33
Onderhoud en reiniging
2. Verwijder het wasverzachterbakje uit het middelste vakje.
3. Maak alle onderdelen schoon met water.
4. Schuif het wasverzachterbakje zo ver
mogelijk naar binnen, zodat het stevig
op zijn plaats zit.
5. Maak het gehele inspoelbereik met een
borstel schoon, in het bijzonder de
sproeiers in de bovenkant van de
inspoelvakjes.
6. Plaats de wasmiddellade in de geleiderails en duw hem naar binnen.
Wastrommel
Roestaanslag in de trommel kan voorkomen vanwege roestende vreemde
voorwerpen in de was of door leidingwater dat ijzer bevat.
Belangrijk! Maak de trommel niet schoon met zure ontkalkingsmiddelen,
schuurmiddelen die chloor bevatten of staalwol.
1. Verwijder alle roestaanslag op de trommel met een reinigingsmiddel voor
roestvrijstaal.
2. Draai een wascyclus zonder was in de trommel om restanten van
reinigingsmiddelen te verwijderen. Programma: KATOEN/LINNEN 90° of 95°C,
druk op toets
8
, voeg ongeveer een kwart maatbeker wasmiddel toe.
Deurrubber
Controleer van tijd tot tijd het deurrubber en haal evt.
aanwezige voorwerpen weg die in de manchet terecht
zijn gekomen.
Afvoerpomp
De pomp moet regelmatig worden gecontroleerd en in het bijzonder als
• de machine niet pompt en/of niet centrifugeert
• de machine tijdens het pompen een abnormaal geluid maakt als gevolg van
veiligheidsspelden, munten, enz. die de pomp blokkeren.
Ga als volgt te werk:
1. Schakel de wasautomaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
2. Wacht indien nodig tot het water is afgekoeld.
3. Open het pompdeurtje.