18
7. Indien u een thermometer gebruikt om de vriestemperatuur te meten, plaats
hem dan tussen de etenswaren, omdat op die manier de reële temperatuur
wordt weergegeven.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo energiezuinig
mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
1. Zet het apparaat niet op een plaats waar het blootgesteld wordt aan de zon
of aan een hittebron.
2. Zorg voor voldoende ventilatie van de condensator en de compressor. Hou de
luchtcirculatie rond het apparaat vrij.
3. Bewaar de levensmiddelen altijd in goed sluitende bewaardozen of verpakt in
huishoud- of aluminiumfolie zodoende onnodige rijp- of ijsvorming te
voorkomen.
4. Open de deuren niet onnodig en laat ze niet langer open staan dan absolu-
ut noodzakelijk is.
5. Laat warme levensmiddelen eerst afkoelen tot op kamertemperatuur
vooraleer ze in de vriezer te plaatsen.
6. Zorg ervoor dat de condensator steeds schoon is.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het isolatiemateriaal, geen
gassen die de ozonlaag kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen met
huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van
milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de
plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het
koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar, niet beschadigd
wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor recycling.