Prefabpaneel
9.4 Aansluiten luchtkanalen
De aansluitende luchtkanalen, minimaal ø150mm (ø130mm
voor de afvoer), moeten met zo min mogelijk luchtweerstand
en vrij van lekkage worden gemonteerd. Gebruik geen
flexibele kanalen. Het is aan te bevelen het ventilatiesysteem
te voorzien van een motorloze wasemkap en toe- en afvoer-
ventielen van het fabrikaat J.E. StorkAir.
De luchtkanalen buitenluchttoevoer(B) en ventilatielucht en
rookgasafvoer(A) moeten tussen de dak- of geveldoorvoer
en de HR OPTIFOR OT dampdicht worden geïsoleerd (zie
fig. 9.3), dit ter voorkoming van condensvorming aan de
buitenzijde van het kanaal. Het afvoerkanaal(A) moet uit-
gevoerd worden als zijnde een rookgasafvoerkanaal. Het
luchtafvoerkanaal moet afwaterend naar het apparaat
worden geïnstalleerd.
9.5 Condensafvoer
Condens van de MFT-M wordt afgevoerd via de syfon van
de ECONPACT. De koppeling tussen MFT-M en syfon
wordt gemaakt m.b.v. de bijgeleverde set “Condensafvoer
koppeling OPTIFOR OT”
Montage-instructie condensafvoerset
Monteer de meegeleverde afvoerslang op de zijaansluiting
van de condensafvoer van het MFT-M deel volgens figuur 9.4.
1.Controleer of de slang helemaal over de zijaansluiting
geschoven is. Zet deze slang stevig vast met de
meegeleverde slangklem.
2.Monteer het T-stuk (wit) aan de, bij de ECONPACT mee-
geleverde vuilopvangbeker. Bevestig dit geheel aan de
condensafvoer van de ECONPACT. (zie hiervoor figuur 9.5
en de montagehandleiding van de ECONPACT). De
hoogte kan naar believen worden ingesteld door middel
van het schuifstuk.
13
Figuur 9.1 Schuifmoffen vaseline / zeep
Figuur 9.2 Borging stekker
Figuur 9.4 Aansluiting van MFT(M)