF: in deze stand is het systeem uit-
geschakeld;
– ON: in deze stand werkt het sys-
teem. Als het systeem begint te werken,
gaat op het checkpanel het controlelamp-
je
Ü
branden.
Met draaiknop (B) kunt u de ingestelde
snelheid van de auto opslaan en aanhou-
den of de ingestelde snelheid verhogen of
verlagen.
Zet draaiknop (B) in stand (+) om de
snelheid op te slaan of om de ingestelde
snelheid te verhogen.