9
Als in de buurt van het apparaat een kookplaat wordt ingebouwd, moeten de
betreffende inbouw- en veiligheidsvoorschriften worden opgevolgd. Door het
grote aantal mogelijke inbouwsituaties kunnen we hier geen gedetailleerde
aanwijzingen geven.
Door voldoende afstand en aanbrengen van een geschikte warmte-isolerende
plaat moet worden voorkomen dat het koelapparaat wordt verwarmd.
Ventilatie van het koelapparaat volgens de voorschriften moet gewaarborgd
zijn.
Het apparaat heeft lucht nodig
De luchttoevoer vindt plaats onder
de deur via de ventilatiesleuf tussen
apparaat en vloer, de luchtafvoer via
het bovenste ventilatierooster. Let
erop dat deze openingen niet door
sokkelpanelen e.d. worden afgedekt.
Attentie! Als het apparaat bijv.
onder een bovenkast wordt
opgesteld, moet een afstand van
minimaal 10 cm tussen de
bovenkant van het apparaat en het
daarboven aangebrachte meubel
worden aangehouden (A).
Apparaat richten
1.Het apparaat moet waterpas en stabiel staan. Eventuele oneffenheden in de
vloer compenseren door in- of uitdraaien van de stelvoeten voor.
Inbouw van het toestel
Het koelapparaat kan ook onder een
werkplaat worden geïnstalleerd. In dit
geval moet de werkplaat van het apparaat
worden verwijderd (zie Werkplaat
verwijderen).
De minimale hoogte onder de werkplaat
moet 820 mm bedragen.
Voor een probleemloze ventilatie moet
een opening achteraan voor de
uitstromende lucht met een oppervlakte
van ten minste 200 cm2 worden gezorgd.
De oppervlakte van de werkplaat moet
met geschikte middelen worden behandeld (bijv. lak), om het opzwellen bij optreden
van natte te voorkomen.