56
Opstellen
Apparaat richten
Het apparaat moet waterpas en stabiel staan. Eventuele oneffenheden
in de vloer compenseren door in- of uitdraaien van de twee stelvoetjes
voor.
Het apparaat heeft lucht nodig
Het apparaat behoeft geen onderhoud.
Wat echter nooit mag ontbreken is een
goede ventilatie.
De luchttoevoer geschiedt onder de deur,
door de ventilatiesleuf tussen apparaat en
vloer. De luchtafvoer vindt plaats via het
bovenste ventilatierooster.
Let u erop, dat deze openingen niet door
sokkelpanelen en dergelijke worden afge-
dekt.
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-
sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische fornuizen 3 cm;
– tot olie- en kolenfornuizen 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isole-
rende plaat tussen fornuis en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat,
is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich
geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
Klimaatklasse voor een omgevingstemperatuur van
T +18 tot +43 °C