Speciale veiligheidsaanwijzingen
• Gebruik het toestel uitsluitend voor privé doeleinden en conform de voorschriften.
• Bewaar het toestel buiten het bereik van kinderen.
• Verzeker dat de meetlens (6) altijd zuiver is.
• Breng na elk gebruik de veiligheidskap (1) aan.
• Dompel het toestel niet in water.
• Laat het meettoestel niet vallen en vermijd harde slagen.
• Probeer nooit het meettoestel uit elkaar te nemen of te veranderen.
• Wanneer de meetlens beschadigd is mag u het toestel niet meer gebruiken.
• De temperatuur kan bij gezonde mensen op verschillende delen van het lichaam
tussen 0,2
~
1 °C (32,36
~
33,8 °F) variëren.
• De precisie van het apparaat moet na 3 jaar gecontroleerd worden. Stuur het
apparaat hiervoor naar de handelaar of naar het servicecenter bij u in de buurt.
Andere aanwijzingen
1. De gemeten lichaamstemperatuur kan aan de oren verschillen. Wij raden u aan
altijd aan hetzelfde oor te meten.
2. Wanneer u het toestel langer dan 3 minuten in uw handen houdt kan dit de meting
vervalsen. Vermijd daarom het toestel te lang in uw handen te houden.
3. Wanneer uw kind jonger is dan 2 jaar of wanneer u niet bij uzelf meet (bijvoorbeeld
bij oudere mensen) dan raden wij u aan drie metingen aan hetzelfde oor uit te
voeren. Wanneer de resultaten verschillend zijn kiest u de hoogste temperatuur.
4. Een geringe temperatuurafwijking bij herhaalde metingen is toegelaten.
5. Wanneer blijkbaar een te lage temperatuur gemeten wordt dan ligt dit aan de
positie van de meetlens.
6. Wanneer het toestel een te hoge temperatuur vertoont mag het ongeveer
30 minuten niet gebruikt worden.
7. De temperatuur bij de meting in het oor komt overeen met de orale temperatuur.
8. Dit apparaat beschikt over een anti-thermische schok-functie, gekeurd volgens
EN 12470-5. Bijgevolg is het apparaat geschikt om zeer precies te meten, ook bij
temperatuurschommelingen (bijvoorbeeld verandering van ruimte, verandering van
buiten- naar binnentemperatuur).
Veiligheidssymbolen op het eigenschappenplaatje
Lees de bedieningshandleiding voor gebruik aandachtig door en
bewaar ze goed!
Gebruiksdeel van type BF
Beschrijving van het apparaat
Benaming van de delen
1. Veiligheidskap
2. Display
3. On/Mem Aan/Geheugen (MEMORY) toets
4. Batterijvak
5. Sensor
6. Meetlens
7. Meettoets
De batterij aanbrengen
Bij de batterij gaat het om een lithium-cel batterij met lange levensduur.
• Open het batterijvak (4).
• Vervang de cel door een batterij van hetzelfde type. Let op de correcte polariteit.
• Sluit het batterijvak.
Een batterijsymbool in de display (2) geeft aan dat de batterij vervangen moet
worden.
8
NL