vergrendeld (15, 30 of 45 seconden en 1, 2, 3, 4 of 5 minuten). Om het toetsenbord te
vergrendelen als het scherm niet actief is, selecteert u: Lock op scherm af.
• Toetsen
→
2s. Toetsherhaling: verhoogt de vertraging van de herhaaltoets voor de
functie Kiezen op naam voor mensen met een handicap.
• Softkeys: geef symbolen of labels voor softwaresleutel weer (standaard symbolen
worden weergegeven).
• Line key 1 / Line key 2 / Line key 3 / Line key 4: define how your phone behaves when
you short or long press on P1 or P2 keys (Geen, Oproep, Slot/ontsluiten,
Alarmbevestiging, Event toets).
• Chamar configura: definieer snelkeuzetoetsen P1/P2 (lang en kort indrukken).
• Screensaver: activeer of deactiveer de schermbeveiliging (Aan / Uit). Als de screensaver
is geactiveerd, worden de tijd en datum weergegeven als de handset op de lader staat.
• Laderinstelling → In Dock: definieer het gedrag van uw telefoon indien geïnstalleerd op
het laaddock (Schakelen in lader, Displayverlichting, Stil laden).
• Laderinstelling → Lader uitgang: define how your phone behaves when you pick-up it
during charging (place on the charging holder (Licht op de output, Antwrd op output).
• Tijd & datum: bepaal formaat voor tijd en datum (Tijdnotatie / Datumnotatie).
• Naam handset: u kunt een naam voor uw handset invoeren.
• Autom. antwoord: definieer hoe u inkomende oproepen wilt beantwoorden: door te
drukken op de toets Opnemen of een andere toets, OF door automatisch de oproep te
beantwoorden via de oortelefoon of in de hands-free modus (Normaal, Elke toets, De
oortelefoon, Op Handsfree).
• Selecteer System: Selecteren van uw vaste systeem. Uw toestel kan geprogrammeerd
worden voor het beheer van maximaal 4 verschillende DECT-systemen (Alcatel-Lucent
Enterprise of GAP). Om de telefoon het beste systeem te laten kiezen, selecteert u: Auto
selecteren.
• Reset instellingen: voor resetten van de instelling en instellen van de standaard
instellingen.
• Status: handset-informatie zoals software-versie en batterijniveau weergeven.
De selectie wordt bewaard zelfs na de uitschakeling en inschakeling van het toestel. De keuze van een
bepaald systeem houdt in dat men zich verbindt op een specifiek systeem. Deze keuze dient gewijzigd te
worden als men van systeem wil veranderen. Door middel van de keuze 'Auto selecteren' kan het toestel
een automatische verbinding maken wanneer het in het dekkingsgebied van een systeem komt. Als de in
het toestel geprogrammeerde systemen over gemeenschappelijke zend- en ontvangstzones beschikken,
schakelt het toestel in op het eerst gevonden systeem.