25
Wassen
Vulgewichten: 14800/16800 12700
witte/bonte was 6,0 kg 5,0 kg
synthetica (kreukherstellend goed) en fijne was 3,0 kg 2,5 kg
wol 2,0 kg 1,0 kg
Wasgoed in de machine doen
Toesteldeur openen.
De stukken wasgoed uit elkaar halen en losjes in de trommel doen.
Liefst grote en kleine stukken door elkaar wassen.
Was-/nabehandelingsmiddel doseren
Wasmiddellade zo ver mogelijk naar buiten trekken.
Wasmiddel dose-
ren in het vakje
voor de hoofdwas
(let op de
doseeraanwijzin-
gen van de was-
middelfabrikant).
Als u VOORWAS,
VLEKKEN of IN-
WEKEN kiest, ook in vak doseren.
Eventueel vloeibaar nabehandelingsmiddel (wasverzachter, stijfsel) in
vak doseren.
Niet verder dan de markering MAX.
Wasmiddellade helemaal naar binnen schuiven.
Wasprogramma instellen
Draai de programmakiezer op
het gewenste programma.
De brandende lampjes in de indi-
catie van het programmaverloop
geven aan uit welke onderdelen
het programma bestaat.
De duur van het gekozen programma verschijnt op het display.
24
Nadrogen
Is het wasgoed na beëindiging van het droogprogramma nog te voch-
tig, dan kan door instellen van een korte droogtijd nagedroogd worden.
Droogprogramma opnieuw instellen.
Voorzichtig! Om kreukvorming en krimpen te vermijden, wasgoed
niet te droog laten worden.
Drogen
Alleen drogen
Belading:
- witte/bonte was max. 2,75 kg (14800/16800)
max. 2,5 kg (12700)
- kreukherstellend goed max. 2 kg
Tijdens het drogen moet de waterkraan geopend zijn en moet de af-
voerslang in een gootsteen of badkuip hangen.
Droogprogramma kiezen, afhankelijk van textielsoort.
Bij drogen met tijdsinstelling toets DROOGTIJD zo vaak indrukken, tot
de gewenste droogtijd in het multidisplay wordt aangegeven.
Bij elektronisch drogen de betreffende toets indrukken, tot de gewen-
ste droogheidsgraad ingesteld is: het betreffende lampje brandt.
. Toestel starten door toets START/PAUZE in te drukken.
Aan het einde van het programma de programmakiezer op UIT draaien.
Wasgoed uit de machine nemen.
Voordat u gaat drogen