Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als de machine op een plaats staat waar de temperatuur tot beneden het
vriespunt kan dalen, ga dan als volgt te werk:
1. Sluit de kraan en schroef de toevoerslang los van de kraan.
2. Plaats het uiteinde van de noodafvoerslang en van de toevoerslang in een op
de vloer geplaatste opvangbak en laat het aanwezige water weglopen.
3. Schroef de watertoevoerslang weer aan de kraan en zet de noodafvoerslang
weer op zijn plaats na eerst de stop te hebben teruggeplaatst
.
Daardoor wordt evt. in de machine achtergebleven water verwijderd en wordt de
vorming van ijs en daardoor beschadiging van de machine voorkomen.
Als u de machine weer wilt gebruiken, controleer dan of de omgevingstempera-
tuur boven de 0°C ligt.
Belangrijk! Elke keer als u het water afvoert met behulp van de
noodafvoerslang, moet u 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van
de wasmiddellade gieten en daarna het programma POMPEN laten draaien. Dit
schakelt de SPAARKLEP-voorziening in, waarmee voorkomen wordt dat een
gedeelte van het wasmiddel bij de volgende wasbeurt ongebruikt blijft.
Machine legen in geval van nood
Ga, als het water niet wordt afgevoerd, als volgt te werk om de machine leeg te
laten lopen:
1. trek de stekker uit het stopcontact;
2. draai de waterkraan dicht;
3. wacht indien nodig totdat het water is afgekoeld;
4. open het pompdeurtje;
5. zet een opvangbak op de vloer en houd het uiteinde van de noodafvoerslang
in de bak. Trek de stop eruit. Het water zou door de zwaartekracht in de
opvangbak moeten lopen. Plaats als de opvangbak vol is de stop terug op de
slang. Gooi de opvangbak leeg. Herhaal deze procedure totdat er geen water
meer uit de slang komt;
6. reinig indien nodig de pomp, zoals hierboven beschreven;
7. plaats de stop terug op de noodafvoerslang en zet de slang terug op zijn
plaats;
8. schroef de pomp weer vast en sluit het deurtje.
36
Onderhoud en reiniging