21
Storing Mogelijke oorzaken Oplossing
Ongewone geluiden.
Apparaat staat niet recht.
Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Een onderdeel, bijv. een
leiding, aan de achterkant
van het apparaat komt
tegen een ander onderdeel
van het apparaat aan of
tegen de muur.
Stelvoetjes bijstellen.
Apparaat iets wegtrekken.
Dit onderdeel voorzichtig
wegbuigen.
Nadat u op de toets
FROSTMATIC gedrukt heeft
of nadat de temperatuur-
instelling gewijzigd is, start
de compressor niet gelijk.
Dit is normaal, er zijn geen
storingen.
De compressor start na een
tijdje automatisch.
Tip: controleer regelmatig aan de hand van het rode temperatuur-
controlelampje de bewaartemperatuur.
Geluiden tijdens de werking
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten:
•
Klikken
Elke keer als de compressor in- of uitschakelt, hoort u een klik.
•
Zoemen
Zodra de compressor functioneert, hoort u gezoem.
•
Borrelen/klotsen
Wanneer het koelmiddel door smalle leidingen stroomt, kunt u een
borrelend of klotsend geluid horen. Ook na het uitschakelen van de
compressor is dit geluid nog korte tijd te horen.