grote aantal mogelijke inbouwsituaties kunnen we hier geen gedetailleerde
aanwijzingen geven.
Door voldoende afstand en aanbrengen van een geschikte warmte-isolerende
plaat moet worden voorkomen dat het koelapparaat wordt verwarmd.
Ventilatie van het koelapparaat volgens de voorschriften moet gewaarborgd
zijn.
Het apparaat heeft lucht nodig
De luchttoevoer vindt plaats
onder de deur via de
ventilatiesleuf tussen apparaat
en vloer, de luchtafvoer via het
bovenste ventilatierooster. Let
erop dat deze openingen niet
door sokkelpanelen e.d. worden
afgedekt.
Attentie! Als het apparaat bijv.
onder een bovenkast wordt
opgesteld, moet een afstand
van minimaal 10 cm tussen de
bovenkant van het apparaat en
het daarboven aangebrachte
meubel worden aangehouden (A).
Apparaat richten
1. Het apparaat moet waterpas en stabiel staan. Eventuele oneffenheden in de
vloer compenseren door in- of uitdraaien van de stelvoeten voor.
Inbouw onder een werkblad
Het koelapparaat kan onder
een doorlopend werkblad
worden ingebouwd. Hiervoor
moet het bovenblad van het
koelapparaat verwijderd
worden (zie "Bovenblad
verwijderen").
De minimaal vereiste hoogte
tot het doorlopende werkblad
bedraagt 820 mm.
Om een onberispelijke
ventilatie te garanderen moet
achter in het werkblad een
ventilatie-opening van
minimaal 200 cm2 gepland
worden. Een passend
ventilatierooster in wit is als extra leverbaar accessoire verkrijgbaar.
De snijvlakken van het werkblad met geschikte middelen beschermen (bijv.
lak) om te voorkomen dat ze opzwellen als er vocht binnenkomt.
31