CONNECT
36
ALGEMENE INFORMATIE
Met deze telefoon kunnen dezelfde te-
lefoonverbindingen worden gemaakt die
met een mobiele telefoon mogelijk zijn.
Om te kunnen telefoneren moet u in het
bezit zijn van een SIM-kaart, dient u zich
binnen het dekkingsgebied van het GSM
900 netwerk te bevinden en moet de
sterkte van het ontvangstsignaal voldoen-
de zijn.
BELANGRIJK De diensten van het
netwerk die in dit deel beschreven wor-
den (bijv. het oproepsignaal) worden
door de telefoon geregeld maar de be-
schikbaarheid hangt af van het netwerk
en van het soor t contract dat is afgeslo-
ten met de service provider.
BELANGRIJK Als de voedingsspan-
ning onder een vooraf ingestelde mini-
mumwaarde komt, kan de kwaliteit van
de telefoonverbinding niet gegarandeerd
worden. Als de motor tijdens een tele-
foongesprek wordt gestart, kan de verbin-
ding worden verbroken.
PIN- EN PUK-CODE
Met de SIM-kaart kan alleen gratis toe-
gang worden verkregen tot het telefoon-
net via het persoonlijke identificatienum-
mer (PIN-code). Deze code wordt samen
met de PUK-code (Personal Unlock Key)
aan u bekend gemaakt op het moment
dat u de SIM-kaart aanschaft.
U kunt de PIN-code wijzigen of het ver-
zoek tot invoeren van de PIN-code uit-
schakelen (zie “PIN-code” in de para-
graaf “Setup-menu inschakelen”).
SIM-KAART PLAATSEN
Druk op de draaiknop ( 1-fig. 1) om
het apparaat in te schakelen. Dr uk licht
op de kaarthouder (17-fig. 1) totdat u
een lichte weerstand voelt. De kaar thou-
der wordt uitgeworpen; plaats de SIM-
kaart op de houder met de chip aan de
bovenzijde en naar het apparaat
gericht.
Druk licht op de achter zijde van de
kaarthouder totdat u een lichte weerstand
voelt en de houder hoorbaar blokkeert.
T
T
E
E
L
L
E
E
F
F
O
O
O
O
N
N