79
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
– 73/23/EG van 19.2.1973 - laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EG van 3.5.1989
(met inbegrip van wijzigingsrichtlijn 92/31/EG) - EMC-richtlijn.
– 94/2/EG van 21. 01. 1994 - richtlijn voor energie-etikettering
– 96/57 EG van 3. 9. 1996 - vereiste met betrekking tot de energie-
efficiëntie van elektrische huishoudelijke koel- en vriesapparaten en
de betreffende combinaties.
Vaktermen
• Koelmiddel Vloeistoffen die gebruikt kunnen worden voor koude-
productie, worden koelmiddelen genoemd. Deze stoffen hebben ver-
houdingsgewijs een laag kookpunt, zo laag dat de warmte van de
aanwezige levensmiddelen in het koelapparaat, het koelmiddel tot
koken ofwel tot verdampen kan brengen.
• Koelmiddelkringloop Gesloten kringloopsysteem waarin het koel-
middel zich bevindt. De koelmiddelkringloop bestaat hoofdzakelijk
uit verdamper, compressor, condensor en leidingen.
• Verdamper In de verdamper verdampt het koelmiddel. Net als alle
vloeistof, heeft het koelmiddel warmte nodig om te kunnen verdam-
pen. Deze warmte wordt onttrokken aan de binnenruimte van het
koelapparaat, de ruimte koelt daardoor af. Daarom is de verdamper
in de binnenruimte geplaatst of gelijk direct de binnenwand inge-
schuimd en daardoor niet zichtbaar.
• Compressor De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt
aangedreven door een ingebouwde elektromotor en is achter, aan de
onderkant van het apparaat geplaatst. De compressor zorgt ervoor
dat het dampvormige koelmiddel aan de verdamper onttrokken
wordt en vervolgens verdicht en naar de condensor geleid wordt.
• Condensor De condensor heeft meestal de vorm van een rooster.
In de condensor wordt het koelmiddel dat door de compressor ver-
dicht is, gecondenseerd. Hierbij komt warmte vrij die door de opper-
vlakte van de condensor aan de omgevingslucht afgegeven wordt. De
condensor is daarom aan de buitenkant, meestal aan de achterkant
van het apparaat, aangebracht.