1
1 ONZE ZORG
Wij willen u bedanken voor de aankoop van
dit product. Daar om krijgt u bij dit product een
verkorte installatiehandleiding, zodat er minder
papier wordt gebruikt en er dus minder bomen
moeten worden gekapt. Bedankt dat u ons
steunt in onze zorg voor het milieu. Een volledi-
ge, gedetailleerde gebruikershandleiding vindt
u op onze website www .aegtelephones.eu.
2 VEILIGHEIDS- EN VOOR-
ZORGSMAA TREGELEN
W anneer u uw telefoon gebruikt moeten altijd
de basis voorzorgsmaatr egelen in acht worden
genomen om het risico op brand, elektrische
schokken en verwondingen te reducer en, met
het volgende inbegrepen:
1. Zet de telefoon uit in de buurt van chemische
fabrieken, benzinestations en andere locaties
met brandbare of explosieve materialen.
2. W anneer u rijdt gebruik dan het handsfree
apparaat (wordt apart verkocht) om de vei-
ligheid te garanderen. Parkeer uw auto langs
de weg voor communicatie, behalve in nood-
gevallen.
2
NL
3. Zet de telefoon uit wanneer u aanboord stapt
van een vliegtuig en zet de telefoon niet aan
tijdens de vlucht.
4. Wees voorzichtig met het gebruik van de te -
lefoon in de buurt van apparaten zoals pace-
makers, gehooraapparaten en andere elek-
tronische medische apparaten, die kunnen
worden verstoor d door de mobiele telefoon.
5. Probeer nooit zelf de telefoon uit elkaar te
halen.
6. Laad de telefoon niet op zonder een batterij
te hebben geplaatst.
7. Laad de telefoon op in een goed geventi -
leerde ruimte en houdt het uit de buurt van
brandbare en explosieve materialen.
8. Houd de telefoon uit de buurt van magneti -
sche materialen, zoals magnetische schijven
of credit car ds, om demagnetisatie te voor-
komen.
9. Houdt de telefoon uit de buurt van vloei -
stoffen. Neem de batterij uit de telefoon en
neem contact op met de leverancier in geval
van onderdompeling of er osie.
10. V oorkom het gebruik van de telefoon in een
omgeving met extreem hoge of extr eem
lage temperaturen. Stel de telefoon nooit
3
NL
bloot aan direct zonlicht, aan hoge vochtig-
heid of aan een stoffige omgeving.
11. Gebruik geen vloeistoffen of iets dat nat is
met sterke schoonmaakmiddelen om de te-
lefoon schoon te maken.
2.1 Medische inrichtingen
Het gebruik van apparatuur dat radiosignalen
uitzendt, bijv . mobiele telefoons, kan storing
veroorzaken bij onvoldoende beschermde me-
dische apparatuur . Raadpleeg een arts of de
fabrikant van het apparaat om te bepalen of
deze voldoende is afgeschermd tegen externe
radiosignalen of als u vragen heeft. W aar aan-
gekondigt wordt dat het gebruik van mobiele
telefoons verboden is, moet u daaraan voldoen.
Ziekenhuizen en andere zor ginstellingen gebru-
iken soms apparatuur die gevoelig is voor exter-
ne radiosignalen.
2.2 Pacemakers
Fabrikanten van pacemakers adviseren een mi-
nimale afstand van 15 cm. tussen een mobiele
telefoon en een pacemaker om het risico van
storing in de pacemaker te voorkomen. Deze
aanbevelingen zijn in overeenstemming met
onafhankelijk onderzoek en aanbevelingen van
4
Wireless T echnology Research. Mensen met een
pacemaker moeten:
•de telefoon niet in een borstzak dragen
•de telefoon tegen het oor aan de tegenover-
gestelde zijde van de pacemaker houden, om
de kans op storingen te verminderen.
Als u vermoedt dat er een risico bestaat voor
storing, zet het apparaat uit en plaats het uit de
buurt.
2.3 Omgevingen met explosiegevaar
Zet het apparaat altijd uit wanneer u in een omge-
ving
bent waar sprake is van explosiegevaar , en
volg alle aanwijzingen en instructies. Explosie-
gevaar bestaat in omgeving waar u gewoonlijk
wordt verzocht de motor van uw auto uit te zet-
ten. In dergelijke omgevingen kunnen vonken
explosies of brand veroorzaken, wat lichamelijk
letsel of zelfs de dood tot gevolg kan hebben.
Schakel het apparaat uit bij tankstations (in de
buurt van benzinepompen en garages). V olg de
richtlijnen die van kracht zijn op het gebruik van
radioapparatuur in omgevingen waar brandstof
wordt opgeslagen en verkocht, bij chemische
fabrieken en plaatsen waar met explosieven
wordt gewerkt.
Gebieden met explosiegevaar zijn vaak
5
NL
- maar niet altijd - duidelijk gemarkeerd. Dit
geldt ook voor ruimte benedendeks op sche-
pen; het vervoer of de opslag van chemicaliën;
voertuigen die vloeibare brandstof gebruiken
(zoals propaan of butaan); gebieden waar de
lucht chemicaliën of deeltjes bevat, zoals graan,
stof of metaalpoeder .
2.4 Noodoproepen
Belangrijk!
Mobiele telefoons maken gebruik van radio-
signalen en het mobiele telefoonnetwerk. Dit
betekent dat verbinding niet onder alle omstan-
digheden kan worden gegarandeer d.
Daarom moet u nooit alleen vertr ouwen op een
mobiele telefoon voor zeer belangrijke oproepen,
zoals in medische noodgevallen.
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen
Niet langdurig met hoog geluidsniveau luisteren
om mogeljke gehoorschade te voorkomen.
6
3 DE T AAL INSTELLEN
•Druk op Menu (Menu) en /
om “Settings” (Instellingen) te
kiezen, druk daarna op OK.
•Druk op
/ om “Phone” (T ele-
foon) te kiezen, druk daarna op OK.
•Druk op
/ om “ Language ”
(T aal) te kiezen, druk daarna op OK.
•Druk op / om uw taal te kiezen, en druk
op OK om te bevestigen.
4 KENNISMAKING MET UW TELE -
FOON
4.1 T oetsen en onderdelen
# Functie
1
Luidspreker
2
Linker
Softkey
V oert de functie uit die op het
scherm boven deze toets
wordt getoond.
3
Rechter
Softkey
V oert de functie uit die op het
scherm boven deze toets
wordt getoond.
7
4
Omhoog/
Omlaag
Enter -toets
•Indrukken om het volume
tijdens een gesprek aan te
passen.
•Indrukken om naar namen,
telefoonnummers, menu's
en instellingen te bladeren.
•Indrukken om een keuze te
bevestigen.
5 Spreektoets
•Indrukken om een oproep te
beantwoorden.
• Indrukken om de oproepen-
lijst te openen.
6
Gesprek
beëindigen /
Power Aan/
Uit-toets
•Indrukken om een oproep te
beëindigen of te weigeren.
•Indrukken om terug te keren
naar de stand-by
•modus.
7 * toets
•In kiesmodus: Druk voor het
invoeren van "*". Druk
herhaaldelijk in te voeren
"+" / "P" / "W" dienovere-
enkomstig.
•In de bewerkingsmodus
Druk opom pictogrammen in
te voeren.
8
NL
8 # toets
•Ingedrukt houden om tussen
gebruikerprofielen te
schakelen.
•In de bewerkingsmodus:
Indrukken op de invoeren-
methode te veranderen.
9
Zaklamptoets
•De “0”-toets ingedrukt
houden om de zaklamp in/
uit te schakelen.
4.2 Schermpictogrammen en symbolen
Het standaard standby-scherm toont de volgende
informatie:
Betekenis
Alleen trillen
Beltoon + trillen
Eerst trillen, dan beltoon
Nieuwe SMS
Geeft aan dat u nieuwe ongelezen
berichten hebt.
Gemiste oproep
Verbinding
Aan met signaalsterkte als er verbinding is.
9
NL
Laadniveau van de batterij
Oplaadsegmenten bewegen wanneer
de batterij wordt opgeladen.
Alarm
Aan wanner het alarm is ingeschakeld.
Beltoon en trillen uit
* De functies van de softkeys veranderen
afhankelijk van de modus.
5 INST ALLA TIE EN CONFIGURA TIE
5.1 De SIM/SD-kaart en batterij plaatsen
• Schakel de telefoon uit, koppel de lichtnetadap-
ter los en verwijder de batterij.
•V erwijder de achterklep door deze vanaf de
linker onderkant los te maken.
• Verwijder de batterij door deze bovenaan in
het midden los te trekken.
•SchuifdeSIM/SD-kaartvoorzichtigindehouder ,
met de gouden contactpunten naar beneden
gericht, zoals aangegeven op pagina 2.
•De batterij terugplaatsen. Zorg ervoor dat de
goudkleurige contactpunten op de batterij uit-
gelijnd zijn met die op de telefoon, en duw de
batterij naar beneden totdat deze vastklikt.
10
•Plaats de achterklep terug door deze plat op
de achterkant van de telefoon te leggen en
naar beneden te duwen totdat deze vastklikt.
5.2 De batterij opladen
W aarschuwing:
Gebruik alleen de meegeleverde/goedgekeur-
de batterij en lader . Het gebruik van andere bat-
terijen en opladers kan gevaarlijk zijn en maakt
de goedkeuringen of garantie ongeldig. Een
batterij moet zijn geplaatst. Niet opladen terwijl
de achterklep is verwijderd.
• De lader goed in de micro-USB-aansluiting
aan de zijkant van de telefoon aandrukken, of
de telefoon in het oplaadstation plaatsen.
• Steek de adapterstekker in een AC-stopcontact.
Als de handset is ingeschakeld,
verschijnt „Op-
laden enkele seconden, en de oplaadsegmen-
ten van de batterij bewegen om aan te geven
dat de telefoon wordt opgeladen. Als de tele-
foon is uitgeschakeld, toont het scherm de be-
wegende oplaadsegmenten om aan te geven
dat het laden is begonnen.
• Hetkantot5 uurdur enom debatterijvolledig
op te laden.
• Als“Opladen“ niet wordt getoond, de stekker
los koppelen en weer aansluiten.
11
NL
•Als hetopladen nogsteeds nietlukt, dehulplijn
bellen.
• De batterij is volledig opgeladen wanneer de
oplaadsegmenten continu aan zijn. De lader
loskoppelen van de telefoon en het stopcontact.
“Lader is losgekoppeld”
verschijnt enkele se-
conden om aan te geven dat het opladen is
gestopt.
5.3 De telefoon aan- en uitschakelen
De telefoon aan en uit schakelen:
•Alsde telefoonuit is:drukop
en ingedrukt
houden totdat het scherm aan gaat.
•Als de telefoon aan is: druk op
en ingei -
drukt houden totdat het scherm wordt uitge-
schakeld.
W aarschuwing:
De telefoon niet inschakelen wanneer gebruik van
mobiele telefoons is verboden of als dit storing of
gevaar zou kunnen opleveren.
5.4 V ergrendelen/ontgr endelen van het
toetsenbord
• Het toetsenbord ontgrendelen: druk opOnt-
grendelen en druk dan op de “ *“toets.
12
• Het toetsenbordvergrendelen:druk opMenu
en druk dan op de “* “ toets.
Opmerking:
W anneer het toetsenbord is ver grendeld, kunt u
bellen met het alarmnummer 112, en u kunt de te-
lefoon bedienen zoals bij een normaal gesprek.
6 BELLEN EN OPROEPEN BEANT-
WOORDEN
6.1 Bellen
De telefoon inschakelen en controler en of er
verbinding is.
•
Het telefoonnummer inclusief het net-
nummer invoeren. (Om de toegangs-
code „+“ toe te voegen, twee keer snel
op de „*“ toets drukken.)
• Druk op om het getoonde nummer te bellen.
• Druk op om het gesprek te beëindigen.
6.2 Laatste nummer herhalen
•In de standby modus: druk op
voor Alle
oproepen – een lijst van de laatste 10 num-
mers voor elk van de gekozen, ontvangen en
gemiste oproepen.
13
•Druk op / om naar het gewenste num -
mer te bladeren.
•Drukop
om het nummer te bellen.
6.3 Een oproep beantwoor den
•Als gebeld wordt,op
drukken om te beant-
woorden.
6.4 Luidsprekervolume
•Druktijdenseengesprekop
/ om het
volume aan te passen.
De instelling van het volumeniveau verschijnt en
blijft hetzelfde voor volgende gesprekken.
7 GEBRUIK V AN TELEFOONBOEK
& SNELKEUZETOETSEN
U kunt namen en telefoonnummers opslaan in
het interne telefoonboek (maximaal 300) en in
het SIM-telefoonboek (SIM-afhankelijk).
7.1 Het telefoonboek openen
In de standby-modus:
• DrukopNamen (Rechter Softkey)
OF
14
NL
• Druk opMenu, selecteer T elefoonboek, en druk
op OK .
Opmerking:
> T oont het aantal nummers in het SIM1 tele-
foonboek.
> T oont het aantal nummers in het SIM2 tele-
foonboek.
> T oont nummers in het interne telefoonbo-
ek.
7.2 Een nieuw nummer in het telefoonbo -
ek invoeren
• Druk opOpties, druk op en selecteer Nieuw.
•Druk op Enter om tebevestigen.
•Selecteer opslaan Naar telefoon of Naar SIM1
of SIM2 en druk op OK .
• Druk op Enter om een naam voor het
contactpersoon in te voeren met het toe-
tsenbord en druk op OK .
Druk op V oltooid om te bevestigen.
•Drukop en druk op Enter om het nummer
in te voeren met het toetsenbor d. Druk op OK
om te bevestigen.
•DrukopOpslaan om het nieuwe contact op te
slaan.
15
NL
Opmerking:
Bij het invoeren van een naam: gebruik # om te
schakelen tussen hoofdletters (ABC ), kleine let-
ters (abc ) of nummers (123 ).
8 GARANTIE EN SERVICE
De T elefoon valt onder een garantie van 24 maan-
den vanaf de datum van aankoop vermeld op uw
kassabon. Deze garantie dekt geen fouten of defec-
ten veroorzaakt door ongelukken, verkeer d gebru-
ik, normale slijtage, verwaarlozing, bliksem, knoeien
met de apparatuur , of een poging tot aanpassing of
reparatie anders dan via erkende agenten.
Bewaar uw aankoopbon; dit is uw garantiebewijs.
8.1 Tijdens de garantieperiode
•Pak alle onderdelen van uw telefoon systeem
in, met gebruik van de originele verpakking.
•Breng het apparaat terug naar de winkel waar
u het heeft gekocht, zorg ervoor dat u uw aan-
koopbon meeneemt.
•V ergeet niet om de netadapter bij te voegen.
8.2 Na de garantieperiode
Als het toestel niet meer onder de garantie valt,
neem dan contact met ons op via
www .aegtelephones.eu
16
9 TECHNISCHE SPECIFICA TIES
Standaard GSM Mobile
Frequentieband GSM 850/900/1800/1900
Werktijd (met
volledig gela-
den batterij)
Standby: > 200 uren
Gesprekstijd: > 4 uren
Oplaadtijd < 3 uren
T emperatuur bereik
In werking: 0°C tot 40°C
opslag: -20°C to 60°C
Batterij tyoe
BL-25C Li-ion
3.7V DC, 1000mAh
Adapter type
UK adaptor: CSGN-CSC01-500
EU adaptor: CSGN-PT001-500
Invoer 100-240V
AC 50/60Hz 0.15A
Uitvoer 5.0V DC:500mA
Adapter type
Max.
Head: 0.59W/Kg
Body: 0.902W/Kg
*V ariaties in de gebruiksduur kunnen optreden afhan-
kelijk van de SIM-kaart, het netwerk, en gebruiksinstel-
lingen, de vorm van gebruik en de omgeving.
17
10 CE-VERKLARING
Dit product voldoet aan de essentiële ver eis-
ten en andere r elevante voorschriften van de
R&TTE-richtlijn 1999/5/EG.
U vindt de conformiteitsverklaring op:
www .aegtelephones.eu
11 HET TOESTEL AFDANKEN (MILIEU)
Aan het einde van de levensduur van het pro-
duct mag u dit product niet weggooien met
het normale huishoudafval, maar moet u het
product naar een inzamelingspunt voor de r e-
cycling van elektrische en elektronische appa-
ratuur brengen. Dat wor dt aangegeven met het
symbool op het product, in de gebruikershand-
leiding en/of op de verpakking. Sommige pro-
ductmaterialen kunnen worden her gebruikt als u
ze naar een inzamelingspunt brengt. Door som-
mige onderdelen of gr ondstoffen van gebruikte
producten aan te bieden voor her gebruik levert
u een belangrijke bijdrage aan de bescherming
van het milieu. Neem contact op met de plaats-
18
elijke autoriteiten voor meer informatie over de
inzamelingspunten in uw regio.
De batterijen moeten worden verwijder d voor-
dat het toestel wordt weggegooid. Gooi de
batterijen op een milieuvriendelijke manier weg,
volgens de voorschriften van uw land.