16
NEDERLANDS
Infrarood afstandsbediening
Voor draadloze bediening tot een afstand van 5 meter. Als
dit bereik kleiner wordt, vervang dan de batterijen. Zorg
dat er zich tijdens het gebruik geen obstakels bevinden
tussen de afstandsbediening en de sensor (2) op het ap-
paraat.
USB poort
Dit apparaat is ontworpen in overeenstemming met de
meest recente stand der techniek voor USB-technologie.
Door de grote verscheidenheid aan verschillend USB ge-
heugenmiddelen op de markt, is het niet mogelijk om vol-
ledige comptabiliteit te bieden voor alle USB opslagmid-
delen. Daarom kunnen zich in sommige gevallen storingen
voordoen bij het afspelen van USB opslagmiddelen. Dat is
geen storing van dit apparaat.
1. Open het klepje (3) bovenop het apparaat.
2. Gebruik de FUNCTION toets (15/1) om de USB-stand
te selecteren. Het scherm toont USB.
3. Steek een USB geheugenapparaat rechtstreeks in de
poort.
4. Als het afspelen niet automatisch begint: Druk
PLAY/PAUSE/ENTER (9/14) om het weergeven van de
muziekbestanden te starten.
Zie voor de bediening het hoofdstuk “Afspelen CD’s/MP3”.
LET OP:
Gebruik voor het verwijderen van het USB opslagmiddel
de FUNCTION toets om te wisselen naar de TUNER stand.
SD/MMC kaartsleuf
1. Open het klepje (3) bovenop het apparaat.
2. Als u bestanden af wilt spelen van een SD/MMC kaart,
plaats de kaart dan in de overeenkomstige sleuf.
3. Gebruik nu de FUNCTION toets (15/1) om de CARD
stand te selecteren.
4. Als het afspelen niet automatisch begint: Druk de
PLAY/PAUSE/ENTER toets (9/14) om het afspelen van
de muziekbestanden te starten.
Zie voor de bediening het hoofdstuk “Afspelen CD’s/MP3”.
LINE IN aansluiting
Voor het aansluiten van analoge afspeelapparatuur. Als u
hier apparatuur op aansluit, kunt u ook via de luidsprekers
luisteren naar andere apparaten, zoals MP3 of CD-spelers.
1. Sluit het externe apparaat aan op de LINE IN aanslui-
ting (19) met een 3,5 mm plug.
2. Gebruik nu de FUNCTION toets (15/1) om de AUX
stand te kiezen.
3. U kunt via de luidsprekers luisteren naar het geluid
van het externe apparaat; gebruik de VOLUME +/-
toetsen (14/9) om het volume aan te passen. De CD
toetsen werken niet.
4. Zie voor verdere functies het de gebruiksaanwijzing
van het externe audiotoestel.
OPMERKING:
Stel het volume van het externe apparaat in op een ac-
ceptabel niveau.
Radio luisteren
1. Druk herhaaldelijk de FUNCTION toets (15/1) totdat
het scherm “TUNER” toont.
2. Gebruik de / SKIP/TUNE SEARCH toetsen (7/14)
om op het gewenste station af te stemmen.
3. De indicatielamp FM.ST ((ST)) (op het scherm) licht op
wanneer het station in stereo wordt ontvangen. Als de
ontvangst te slecht is en er storing in de ontvangst zit,
zal de indicatielamp knipperen. Probeer de ontvangst
te verbeteren door het draaien en op-/afwinden van
de antenne. Voor FM stations kunt u ID3/MONO/ST
toets (18/15) gebruiken om te wisselen tussen MONO
en STEREO ontvangst. In het geval van slechte ont-
vangst bevelen we aan om de MONO stand te kiezen.
Station opslaan/selecteren
4. Als u het gewenste station gevonden hebt, druk dan
de iPOD/MEM/C-ADJ. toets (11/4). MEMORY licht op
in het scherm en de geheugenpositie knippert.
5. Gebruik de
PRESET/FOLDER toets (12/5) voor het
kiezen van de geheugenstand.
6. Druk iPOD/MEM/C-ADJ. om de instellingen op te
slaan.
Druk de PRESET of FOLDER toets om een geprogram-
meerd station te selecteren.
Muziekweergave via de iPod/iPhone
(iPod/iPhone niet bijgeleverd)
1. Druk meerdere keren op de FUNCTION toets (15/1)
totdat “IPOD” op de display verschijnt.
2. Druk op de
iPOD OPEN/CLOSE (openen/sluiten)
toets (16/3) om het docking poort compartiment (21)
te openen. De CD houder opent naar rechts.
OPMERKING:
Het docking poort compartiment kan niet worden
geopend in CD modus.
3. Druk op de
toets (20) om de docking poort te
openen.
4. Als een adapter met uw iPod is meegeleverd, verbind
deze dan met de docking aansluiting. Pas als de adap-
ter aangesloten is, kunt u controleren of de iPod goed
in de iPod-aansluiting past.
5. Plaats uw iPod/iPhone in het dock.