32
2. Kies FUNCTIE met de pijltjestoets
cc
cc
c en bevestig met OK.
3. Op het scherm verschijnt NIET STOREN, druk op de pijltjestoets
cc
cc
c tot
BABYFOON verschijnt en bevestig met OK.
4. Op het display verschijnt SELECTIE AAN/UIT. Bevestig met OK, op
het scherm verschijnt SELECTIE UIT. Kies SELECTIE AAN met de
pijltjestoetsen
cdcd
cdcd
cden bevestig met OK.
5. Druk op de toets
cc
cc
c. Het display vraagt naar het babyfoon nummer
met de tekst NUMMER INSTELLEN. Druk op OK. Een knipperende
cursor, eventueel voorafgegaan door een eerder opgeslagen
nummer verschijnt. Met de R - toets kan u een eventueel reeds opge-
slagen nummer wissen of u kan het bewerken door met de pijltjes-
toetsen
cdcd
cdcd
cd de te wijzigen cijfers te kiezen en opnieuw in te voeren.
6. Staat nog geen nummer in het geheugen, dan voert u het gewenste
nummer in met behulp van het toetsenbord
nn
nn
n. Sla uw invoer op met OK.
7. Wanneer Oppasfunctie ingeschakeld is, kan u geen gesprekken voeren of
opnemen, zonder deze mode eerst te beëindigen. Hiertoe
gaat u te werk als beschreven in punten 1 tot 4 hierboven, maar u kiest
SELECTIE UIT en bevestigt deze keuze met OK.
Ruimtebewaking
Voor de functie ruimtebewaking moeten minstens 2 handsets aan één basis
aangemeld zijn en één ervan moet in de mode kamermonitor geschakeld
zijn. U activeert de kamermonitor als volgt:
1. Druk in stand-by op de menutoets P.
2. Kies FUNCTIE met de pijltjestoets
cc
cc
c en bevestig met OK.
3. Op het scherm verschijnt NIET STOREN, druk op de pijltjestoets
cc
cc
c tot
KAMER MONITOR verschijnt en bevestig met OK.
4. Op het display verschijnt FUNCTIE AAN. Bevestig met OK, op het
scherm begint KAMER MONITOR te knipperen.
Na de activering van de kamermonitor kan u luisteren naar de ruimte
waarin de actieve handset (bvb. handset 1) zich bevindt als volgt.
Druk op handset 2 de INT-toets en dan de 1. Handset 1 belt kort en dan
verschijnt op het display REMOTE MODE HANDSET 2. Op het display van
handset 2 verschijnt REMOTE MODE HANDSET 1. U kan nu aan handset
1 horen wat er in de ruimte waar handset 2 staat, gebeurt. Voor het
uitschakelen van de remote mode drukt u de toets verbinding verbreken
;;
;;
;
2. Om de kamermonitor volledig te beëindigen, drukt u op handset 1 op de
toets verbinding verbreken
;;
;;
;
.