11
Opstellen
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïn-
stalleerd stopcontact met randaarde vereist.
Het stopcontact moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de stekker
altijd uit het stopcontact kan worden getrokken.
Als het toestel onder een doorlopend
werkblad wordt ingebouwd, dient de
kontaktdoos volgens de voorschriften
te worden geïnstalleerd, bij voorkeur
zoals in afb. is aangegeven.
De elektrische zekering dient minstens
10 ampère te zijn.
Indien het stopcontact bij een inge-
bouwd apparaat niet meer toeganke-
lijk is, dient een maatregel in de elek-
trische installatie er voor te zorgen
dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering,
beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contac-
topeningsbreedte van minimaal 3 mm).
Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren
of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van
het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V ~50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
☞