CONNECT
56
PROGRAMMEERBARE
FUNCTIES
Ook voor de telefoon kunnen, via de
functies die ingeschakeld kunnen worden
met de toets MENU/OK (13-fig.1),
enkele instellingen worden gewijzigd en
aan de eigen wensen worden aangepast.
De standaardinstellingen worden door
de fabrikant van het apparaat ingesteld.
Instellingen wijzigen
Ga voor het wijzigen van de standaard-
instellingen als volgt te werk:
– druk op de toets OK/MENU (13-
fig. 1): op het display verschijnt het
menu “DSC-Telefoon” (fig. 19);
– selecteer met de toets
º
(7-fig. 1)
het menupunt “Setup”;
– druk op de toets OK/MENU (13-
fig. 1) om de keuze te bevestigen;
– druk op de toets ì/$ (7-fig.1)
om de gewenste instelling te wijzigen;
– druk op de toets OK/MENU (13-
fig. 1) om de keuze te bevestigen.
Een instelling selecteren
Ga voor het selecteren van een stan-
daardinstelling als volgt te werk:
– druk op de toets OK/MENU (13-
fig. 1): op het display verschijnt het
menu “DSC-Telefoon” (fig. 19);
– selecteer met de toets
º
(7-fig. 1)
het menupunt “Setup”;
– druk op de toets OK/MENU (13-
fig. 1) om de keuze te bevestigen;
– selecteer met de toets
ª
/
º
(7-
fig. 1) de gewenste instelling;
– druk op de toets OK/MENU (13-
fig. 1) om de keuze te bevestigen.
SETUP-MENU INSCHAKELEN
Ga als volgt te werk:
– druk op de toets OK/MENU (13-
fig. 1) om toegang te krijgen tot het
menu “DSC-Telefoon” (fig. 19);
– de cursor
˙
staat op het menupunt
“Setup”;
– druk op de toets OK/MENU (13-
fig. 1) om de keuze te bevestigen;
– druk op de toets CLR (15-fig. 1)
om het menu af te sluiten en terug te ke-
ren naar het programmeermenu “DSC-Te-
lefoon”.