22
Afstandsbediening doet het niet:
* Batterij leeg; vervang deze.
* De afstandsbediening is niet aangemeld aan de centra-
le; meld deze aan (zie het hoofdstuk ‘systeemuitbreiding’
op pagina 18)
Alarm gaat niet af:
* Het alarm staat uitgeschakeld; schakel deze in.
* Het alarm staat in de uitstapvertraging; wacht totdat
het lampje ‘ARM’ stopt met knipperen, pas nu is het
alarm daadwerkelijk ingeschakeld.
* De code van de sensors komt niet overeen met de code
van de alarmcentrale; zie het hoofdstuk ‘sensorcodes’
en voorzie alle componenten van uw systeem van een
nieuwe en gelijke code.
Geen of verkeerde alarmnummers worden gekozen:
* Fout of defect in de bedrading; neem de hoorn van de
telefoon op die aangesloten is achter de alarmcentrale
en controleer de verbinding.
* Een of meerdere telefoons in uw huis zijn niet achter de
alarmcentrale aangesloten maar direct op de binnen-
komende telefoonlijn. Als een van die telefoons een
gesprek voert op het moment dat de centrale alarm
geeft, dan kan de alarmcentrale die telefoon niet uit-
schakelen om zodoende de telefoonlijn vrij te maken.
Zorg ervoor dat alle telefoons, inclusief een eventuele
huistelefooncentrale, in uw huis ACHTER de alarm-
centrale zijn aangesloten (zie ook ‘aansluiten telefoons’
op pagina 5).
* U heeft geen of verkeerde nummers geprogrammeerd.
Wis voor de zekerheid alle nummers (zie ‘alarm-
nummers wissen’ op pagina 12) en programmeer de
juiste nummers zoals beschreven op pagina 10 en 11.