9
• Si on n’actionne aucune touche, l’indicateur de température affiche à nou-
veau la température REELLE après un bref délai (env. 5 s).
Température de CONSIGNE signifie:
La température qui doit régner dans le compartiment frigo. La température
de CONSIGNE est indiquée par des chiffres clignotants.
Température REELLE signifie:
L'affichage de température indique la température qui est momentanément
réellement présente dans le compartiment frigo. La température REELLE est
indiquée par des chiffres lumineux.
Indication de température
L’indicateur de température peut afficher plusieurs informations.
• En fonctionnement normal, il affiche la température régnant momentané-
ment dans l’appareil (température REELLE).
• Pendant le réglage de température, la température momentanément réglée
pour le compartiment frigo est affichée avec clignotement (température de
CONSIGNE).
Mise en service - Réglage de la température
1. Insérer la fiche dans la prise de courant.
2. Actionner la touche MARCHE/ARRET. Le voyant verte s’allume.
3. Appuyez sur une des touches «C» (PLUS CHAUD) ou «E» (PLUS FROID). L’in-
dicateur de température change d’affichage et indique par un clignotement
la température de CONSIGNE momentanément réglée.
4. Régler la température désirée en enfonçant les touches «C» (PLUS CHAUD)
et «E» (PLUS FROID) (voir section "Touches de réglage de la température").
L'affichage de la température indique immédiatement le réglage modifié. A
chaque actionnement de la touche, la température est modifiée de 1 ÞC.
D'un point de vue diététique, une température de +5 ÞC pour le comparti-
ment réfrigérateur est à considérer comme une température de stockage
suffisamment froide.
5. Si, après avoir effectué un réglage de la température, les touches ne sont
plus actionnées, l'affichage de température change après une courte durée
(env. 5 sec.) et indique à nouveau la température REELLE momentanément
présente dans le compartiment réfrigérateur.
Indication: En cas de modification du réglage, le compresseur ne démarre
pas immédiatement si le dégivrage automatique est en cours.
Comme la température de stockage dans le compartiment frigo est rapide-
ment atteinte, vous pouvez placer des denrées à refroidir directement après
la mise en service..
44
Invriezen en diepgevroren bewaren
In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse levens-
middelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vries-
ruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vriesver-
mogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur inge-
vroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar
ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aan-
gegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen
snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt
tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kant-en-klare diepvriesproducten dient u zich besli-
st aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden
tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aan-
stekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uit-
zondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in de
vriesruimte gelegd worden.
• Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere
diepvriesproducten overgebracht wordt.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Schakel het apparaat uit (zie het bovenbeschreven punt 1)
2. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen.
3. Vriesvak ontdooien en apparaat grondig reinigen (zie hoofdstuk "Reiniging
en onderhoud").
4. Daarna de deuren open laten staan om reukvorming te voorkomen.
