53
Ontdooien
De koelruimte wordt automatisch ontdooid
De achterwand van de koelruimte wordt met rijp bedekt als de com-
pressor loopt en ontdooit weer als de compressor stilstaat.
Het dooiwater wordt automatisch verdampt.
Apparaat uitzetten
Voor het uitzetten van de koeling de temperatuurregelaar op stand
“0” draaien.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
Levensmiddelen uit koelruimte nemen.
Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp.
uithalen
Koelruimte grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reiniging en
Onderhoud”).
Deur daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrici-
teitsnet aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het
schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcon-
tact of schakel c.q. draai de zekering er uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de electrische onderdelen komen. Gevaar voor schok-
ken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
☞
☞
☞
☞
☞
☞