1. Schuif het batterijklepje open.
2. Plaats de bijgeleverde Li-ionbatterij
in het batterijvak. Zorg ervoor dat de
metalen contacten uitgelijnd zijn op
de contacten in het batterijvak.
3. Sluit de klep van het batterijvak
nadat u de batterijen correct hebt
geïnstalleerd.
Laad de batterij minstens 3 uur op voordat u deze de eerste
keer gebruikt.
1. De kabel aansluiten.
Sluit het ene uiteinde van de bijgeleverde wisselstroomadapter
aan op de gelijkstroomingang (mini-USB-type) van de projector
en het andere uiteinde op een stopcontact.
2. De batterij-LED wordt oranje en het opladen wordt gestart.
3. Wanneer het laden wordt onderbroken of de batterijdoos volledig
is opgeladen, wordt de batterij-LED gedoofd.
De batterij opladen
De batterij plaatsen
LED-indicators aezen
De Voedings-LED licht groen op wanneer de projector wordt ingeschakeld.
De Batterij-LED knippert oranje wanneer de levensduur van de batterij laag is.
De Batterij-LED licht oranje op wanneer de projector wordt opgeladen.
Houd de knop Voeding gedurende 2 seconden ingedrukt om de projector in te schakelen.
Houd de knop Voeding gedurende 2 seconden ingedrukt om de projector uit te schakelen.
Uw projector in-/uitschakelen
Wanneer er geen videosignalen worden ingevoerd in deze projector, verschijnt
er een blauw projectiescherm met een pictogram met de batterijstatus, als de
projector werkt op batterijen.
Als er gedurende 2 minuten geen signalen worden gevonden, wordt de projector
automatisch uitgeschakeld om stroom te sparen.