42
Reiniging en onderhoud
Om hygi‘nische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
¥ Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het elektriciteits-
net aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoon-
maken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of
schakel c.q. draai de zekering er uit.
¥ Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor
schokken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
¥ Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Let op!
¥ Etherische oli‘n en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
Ð Sap van citroenÐ of sinaasappelschillen;
Ð boterzuur;
Ð schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderde-
len.
¥ Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
1. KoelÐ en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meer-
Apparaat uitzetten
Voor het uitzetten van de koeling de temperatuurregelaar op stand Ò0Ó
draaien.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
2. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand Ò0Ó
draaien.
3. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp.
uithalen.
4. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk ÒReini-
ging en onderhoudÓ).