36
Als zich een storing voordoet
Storing Mogelijke oorzaak/Oplossing
Er stroomt water in de machine en
dat loopt meteen weer weg:
Het uiteinde van de afvoerslang zit te laag.
• Raadpleeg de paragraaf van het deel «Waterafvoer».
De wasmachine voert het water
niet af en/of centrifugeert niet:
De afvoerslang is plat gedrukt of geknikt. E20
• Controleer de aansluiting van de afvoerslang.
De afvoerpomp is verstopt.
E20
• Maak de afvoerpomp schoon.
De optie Spoelstop is geselecteerd.
• Schakel de optie uit.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld.
• Verdeel het wasgoed opnieuw.
Er ligt water rond de wasmachine:
U heeft te veel wasmiddel gebruikt of een wasmiddel
dat niet geschikt is voor gebruik in een wasmachine
(te veel schuimvorming).
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een
ander, geschikter wasmiddel.
Controleer of er lekkages zijn bij de koppelstukken van
de slangen. Dit is niet altijd gemakkelijk te zien, omdat
het water langs de slang naar beneden loopt;
controleer of de slang vochtig is.
• Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang.
De afvoerslang is beschadigd.
• Vervang de slang, indien nodig.
De dop op de noodafvoerslang is na het schoonmaken
van de pomp niet op zijn plaats gezet.
• Plaats de dop terug op de noodafvoerslang en zet
de slang terug op zijn plaats.
De machine wordt niet gevuld met
water:
De watertoevoerkraan is dicht. E10
• Draai de watertoevoerkraan open.
De watertoevoerslang is plat gedrukt of geknikt. E10
• Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang.
Het filter van de watertoevoerslang is verstopt. E10
• Maak het filter van de watertoevoerslang schoon.
De deur is niet goed gesloten.
E40
• Doe de deur goed dicht.