14
Gebruik
Selectie van het gewenste programma
U vindt het voor het soort wasgoed geschikte
programma in de programmatabel (zie
paragraaf Programmatabel).
Draai de programmakeuzeknop op het
gewenste programma. De programmaregelaar
bepaalt de manier van wassen (bijvoorbeeld
waterpeil, beweging van de trommel, aantal
spoelgangen) afhankelijk van de aard en mate
van vervuiling van het wasgoed, evenals de
temperatuur van het waswater.
Het controlelampje van de toets «START/PAUZE» begint te knipperen en op het
display verschijnt de tijdsduur van het gekozen programma.
De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de klok in worden gedraaid.
Zet de knop op «UIT/ARRET» om het programma opnieuw te starten/de machine uit
te schakelen.
Aan het einde van het programma, moet de keuzeknop op de stand
«UIT/ARRET» gezet worden om het apparaat uit te schakelen.
Belangrijk!
Als u de programmakeuzeknop op een ander programma zet terwijl er een cyclus
loopt, knippert het gele controlelampje van de toets «START/PAUZE» drie keer en
verschijnt de tekst Err op het display om aan te geven dat er een keuzefout is
gemaakt. De wasmachine zal het nieuw gekozen programma niet uitvoeren.
Selecteer de centrifugesnelheid of de functie Spoelstop
Druk herhaaldelijk op de toets «TPM» om de
centrifugesnelheid te veranderen, als u wilt dat
uw wasgoed wordt gecentrifugeerd op een
snelheid die afwijkt van de door de wasmachine
voorgestelde snelheid.
De maximumsnelheden zijn 1600 tpm, 1400
tpm of 1200 tpm afhankelijk van het model:
• voor de programma’s KATOEN, 40-60 MIX,
ECO: 1200 tpm (L62840), 1400 tpm (L64840) of 1600 tpm (L766840);
• voor de programma’s SYNTHETICA, STRIJKVRIJ PLUS, FIJNE WAS, WOL, ZIJDE,
OPFRISSEN: 1200 tpm ;
Voor de compatibiliteit van deze opties met het wasprogramma de tabel
«Wasprogramma’s» raadplegen.
CENTRIFUG.
SYNTH.
CENTRIFUG.